B&F, taal, Noodweer les 1 complete les

Staal - taal
Noodweer les 1
woordenschat 

1 / 17
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 5

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Staal - taal
Noodweer les 1
woordenschat 

Slide 1 - Slide

Woordenschat
In deze les gaan we de woorden van het thema Noodweer leren. In de volgende slides zie je alle woorden, lees ze goed door. 

Slide 2 - Slide

Eerst volgt nu de thema-film!

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Op de vorige slide zag je een plaatje. Welk woord van dit thema past bij dit plaatje?

Slide 8 - Open question

Wanneer zeg je dat het openbaar vervoer platligt?
A
Als het station gesloten is.
B
Als je mag instappen en uitstappen.
C
Als de bussen en treinen niet kunnen rijden.
D
Als het heel hard sneeuwt.

Slide 9 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Het strand is overvol. Geen wonder, want het is ................ vandaag.
A
doorweekt
B
snikheet
C
wisselvallig
D
guur

Slide 10 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Een auto reed vlak langs mij heen door een plas. Ik was helemaal ..............
A
doorweekt
B
guur
C
plenzen
D
wisselvallig

Slide 11 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Orkanen ............. veel schade aan bomen en huizen.
A
windkracht
B
weersomstandigheden
C
verschroeien
D
veroorzaken

Slide 12 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Ik weet zeker dat de ............. een stuk lager is dan de echte temperatuur
A
weersomstandigheden
B
stortbui
C
gevoelstemperatuur
D
motregen

Slide 13 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Net regende het en nu schijnt de zon weer. Wat een ................... weer vandaag!

Slide 14 - Open question

Welk woord past in de zin?
De weerman voorspelt een natte dag met flinke ....................

Slide 15 - Open question

Wat is het tegenovergestelde?
Extreem
Snikheet
Onstuimig
Wisselvallig
Kalm
Altijd hetzelfde
Gewoon
IJskoud

Slide 16 - Drag question

Slide 17 - Slide