What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Vraagzinnen en vraagwoorden 2
Vraagzinnen en vraagwoorden
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Vraagzinnen en vraagwoorden
Slide 1 - Slide
Vraagwoorden
Slide 2 - Slide
WIE?
Wie
is jouw juf?
Evelien
Wie = een persoon/mens
Slide 3 - Slide
WAT?
Wat
ga je doen?
Ik ga lezen.
Wat = een ding/dingen.
Slide 4 - Slide
WAAR?
Waar
is juf Evelien?
Evelien is op school.
Waar = plaats/plek.
Slide 5 - Slide
WANNEER?
Wanneer
heeft Evelien vakantie?
Vanaf zaterdag, 25 december.
Wanneer = datum/tijd.
Slide 6 - Slide
Waarom?
Waarom
is Evelien op school?
Omdat ze les geeft.
Waarom = reden.
Slide 7 - Slide
Hoe?
Hoe
ga jij naar school?
Met de bus.
Hoe = manier.
Slide 8 - Slide
_______ is moe?
A
Wie
B
Wat
C
Wanneer
D
Hoe
Slide 9 - Quiz
_____ doe je?
A
Wie
B
Wat
C
Hoe
D
Wanneer
Slide 10 - Quiz
______ is boos?
A
Wanneer
B
Waar
C
Wat
D
Wie
Slide 11 - Quiz
_________ ben je thuis? Om tien uur.
A
Waar
B
Wanneer
C
Waarom
D
Hoe
Slide 12 - Quiz
_________ is de school? In Kampen.
A
Wie
B
Wanneer
C
Waarom
D
Waar
Slide 13 - Quiz
___________ hebben we de toets van het pretpark? Vrijdag.
A
Waar
B
Wanneer
C
Waarom
D
Hoe
Slide 14 - Quiz
_______ ga jij naar school? Om Nederlands te leren.
A
Wie
B
Hoe
C
Waarom
D
Waar
Slide 15 - Quiz
______ reis jij morgen? Met de trein.
A
Waarom
B
Hoe
C
Wat
Slide 16 - Quiz
wordwall.net
Slide 17 - Link
Begin een vraag met wie.
Slide 18 - Mind map
Begin een vraag met wat.
Slide 19 - Mind map
Begin een vraag met waar.
Slide 20 - Mind map
Begin een vraag met wanneer.
Slide 21 - Mind map
Begin een vraag met hoe.
Slide 22 - Mind map
Begin een vraag met waarom.
Slide 23 - Mind map
Vraagzinnen
Werkwoord
wie/wat?
wanneer/wat/waar?
Willen
jullie
thee?
Loopt
hij
altijd naar school?
Ga
jij
boodschappen doen?
Slide 24 - Slide
Let op!!!!!!!!!!!!!!
Vraagzin met jij?
T WEG
of
werkwoord van ik
Jij loop
t
naar school.
Loop
jij naar school?
Jij gaa
t
naar de zee.
Ga
jij naar de zee?
Slide 25 - Slide
Maak een vraag:
jullie gaan elke dag naar de Jumbo.
Slide 26 - Mind map
Maak een vraag:
jij zwemt altijd op zondag.
Slide 27 - Mind map
Maak een vraag:
jij maakt altijd grappen.
Slide 28 - Mind map
Maak een vraag:
Hij loopt elke dag naar het bos.
Slide 29 - Mind map
Maak een vraag:
Wij gaan elke maand naar een restaurant.
Slide 30 - Mind map
More lessons like this
Eenvoudige basisgrammatica - Vraagzinnen en vraagwoorden
February 2024
- Lesson with
30 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Vraagwoorden
February 2023
- Lesson with
43 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Vraagzinnen en Vraagwoorden
September 2023
- Lesson with
34 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Vraagzinnen en Vraagwoorden -14 maart 2023
March 2023
- Lesson with
33 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Vraagzinnen en Vraagwoorden
January 2023
- Lesson with
31 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Zinnen maken 2 + vraagzinnen
April 2023
- Lesson with
40 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
vraagwoorden
September 2023
- Lesson with
55 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
Vraagzinnen
June 2023
- Lesson with
41 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 4