What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Quiz woordenschat en taalverzorging H1
Quiz
Woordenschat en taalverzorging H1
Wat weet je al?
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Quiz
Woordenschat en taalverzorging H1
Wat weet je al?
Slide 1 - Slide
Wat is de tegenstelling van "arriveren"?
Slide 2 - Open question
Wat is het synoniem van "komisch"?
Slide 3 - Open question
Geef de betekenis van "waarneembaar".
A
Te zien
B
Denken
C
Beschermen
D
Te doen
Slide 4 - Quiz
Geef de betekenis van "de bron".
A
het gevaar
B
het gevolg
C
de oorzaak
D
het nut
Slide 5 - Quiz
Afhankelijk zijn betekent dat je geen steun nodig hebt van anderen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Sommige mensen lopen ..... te zeuren om niks. Welk woord past het beste op de stippellijn?
A
Negerend
B
Continu
C
Afhankelijk
D
Dienend
Slide 7 - Quiz
Wat betekent de uitdrukking "voor wie omhoog kijkt, zijn er geen grenzen"?
Slide 8 - Open question
In welke zin zijn de leestekens goed gebruikt?
A
Marjan riep: "Dat ze honger had!
B
Marjan riep: ik heb honger!
C
Marjan riep: "ik heb honger!
D
Marjan riep: "Ik heb honger!"
Slide 9 - Quiz
Welke spelling is correct?
A
Mevrouw de Wit
B
Mevrouw De Wit
C
Maaike De Wit
D
Maaike de wit
Slide 10 - Quiz
Je zet een komma na een voegwoord.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
De dagen van de week en de maanden van het jaar schrijf je met een hoofdletter.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
In welke zin zijn de leestekens correct gebruikt?
A
Ik ben te laat omdat, ik de bus gemist heb.
B
Heb jij melk, en suiker in je koffie?
C
Als je nog even doorloopt ben je in Ede.
D
Wij hebben thuis honden, katten en kippen.
Slide 13 - Quiz
In welke zin zijn de hoofdletters correct gebruikt?
A
Wij hebben een huis in Zuid-frankrijk.
B
In de Kerstvakantie gaan wij skiën.
C
Mijn zus Eva doet boodschappen bij de Jumbo.
D
Mevrouw De Jong woont in de dorpstraat.
Slide 14 - Quiz
In welke zin zijn de werkwoorden foutloos geschreven?
A
Jij word morgen met de auto opgehaald.
B
Wordt jij morgen met de auto opgehaald?
C
Hij wordt morgen met de auto opgehaald.
D
Hij werd met de auto opgehaald.
Slide 15 - Quiz
Wat is correct?
A
Ik verhuiste
B
Ik verhuisde
Slide 16 - Quiz
Welke zin is correct geschreven?
A
Het vliegtuig lande gisteren.
B
Hij bonste op de deur.
C
Beantwoordde jij gisteren zijn vraag?
D
De les starte om 9.00 uur.
Slide 17 - Quiz
Als je de pv in de tegenwoordige tijd moet noteren, gebruik je altijd de regels van 't exkofschip.
A
Niet waar
B
Waar
Slide 18 - Quiz
Engelse werkwoorden spel je volgens de regels van de zwakke werkwoorden.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Welk Engels werkwoord is goed gespeld?
A
Hij relaxte
B
Hij apptte
C
Hij relaxde
D
Hij aptte
Slide 20 - Quiz
More lessons like this
Deviant Starttaal Vooraf Op weg naar 1F Thema 1 Hoofdstuk 4
September 2024
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Starttaal vooraf - thema 1 - taalverzorging 2 (aanpassen)
October 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Eerste les m4i - 2023-2024 H1 Taalverzorging
August 2023
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
4 MAVO Woordenschat
August 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
sPELLING HOOFDSTUK 2
October 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
H1 Spelling
January 2023
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
H7.3 Spelling mavo 4
2 days ago
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
M4 Voorbereiden SO3 - deel 3
September 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4