2HM herhaling ww. tt. t. en v.d. Kapitel 4

WELKOM
1 / 37
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

WELKOM

Slide 1 - Slide

Heute
Het werkwoord in de tegenwoordige tijd

Slide 2 - Slide

Lesdoel

Je weet hoe goed je de grammatica kunt toepassen

Slide 3 - Slide

Wat gaan wij vandaag doen?
1. Regels grammatica - samen
2. oefenen

Slide 4 - Slide

Het werkwoord in de tegenwoordige tijd

(ich, du, er/sie/es, wir, ihr, Sie, sie)
en
stam van het werkwoord + uitgangen

Slide 5 - Slide

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij
zij e.v.
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie e.v
Sie
sie

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

stam van spielen is?
A
spielt
B
spielen
C
spiel
D
spiil

Slide 8 - Quiz

Waarvoor staat het ezelsbruggetje
(fe)eesttenten?

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

werkwoorden vervoegen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
e
st
t
en
t
en

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Slide

Vervoeg spielen:
Er _______

Slide 14 - Open question

Vervoeg: wir.... (kaufen)

Slide 15 - Open question

Vervoeg: Ihr .... (wohnen)

Slide 16 - Open question

Vervoeg: ihr .......(tragen)

Slide 17 - Open question

Vervoeg: Wir ... (spielen)

Slide 18 - Open question

(heißen)
Ich heiße Suzanne und
mein Hund ...... Bello.

Slide 19 - Open question

(reisen)
Joep ...... gerne mit der Bahn.

Slide 20 - Open question

ich (gehen) ............ nach Hause.

Slide 21 - Open question

Mein Bruder (spielen) …….. mit dem Ball

Slide 22 - Open question

Kapitel 4 - Grammatik
Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden

Slide 23 - Slide

Wat is eigenlijk een zwak werkwoord?

Slide 24 - Mind map

Wat is eigenlijk een voltooid deelwoord?

Slide 25 - Mind map

Basisregel voor het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
Het voltooid deelwoord wordt gevormd door: 

GE + STAM + T

Bijvoorbeeld:
hören - Wir haben es gestern schon gehört. 
spielen - Mein Hund hat mit meiner Katze gespielt. 

Slide 26 - Slide

Uitzondering 
Het voltooid deelwoord van werkwoorden op -ieren wordt gevormd door: 

STAM + T

Bijvoorbeeld:
fotografieren - Was hast du fotografiert?

Slide 27 - Slide

Uitzondering 
Het voltooid deelwoord van werkwoorden met be- of ver- wordt gevormd door:

STAM + T

Bijvoorbeeld:
besuchen - Wir haben den Zoo besucht.

Slide 28 - Slide

Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden  

Slide 29 - Slide

Wat is eigenlijk een sterk werkwoord?

Slide 30 - Mind map

Basisregel voor het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden moet je simpelweg leren. 

Bijvoorbeeld:
beschrijven - beschreven / beschreiben - beschrieben
zwemmen - gezwommen / schwimmen - geschwommen

Slide 31 - Slide

We gaan oefenen!
Vul het juiste voltooid deelwoord in. 

Slide 32 - Slide

Voltooid deelwoord?
Wo habt ihr letztes Jahr____(wohnen)

Slide 33 - Open question

Voltooid deelwoord?
Früher habe ich viel____(tanzen = dansen)

Slide 34 - Open question

Voltooid deelwoord?
Die Mannschaft hat gestern viel______(trainieren)

Slide 35 - Open question

Voltooid deelwoord?
Ihr habt das Nintendo Spiel ______(kaufen).

Slide 36 - Open question


Ik vind deze onderdelen van de grammatica: 
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll