Grammatica herhaling, Kapitel 1 bis 4 M2

Wat voor grammatica moet ik kennen?

Kapitel 1: persoonlijk voornaamwoord +sein
Kapitel 2: haben
Kapitel 3: geslacht van zelfstandige naamwoorden
Kapitel 4: werkwoord in de tegenwoordige tijd + voltooid deelwoord
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Wat voor grammatica moet ik kennen?

Kapitel 1: persoonlijk voornaamwoord +sein
Kapitel 2: haben
Kapitel 3: geslacht van zelfstandige naamwoorden
Kapitel 4: werkwoord in de tegenwoordige tijd + voltooid deelwoord

Slide 1 - Slide

Wat is het persoonlijk voornaamwoord in deze zin: 'Sophie hat das Kleid gekauft'.
A
Sophie
B
hat
C
das kleid
D
gekauft

Slide 2 - Quiz

Ihr ... es gut gehört (haben)
Wat moet er op de puntjes staan?
A
hat
B
haben
C
habt
D
habe

Slide 3 - Quiz

Frau Müller .... Sie älter als 70 Jahre?
Wat moet er op de puntjes staan?
A
seid
B
sind
C
bin
D
ist

Slide 4 - Quiz

Welk ezelsbruggetje kun je gebruiken voor het werkwoord in de tegenwoordige tijd?

Slide 5 - Open question

Die zwei Hunden ... mit dem Ball
A
spiele
B
spielst
C
spielen
D
spielt

Slide 6 - Quiz

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
en
t
en
t
st
e

Slide 7 - Drag question

Meine Mutter .... in der Küche (singen)
A
singe
B
singen
C
singst
D
singt

Slide 8 - Quiz

Wat is de hoofdregel voor het maken van een voltooid deelwoord?

Slide 9 - Open question

Wat is de stam van het werkwoord:
streicheln?

Slide 10 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van:
machen

Slide 11 - Open question

Ik beheers de grammatica
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll