What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Vraagzinnen en Vraagwoorden
Vraagzinnen en vraagwoorden
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Vraagzinnen en vraagwoorden
Slide 1 - Slide
Vraagwoorden
Slide 2 - Slide
WIE?
Wie
is jouw juf?
Xana
Wie = een persoon
Slide 3 - Slide
WAT?
Wat
doe je?
Ik lees een boek.
Wat = een ding/dingen.
Slide 4 - Slide
WAAR?
Waar
is juf Xana?
Xana is op school.
Waar = plaats/plek.
Slide 5 - Slide
WANNEER?
Wanneer
heeft Xana weekend?
Op zaterdag en zondag.
Wanneer = datum/tijd.
Slide 6 - Slide
Waarom?
Waarom
is Xana op school?
Zij is een juf. Zij werkt op school.
Waarom = reden.
Slide 7 - Slide
Hoe?
Hoe
ga jij naar school?
Met de bus.
Hoe = manier.
Slide 8 - Slide
_______ is moe?
A
Wie
B
Wat
C
Wanneer
D
Hoe
Slide 9 - Quiz
_____ doe je? Ik lees een boek.
A
Wie
B
Wat
C
Hoe
D
Wanneer
Slide 10 - Quiz
______ is boos?
A
Wanneer
B
Waar
C
Wat
D
Wie
Slide 11 - Quiz
_________ hen je weekend? Op zaterdag en zondag.
A
Waar
B
Wanneer
C
Waarom
D
Hoe
Slide 12 - Quiz
_________ ben je thuis? Om tien uur.
A
Waar
B
Wanneer
C
Waarom
D
Hoe
Slide 13 - Quiz
_________ is de ISK school? In Leeuwarden.
A
Wie
B
Wanneer
C
Waarom
D
Waar
Slide 14 - Quiz
___________ hebben wij de toets? Vrijdag.
A
Waar
B
Wanneer
C
Waarom
D
Hoe
Slide 15 - Quiz
_______ ga jij naar school? Ik wil Nederlands leren.
A
Wie
B
Hoe
C
Waarom
D
Waar
Slide 16 - Quiz
wordwall.net
Slide 17 - Link
Begin een vraag met WIE.
Slide 18 - Mind map
Begin een vraag met WAT.
Slide 19 - Mind map
Begin een vraag met WAAR.
Slide 20 - Mind map
Begin een vraag met WANNEER.
Slide 21 - Mind map
Begin een vraag met HOE.
Slide 22 - Mind map
Begin een vraag met WAAROM.
Slide 23 - Mind map
Vraagzinnen
Werkwoord
wie/wat?
wanneer/wat/waar?
Willen
jullie
thee?
Loopt
hij
altijd naar school?
Ga
jij
boodschappen doen?
Slide 24 - Slide
Let op!!!!!!!!!!!!!!
Vraagzin met jij?
T moet WEG
Jij loop
t
naar school.
Loop
jij naar school?
Jij gaa
t
naar de zee.
Ga
jij naar de zee?
Slide 25 - Slide
Maak een vraag:
Jullie gaan naar de Jumbo.
Slide 26 - Mind map
Maak een vraag:
Jij loopt naar school.
Slide 27 - Mind map
Maak een vraag:
Jij bent 12 jaar oud.
Slide 28 - Mind map
Maak een vraag:
Hij schrijft een zin.
Slide 29 - Mind map
Maak een vraag:
Wij gaan naar een restaurant.
Slide 30 - Mind map
wordwall.net
Slide 31 - Link
More lessons like this
Vraagzinnen en Vraagwoorden
September 2023
- Lesson with
34 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Eenvoudige basisgrammatica - Vraagzinnen en vraagwoorden
February 2024
- Lesson with
30 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Vraagzinnen en Vraagwoorden -14 maart 2023
March 2023
- Lesson with
33 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Vraagzinnen en vraagwoorden 2
July 2022
- Lesson with
30 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Zinnen maken 2 + vraagzinnen
April 2023
- Lesson with
40 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Vraagwoorden
February 2023
- Lesson with
43 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Vraagzinnen
June 2023
- Lesson with
41 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Vraagwoorden
April 2024
- Lesson with
43 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1