NN7 - Meer dan lezen §3 - Tekstverbanden en signaalwoorden (2) - opdr. 12B-13B - 2H
Tekstverbanden en signaalwoorden (2)
opdr. 12B/13B
NN7 - Meer dan lezen §3 -2H
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 35 min
Items in this lesson
Tekstverbanden en signaalwoorden (2)
opdr. 12B/13B
NN7 - Meer dan lezen §3 -2H
Slide 1 - Slide
In deze les gaan we verder met Tekstverbanden en signaalwoorden en maken we opdracht 12B.
Hierbij heb je het stencil nodig met Tekst 1 - Het ontstaan van straatnamen.
Slide 2 - Slide
In tekst 1 zijn enkele woorden onderstreept. Zoek ze op in de tekst. Leid zo nodig de betekenis af uit de context. Sleep de juiste betekenissen naar de woorden.
Slide 3 - Slide
ingewikkeld
gracht om een stad
zoals de gewone man het zegt
opvallend
plaats bepalen van
positie (status) op basis van prestaties
heel snel gebouwd
(veel)gebruikt
kost nogal wat moeite
omslachtig (al. 2)
singel (al. 3)
lokaliseren (al. 4)
in de volksmond (al. 4)
prominent (al. 4)
staat van dienst (al. 5)
uit de grond gestampt (al. 5)
in zwang (al. 5)
heeft veel voeten in de aarde (al. 6)
Slide 4 - Drag question
Wat is het onderwerp van de tekst?
Slide 5 - Open question
Welk signaalwoord voor een conclusie staat er in alinea 1?
Slide 6 - Open question
Waarom bedacht men in de middeleeuwen kortere aanduidingen in routebeschrijvingen? (al. 2)
Slide 7 - Open question
Aan welk signaalwoord herken je die reden in alinea 2?
Slide 8 - Open question
Welk tekstverband bestaat er tussen de eerste en de tweede zin van alinea 3?
A
doel-middelverband
B
redengevend verband
C
toelichtend verband
D
vergelijkend verband
Slide 9 - Quiz
Aan welk signaalwoord herken je dat toelichtend verband van alinea 3?
Slide 10 - Open question
Waarom werd besloten om straatnamen officieel vast te leggen en elk huis een nummer te geven? (al. 4)
Slide 11 - Open question
In welke drie groepen kun je de eerste officiële straatnamen verdelen?
Slide 12 - Open question
Welk signaalwoord voor oorzakelijk verband zie je in alinea 5?
Slide 13 - Open question
Wat is in alinea 5 de oorzaak en wat is het gevolg?
Slide 14 - Open question
Welk signaalwoord voor een conclusie staat er in alinea 7?
Slide 15 - Open question
In alinea 7 staat een doel-middelverband. Wat is het middel en wat zijn de (twee) doelen?
Slide 16 - Open question
Waar of niet waar? De Admiraal Michiel de Ruyterweg is typisch een straatnaam van deze tijd.
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quiz
Welke bewering over tekst 1 is waar?
A
In deze tekst herken je vooral een mening en argumenten
B
In deze tekst herken je vooral een volgorde van verleden/heden/toekomst
C
In deze tekst herken je vooral voor- en nadelen
D
In deze tekst herken je vooral vragen en antwoorden