NN7 - Meer dan lezen §2 - Tekstverbanden en signaalwoorden opdr. 2-3 - 2H
Tekstverbanden en signaalwoorden opdr. 2 - 3
NN7 - Meer dan lezen §2 - 2H
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Tekstverbanden en signaalwoorden opdr. 2 - 3
NN7 - Meer dan lezen §2 - 2H
Slide 1 - Slide
Vandaag gaan we verder waar we gebleven waren, met tekstverbanden en signaalwoorden.
Je hebt je lesboek nodig: ga naar bladzijde 13/14.
Slide 2 - Slide
In tekst 2 zijn enkele woorden onderstreept. Zoek ze op in de tekst. Leid de betekenis van de onderstreepte woorden af uit de context. Sleep de juiste betekenissen naar de woorden.
Slide 3 - Slide
helemaal; volkomen
kern van een grap of verhaal
ingevoerd als iets nieuws
vaste beelden/voorstellingen van een bepaald type persoon of bevolkingsgroep
vaste kenmerken toeschrijven aan mensen of groepen
betrekking hebbend op een volk of bevolkingsgroep
ontwikkeling; mode
dankzij
onzinnig; dwaas
zedelijke; te maken hebbend met je gevoel voor wat wel en niet kan
volstrekt (tekst 2, al. 1)
clou (tekst 2, al. 3)
geïntroduceerd (tekst 2, al. 4)
stereotypen (tekst 2, al. 4)
stigmatiseren (tekst 2, al. 6)
etnische (tekst 2, al. 8)
trend (tekst 2, al. 9)
bij de gratie van (tekst 2, al. 10)
absurd (tekst 2, al. 11)
morele (tekst 2, al. 11)
Slide 4 - Drag question
Slide 5 - Slide
We lezen nu met elkaar Tekst 2 - Er was eens … een oen op blz. 13 en 14 van je boek.
Slide 6 - Slide
Wat is het onderwerp van de tekst?
Slide 7 - Open question
Het middenstuk van de tekst kan in drie delen verdeeld worden. Boven deze drie delen passen achtereenvolgens de kopjes:
deel 1: Van gekken, Belgen en blondjes naar oenen deel 2: Redenen voor aanpassing deel 3: Niet echt een nieuwe ontwikkeling
Slide 8 - Slide
Bij welke alinea begint deel 2: Redenen voor aanpassing ?
A
alinea 3
B
alinea 4
C
alinea 5
D
alinea 6
Slide 9 - Quiz
Bij welke alinea begint deel 3: Niet echt een nieuwe ontwikkeling?
A
alinea 5
B
alinea 6
C
alinea 7
D
alinea 8
Slide 10 - Quiz
Onderstreep in alinea 1 en 2 alle signaalwoorden aan die je tegenkomt, behalve ‘en’.
Slide 11 - Slide
Onderstreep in alinea 1 en 2 alle signaalwoorden aan die je tegenkomt, behalve ‘en’.
een jaar of twintig geleden
Net als
nog steeds
Ook
Maar
tegenwoordig
Slide 12 - Slide
Onderstreep in alinea 3 en 4 alle signaalwoorden aan die je tegenkomt, behalve ‘en’.
Slide 13 - Slide
Onderstreep in alinea 3 en 4 alle signaalwoorden aan die je tegenkomt, behalve ‘en’.
maar
in 2005
in de loop van de tijd
daarna
laatste
een jaar later
in 2013
Slide 14 - Slide
Wat is er anders aan de moppen van tegenwoordig in vergelijking met de moppen van een jaar of twintig geleden?
Slide 15 - Open question
De eerste zin van alinea 5 bevat een opsomming. Waarvan is het een opsomming?
Slide 16 - Open question
Waarom passen Erik van Os, Elle van Lieshout en Jacqueline Ancona de moppen in hun boekjes en krant aan? Noteer zo veel mogelijk redenen. Baseer je antwoorden op alinea 5 tot en met 7.
Slide 17 - Open question
Wat is de hoofdgedachte van tekst 2?
A
Al jaren worden er moppen verteld over de zogenaamde domheid van Duitse migranten, dienstmeisjes, boeren, Belgen en vrouwen met blond haar.
B
Er worden nog steeds moppen verteld, maar de hoofdrolspelers zijn anders dan vroeger.
C
In tegenstelling tot vroeger worden moppen nu vooral verteld door kinderen in plaats van door volwassenen.
D
Moppen met gekken. Belgen, en domme blondjes zijn vooral aangepast om bepaalde groepen niet te stigmatiseren.
Slide 18 - Quiz
Waarom sluit de slotalinea van tekst 2 goed aan bij de inleiding?