1. Nieuw Scrum project (teams vormen, project voorbereiding)

Teamvorming planning
Teamvorming
-Opzet teams
-Kwaliteiten in kaart brengen -Scrum Masters nomineren
-Teams vormen
-Team building game 
1 / 45
next
Slide 1: Slide
xMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 45 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Teamvorming planning
Teamvorming
-Opzet teams
-Kwaliteiten in kaart brengen -Scrum Masters nomineren
-Teams vormen
-Team building game 

Slide 1 - Slide

Teamvorming
-Bestaat uit 3 á 4 personen
-Inclusief één Scrum Master 
-Iedereen wordt gekozen op basis van hun kwaliteiten
-Team gedurende het gehele project
-Gezamenlijk verantwoordelijk voor oplevering

Slide 2 - Slide

Teamvorming
     1.  Noteer je naam.
     2. In de rechter kolom bij "vind ik zelf":
          Kruis 5 kwaliteiten aan jij vindt die het best bij je passen.
timer
2:00

Slide 3 - Slide

Teamvorming
     3. Vouw het ingevulde gedeelte nu naar achteren.
     4. Geef je lijst aan een andere leerling die jou goed kent.
          Deze vult 
ook 5 kwaliteiten in die het beste bij je passen.
          Deze keer in de middelste kolom.
     5. Laat de lijst door minstens 5 anderen invullen.
timer
2:00

Slide 4 - Slide

Teamvorming
     6. Je krijgt nu de lijst weer terug.
     7.  Reflecteer nu op wat anderen hebben ingevuld.
          Kies nu uit alle aangekruiste 
kwaliteiten de 5  definitieve 
          kwaliteiten uit die het beste bij jou passen. 
     8. Kruis deze aan in de meest linker kolom.
     9. Vouw nu het hele vel door midden in de lengte.
timer
2:00

Slide 5 - Slide

De Scrum Masters
Wat is een Scrum Master?
Een scrum master zorgt dat het team optimaal kan werken. De Scrum Master is niet de baas van het team en werkt gewoon mee.

Slide 6 - Slide

De Scrum Masters
Dit doet een Scrum Master:
-Zorgen dat het team het Scrumbord en   
 logboek bijhoudt
-Zorgen dat de ceremonies goed worden
 uitgevoerd
-Zorgen voor energie in het team/
  aanmoedigen
-Zorgen voor Kaizen in het team
-Problemen die het team ondervindt direct
  uit de weg ruimen. 
-Op tijd hulp vragen bij de docent

Slide 7 - Slide

Kwaliteiten van de Scrum Master
Kwaliteiten van de scrummaster: 
-Verantwoordelijk
-Op tijd komen
-betrouwbaar
-doelgericht
-initiatief nemen,
-oog voor het proces
-positief
-zorgvuldig
Waarschijnlijk heeft niemand alle kwaliteiten, dit is dus een kans om nieuwe kwaliteiten te ontwikkelen. 

(De docent helpt de scrum master bij hun taak.)

Slide 8 - Slide

Scrummasters kiezen
Scrum masters nomineren:
Iedereen noemt nu klassikaal zijn/haar 5 kwaliteiten (hardop en staand).
Zeg als volgt: Ik ben... en ik neem mee voor mijn team...

Denk na wie volgens jou de komende periode
goede scrum masters zouden  kunnen zijn.

Slide 9 - Slide

Scrummasters kiezen
Scrum masters nomineren:
Iedereen mag nu iemand nomineren van wie ze denken dat diegene een
goede Scrum Master zou maken. 
Licht toe waarom je diegene nomineert.

De genomineerde mag nu zijn
nominatie accepteren/ weigeren.

Slide 10 - Slide

Teams vormen
1. Leg je kwaliteiten kaart dubbelgevouwen voor in de klas op de grond neer. 
   (Behalve de Scrum Masters) 

Slide 11 - Slide

Teams vormen
1. Leg je kwaliteiten kaart dubbelgevouwen voor in de klas op de grond neer. 
   (Behalve de Scrum Masters) 
2. Scrum Masters mogen naar voren komen.

Slide 12 - Slide

Teams vormen
1. Leg je kwaliteiten kaart dubbelgevouwen voor in de klas op de grond neer. 
   (Behalve de Scrum Masters) 
2. Scrum Masters mogen naar voren komen.
3. Om de beurt kiezen de Scrum Masters een kwaliteitenkaart uit.
    Ga opzoek naar kwaliteiten die jouw team nodig heeft en die je eigen 
    kwaliteiten aanvult.

Slide 13 - Slide

Teams vormen
1. Leg je kwaliteiten kaart dubbelgevouwen voor in de klas op de grond neer. 
   (Behalve de Scrum Masters) 
2. Scrum Masters mogen naar voren komen.
3. Om de beurt kiezen de Scrum Masters een kwaliteitenkaart uit.
    Ga opzoek naar kwaliteiten die jouw team nodig heeft en die je eigen 
    kwaliteiten aanvult.
4. Pas als alle kaarten verdeeld zijn, mogen de namen ingekeken worden.

Slide 14 - Slide

Teams vormen
1. Leg je kwaliteiten kaart dubbelgevouwen voor in de klas op de grond neer. 
   (Behalve de Scrum Masters) 
2. Scrum Masters mogen naar voren komen.
3. Om de beurt kiezen de Scrum Masters een kwaliteitenkaart uit.
    Ga opzoek naar kwaliteiten die jouw team nodig heeft en die je eigen 
    kwaliteiten aanvult.
4. Pas als alle kaarten verdeeld zijn, mogen de namen ingekeken worden.
5. Noem van elke kaart op van wie deze is en welke kwaliteiten je zocht voor je
    team in deze persoon.

Slide 15 - Slide

Teams vormen
1. Leg je kwaliteiten kaart dubbelgevouwen voor in de klas op de grond neer. 
   (Behalve de Scrum Masters) 
2. Scrum Masters mogen naar voren komen.
3. Om de beurt kiezen de Scrum Masters een kwaliteitenkaart uit.
    Ga opzoek naar kwaliteiten die jouw team nodig heeft en die je eigen 
    kwaliteiten aanvult.
4. Pas als alle kaarten verdeeld zijn, mogen de namen ingekeken worden.
5. Noem van elke kaart op van wie deze is en welke kwaliteiten je zocht voor je
    team in deze persoon.
6. De leerling mag vervolgens naar zijn/ haar Scrum Master lopen.

Slide 16 - Slide

Team naam bedenken
Elk scrum team heeft een eigen naam. Bedenk samen een positieve, energieke naam, die je ook aan een klant/ opdrachtgever kunt presenteren.
 
In het logboek noteer je de kwaliteiten van alle teamleden die ingezet gaan worden.

Slide 17 - Slide

Team building
     Cup Game doel:
     -beter leren samenwerken
     -Eigen proces verbeteren
     -Sprints en Kaizen ervaren
     -Plezier & energie

Slide 18 - Slide

Team building
Vooraf
-Bouw een piramide van 10 bekers
Opdracht:
Keer de bekers om en stapel ze in elkaar
Regels:
-Raak de bekers alleen aan met het elastiekje 
-Ieder teamlid houdt het uiteinde van een touwtje vast
-Ook een beker die valt mag alleen met het elastiekje worden opgepakt
-Niet praten tijdens het werk
timer
1:00

Slide 19 - Slide

Team building
-Sprint release (oplevering tussenproduct) 
-Sprint review (Reflecteer op de kwaliteit van het werk) 
-Sprint retro (Reflecteer op de samenwerking) 
                          Wat ging goed, wat kan beter! Actiepunt?
-sprint planning (Wat ga je deze sprint doen?)

Nog een keer!
timer
1:00

Slide 20 - Slide

Team building
Reflectie
-Wat geleerd van dit spel 
-Ritme sprints gevoeld 
-Ceremonies ervaren 
-Kaizen gevoeld 
-Wat helpt bij samenwerken 
-Belang van retro voor samenwerking

Slide 21 - Slide

Nu voor het echie
Een nieuwe opdracht! 
-Release planning
-Product Backlog
-Definition of done (DoD)
-Definition of fun (DoF)

Slide 22 - Slide

Release planning
Spel maken ter herhaling van de Films Maken Hoofdstukken

WAT is de opdracht?
-Je maakt een spel over één hoofdstuk van het boek Films Maken
-De vorm van het spel mag je helemaal zelf bedenken. Voorbeelden zijn:
 bordspel (levensgroot); escaperoom; detectivespel; speurtocht; etc.
-Maar wees vooral creatief!!
-Elk team behandeld een ander hoofdstuk (dus stel dit af met andere teams)
-Lees ook de opdrachtomschrijving door op Teams!!

Slide 23 - Slide

Release planning
Lees de opdracht nu met je team door

Slide 24 - Slide

Vragen?
Is de opdracht helder?
Is de Product Backlog helder?

Slide 25 - Slide

Het scrumbord opzetten
Elk team haalt een Scrumbord

Slide 26 - Slide

Het scrumbord opzetten

Slide 27 - Slide

Product Backlog
Volledige Project Backlog: 
Voorbereiding; Prototype; Eindproduct; Oplevering; Uitvoering;

Slide 28 - Slide

Definition of Done (DoD)
Wanneer is het werk echt done?
De Product Owner vertelt aan welke eisen al het werk moet 
voldoen.

Vul de DOD nu zelf aan.
Voorbeelden:
-Al het werk is getest
-Creatief ontwerp
-Ieder teamlid beheerst alles
-Ieder teamlid kan alles uitleggen
-Teamleden leren van elkaars kwaliteiten
-Iedereen heeft alle sommen gemaakt
-Elk teamlid haalt een 6.7 als eindcijfer   (dit is een beheersing van 2/3 van de stof)

Slide 29 - Slide

Definition of Fun (DoF)
Wat helpt het team en de teamleden om met plezier te kunnen werken en leren?
 
Bespreek 
met elkaar jullie DoF. Het gaat om serieuze zaken, waar jullie zelf invloed op hebben.

Tijdens het werk bespreek je regelmatig met je team of de DoF nog klopt. Zo nodig pas je samen de DoF aan.

Slide 30 - Slide

Definition of Fun (DoF)
Voorbeelden:
-Afspraken nakomen
-Werk eerlijk verdelen
-Elkaar helpen
-Elkaar 
aanmoedigen
-Focus en concentratie
-Naar elkaar luisteren
-Eigen mening geven
-Complimenten geven
-Elkaar aanspreken
-Scrum master respecteren 
-Rustig blijven bij kritiek
-Problemen samen oplossen
-Op tijd komen
-Spullen meenemen
-Problemen melden in stand-up 
-Vragen als je iets niet snapt
-Leren van elkaars kwaliteiten
-Kaizen mindset
-Zeggen wat je dwars zit
-Plezier bij het werk 

Slide 31 - Slide

Story Map (Oriëntatie)
(Alleen bij open projects)

-Stakeholders in kaart brengen (in teams)
-Stakeholders vergelijken (klassikaal)

-Inleven in stakeholders en users (in teams)

-Story map maken (in teams)
-Story map vergelijken (klassikaal)

Slide 32 - Slide

Stakeholders
Brainstorm! Noteer elke mogelijke stakeholder en user op een eigen post-it.

1. Wat zijn de belangrijkste wensen van mensen en groepen die: -Belang   
   hebben bij het project (stakeholders)?
-Gebruik zullen maken van de resultaten van het project of er direct mee te
   maken zullen hebben (users)?
2. Sorteer de stakeholders en users op belangrijkheid in de cirkel.
    In de binnenste ring staat het project.
    De volgende ring is voor
belangrijkste users en stakeholders.
    Daaromheen de minder belangrijke users en stakeholders. 
timer
10:00

Slide 33 - Slide

Stakeholders
3. Vraag feedback op jullie cirkel van andere teams en de docent. 
    Waar nodig: Vul aan en orden opnieuw. 
timer
10:00

Slide 34 - Slide

Inleven in stakeholders & users
Noteer voor elke stakeholder & user:
 - naam en soort stakeholder groot in het midden

 - daarom heen: leeftijd, woon- en leefsituatie, uiterlijk, kleding, interesses, opleiding, werkzaamheden en wat je verder nog van belang vindt om deze stakeholder voldoende te leren kennen
timer
10:00

Slide 35 - Slide

User stories verzamelen
1. Geef alle belangrijke stakeholders en users hun plek op de Story Map
2. Werk in tweetallen:
    De een praat en denkt vanuit een bepaalde user of stakeholder.
    De ander stelt vragen en schrijft elke wens in het format van een User story
    op een post-it.
3. Wissel van rol als je geen nieuwe User stories kunt bedenken.
 
    Gebruik voor elke User story de volgende vaste formulering:
    Als ...          (User of stakeholder) 
    Wil ik ...      (Concrete wens)
    Zodat ik ... (Waarde van deze concrete wens, zodat het team kan inschatten
                           hoe belangrijk deze wens is t.o.v. andere wensen) 

Slide 36 - Slide

User stories ordenen
Orden de User stories in inhoudelijke thema's. Noteer de thema's in de daarvoor bestemde vakjes. Noteer ook de titel van het project en de naam van het team. Verdeel de geformuleerde User Stories over de thema's. Laat de horizontale grijs gearceerde rijen nog even leeg. Prioriteer de user stories van boven naar beneden. Werk alles onder de product backlog. Deze user stories worden tijdens de sprintplanning uitgewerkt in kleine concrete activiteiten.

Slide 37 - Slide

Verplichte Learner Stories
Doe nu hetzelfde voor de Learner Stories:
1. Stakeholders en users in kaart brengen, prioriteren en aanvullen
2. User stories schrijven: als ..., wil ik ..., zodat ik...
3. Stories groeperen tot thema's, prioriteren en verwerken in backlog.

Verplichte learner stories van de docent: 

Slide 38 - Slide

Eigen Learner Stories
-Wat zou jij als  student zelf graag willen leren over het project en het vak?
-Wat zou jij in als teamlid zelf graag willen leren over samenwerken?
-Wat zou jij als persoon zelf graag willen leren in dit project?
-Wat zouden je teamleden graag willen dat jij leert? Zou jij dat willen leren,   
 met hun hulp?
-En je familie of huisgenoten? Wat zouden zij misschien graag willen dat jij
  leert in dit project? Zou jij dat willen leren?
-Stel je voor, later ga je (door)studeren. Wat zou je dan als toekomstig student
 nu willen leren, zodat je studie later goed verloopt?
-Stel je voor, later ben je aan het werk in een beroep dat jou interesseert. Wat
 zou je dan nu willen leren om dat later goed te kunnen doen?

Slide 39 - Slide

Klaar met Learner Stories?
1. Laat de Product Owner je User Stories en Learner Stories controleren en 
   feedback geven.
2. Begin met de Sprint Planning.

Slide 40 - Slide

ijsberg model
     Teken de ijsberg op papier. Zet de teksten er klein in
Leef je nu namens de users en stakeholders in. In deze ronde vul je de onderste laag van de ijsberg in. Start met de dingen die je in het project wilt uitzoeken en maken (linkerhelft)
Werk daarna uit wat je van het project moet en wilt leren. (rechter helft)
Werk in tweetallen. De een praat en denkt vanuit een bepaalde user of stakeholder. De ander  stelt vragen en schrijft elke wens op een grote postit. Zet erboven wie deze wens heeft. Wissel van rol als je geen nieuwe wensen kunt bedenken.
Praat in elk geval uitgebreid met je opdrachtgever en liefst met de hele binnenring. Vraag wat hun wensen zijn en noteer deze op postits. Leg hen dde door jullie bedachte wensen voor en ga na of jullie inschatting klopt. Pas aan en verbeter naar aanleiding van het gesprek.

Slide 41 - Slide

ijsberg model
Bedenk met je team wat je zou kunnen uizoeken, ontwerpen, maken om deze wensen uit te laten komen. Schrijf elke brok werk op een eigen post-it.

Welke brokken werk zijn belangrijk om in de eerste sprint te doen? Verdeel de post-its over bovenkant van de ijsberg. (dingen die je in de eerste sprint wilt doen) en de middelste laag (werk wat later moet gebeuren). Gebruik hiervoor de linkerkant van de ijsberg

Het is goed mogelijk dat er in de loop van het project wensen bijkomen of dat wensen die onderaan staan, uiteindelijk niet belangrijk genoeg blijken om te worden uitgevoerd. De inhoud van de ijsberg kan tijdens het project dus heel goed veranderen.

Slide 42 - Slide

ijsberg model
Verplichte leerdoelen
Wat moet je van dit project leren? Vraag de docent om een lijst!
Noteer elk leerdoel op een post it, gebruik een andere kleur.
Plak ze rechts in de onderste laag van de ijsberg

Eigen leerdoelen.
Wat zou je zelf van dit project willen leren?
Wat zou je team graag willen dat jij leert?
En je ouders?
Noteer enkele eigen leerdoelen op postits met je naam erbij. Plak ze rechtsonder in de ijsberg. Je weet nu wat je in het project moet en wilt leren.

Slide 43 - Slide

ijsberg model
Brainstorm over brokken werk
Kijk naar de leerdoelen
bedenk met je team wat je zou kunnen doen om dit leerdoel te realiseren.
Schrijf elke brok werk op een eigen postit

Werk verdelen
Welke brokken van dit werk zijn belangrijk om in de eerste sprint te doen? Verdeel de postits over de bovenkant van de ijsberg (dingen die je in de eerste sprint wilt doen) en de middelste laag (werk wat later moet gebeuren.) Gebruik alleen de rechterkant van de ijsberg. 

Slide 44 - Slide

ijsberg model
Verhuis vervolgens beide kleuren postits uit de bovenste laag van de ijsberg naar het scrumbord onder sprint backlog. Hang ze op volgorde van boven naar beneden, beide kleuren mogen door elkaar hangen.
Onder Product backlog kun je de postits uit de middenlaag van de ijsberg hangen. Net zo simpel: Hang de ijsberg naast het scrumbord.
Pak de ijsberg er bij de start van elke nieuwe sprint weer even bij.
Onderkant: Zijn we nieuwe wensen te weten gekomen? Of zijn er wensen vervallen?
Middendeel: Zijn de grote klussen die jullie bedacht hadden nog relevant? Zijn er relevante nieuwe klussen te bedenken?
Bovendeel: Welke van de grote klussen uit het middendeel voegen waarde toe in de komende sprint? Hoe kun je die splitsen in kleine concrete taken?

Slide 45 - Slide