B&F, taal, Noodweer herh woordenschat 2

Staal - taal
Noodweer 
Herhaling woordenschat
Deel 2
1 / 17
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 5

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Staal - taal
Noodweer 
Herhaling woordenschat
Deel 2

Slide 1 - Slide

Woordenschat
Dit is de tweede les waarin we de woorden van het thema Noodweer gaan herhalen. Lees de woorden op de volgende slides weer even goed door. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Op de vorige slide zag je een plaatje. Welk woord van dit thema past bij het plaatje?

Slide 6 - Open question

Een stortbui zegt iets over de ...
A
de neerslag
B
de windkracht
C
de zon

Slide 7 - Quiz

Het woord 'onstuimig' zegt iets over ...
A
de regen
B
de wind
C
de temperatuur

Slide 8 - Quiz

Het woord 'verschroeien' heeft te maken met ...
A
kou
B
neerslag
C
hitte

Slide 9 - Quiz

Waar komt het door?
Dat de sneeuw smelt
IJskoude vingers
Een file
Dat je jas doorweekt is
Een ongeluk
Een stortbui
Een hogere temperatuur
Sneeuwballen gooien

Slide 10 - Drag question

Welke zin klopt?
A
Dicht bij het vuur voelde ik een enorme hittegolf
B
In juli was er een hittegolf die tien dagen duurde.

Slide 11 - Quiz

Welke zin klopt?
A
We laten de auto thuis, we gaan met het openbaar vervoer
B
Wil je meerijden met het openbaar vervoer? Spring maar achterop!

Slide 12 - Quiz

Welke zin klopt?
A
Als het miezert, staan er binnen een paar minuten grote plassen op straat
B
Als het miezert wordt je niet heel snel erg nat.

Slide 13 - Quiz

Welk woord past bij deze zin?

Door de hitte wegbranden, maar zonder vlammen

Slide 14 - Open question

Welk woord hoort bij deze zin?

Een heel zware storm.

Slide 15 - Open question

Welk woord hoort bij deze zin?

Aanrichten, de reden waarom dingen gebeuren
A
wisselvallig
B
onstuimig
C
miezeren
D
veroorzaken

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide