Grammatica Zinsdelen H2 les 1

Vandaag...



- Uitleg samengestelde zin
- M. opdracht 1, 2 en 3, blz. 70-71
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-5

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vandaag...



- Uitleg samengestelde zin
- M. opdracht 1, 2 en 3, blz. 70-71

Slide 1 - Slide

Maak twee rijtjes met de volgende zinnen (hint: in elk rijtje komen 3 zinnen te staan. Houd je niet te veel bezig met de inhoud!):


1. Klaas gaat vanmiddag tennissen.
2. Het is erg spannend, maar hij wint veel punten. 
3. Hij zei dat hij meer dan drie uur getennist had.
4. Hij wint de wedstrijd dan ook na drie spannende uren.
5. Wie de wedstrijd wint, wordt clubkampioen.
6. De clubkampioen krijgt een eervolle vermelding in de regionale krant.

Slide 2 - Drag question

Samengestelde zin




Waarom? Spellen van de persoonsvorm, goed gebruiken van interpunctie, goed formuleren van (samengestelde) zinnen.

Samengestelde zin: meerdere persoonsvormen in een zin.

Nevenschikkend: maar, want, en, of.


Onderschikkend: omdat, als, doordat, zodat, toen, etc.

Slide 3 - Slide

Samengestelde zin




Hoofd- en bijzinnen herkennen

Verschil tussen een hoofd- en een bijzin:
Bij hoofdzin kun je tussen onderwerp en persoonsvorm geen woord plaatsen, bij een bijzin kan dat wel:

Jan gaat naar school, omdat hij moet van zijn ouders. --> Jan niet kan naar school, omdat hij dat niet moet van zijn ouders.

Welk deel klopt en welk deel niet? Dus wat is hoofdzin en wat is bijzin?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Maken



Opdracht

M. opdracht 1, 2 en 3 (noteer per zin hoofdzin/hoofdzin, hoofdzin/bijzin, bijzin/hoofdzin.), blz. 70/71


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

timer
5:00

Slide 9 - Slide

timer
15:00

Slide 10 - Slide

timer
15:00

Slide 11 - Slide

Evaluatieopdracht: 
Kies minimaal één van de onderstaande opdrachten.

- Schrijf één nieuw ding op dat je geleerd hebt. 

- Schrijf één ding op waar je beter in geworden bent.

- Schrijf één ding op waarbij je een ander hebt geholpen

timer
2:00

Slide 12 - Slide

Huiswerk




Slide 13 - Slide