This lesson contains 32 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
VH2/HK2 - Nederlands
Week 47 - les 1
Lezen
Mevrouw Giesen
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Agenda
Leerdoelen
Feit, mening en argument
Oefenen in de klas
Zelfstandig werken
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Ik weet wat een feit is.
Ik weet wat een mening is.
Ik weet wat een argument is.
Ik kan mijn mening onderbouwen met argumenten.
Ik kan onderscheid maken tussen feiten en meningen.
Slide 3 - Slide
Wat is een feit?
Slide 4 - Mind map
Feiten
Feiten zijn controleerbaar.
Feiten kunnen waar en niet waar zijn.
Het Nederlands Openluchtmuseum is een museum in Arnhem.
In Amsterdam wonen 110 verschillende nationaliteiten.
De eerste zin is een voorbeeld van een waar feit; de tweede zin is een voorbeeld van een onwaar feit, want in Amsterdam wonen wel meer dan 180 verschillende nationaliteiten.
Slide 5 - Slide
Mening of standpunt
Een mening of standpunt is wat iemand van iets vindt. Met een mening kun je het eens of oneens zijn. Een mening herken je vaak (maar niet altijd) aan signaalwoorden als ik vind, volgens mij, lijkt mij, daarom, dan ook en dus en aan formuleringen als er moet, er zou moeten en we zouden moeten.
Slide 6 - Slide
Argumenten
Als iemand zegt waaróm hij een bepaalde mening heeft, gebruikt hij een of meer argumenten. Een argument herken je vaak (maar ook niet altijd) aan signaalwoorden als want, omdat, immers en namelijk.
Slide 7 - Slide
Argumenten
Er moeten verkeersdrempels in deze straat komen (mening), want er wordt hier veel te snel gereden (argument).
Mick zou op basketbal moeten gaan (mening); daar is hij met zijn lengte van ruim twee meter namelijk erg geschikt voor
(argument 1). Bovendien is hij erg handig met een bal (argument 2).
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
play.blooket.com
Slide 10 - Link
Zelfstandig aan de slag
Log in op Nieuw Nederlands
Start aan de weektaak: Meer dan lezen - herhaling leerjaar 1
leren: theorie
Slide 11 - Slide
Leerdoelen
Ik weet wat een feit is.
Ik weet wat een mening is.
Ik weet wat een argument is.
Ik kan mijn mening onderbouwen met argumenten.
Ik kan onderscheid maken tussen feiten en meningen.
Slide 12 - Slide
Afsluiting
Feit of mening:
1. De aarde warmt elk jaar 1,5 graden op.
2. Het is mooi weer vandaag.
Slide 13 - Slide
VH2/HK2 - Nederlands
Bedankt voor jullie aandacht vandaag!
Slide 14 - Slide
VH2/HK2 - Nederlands
Week 47- les 2
Lezen
Mevrouw Giesen
timer
10:00
Slide 15 - Slide
Agenda vandaag
Leerdoelen
Proefwerk maandag
Herhalen
Zelfstandig werken
De laatste vragen
Afsluiting
Slide 16 - Slide
Leerdoelen
Ik weet wat de proefwerkstof is voor het proefwerk.
Ik weet hoe ik me kan voorbereiden op het proefwerk.
Slide 17 - Slide
Proefwerk maandag
Paragraaf 1 - herhaling leerjaar 1
Paragraaf 2 - tekstverbanden en signaalwoorden
Paragraaf 3 - tekstverbanden en signaalwoorden
Paragraaf 4 - feit, mening en argument
Slide 18 - Slide
Zelfstandig aan de slag
Start Nieuw Nederlands online op
Ga verder met met de opdrachten voor de weektaak van deze week (zie Peppels en Nieuw Nederlands)
Klaar? Meld je dan bij de docent
Slide 19 - Slide
Leerdoelen
Ik weet wat de proefwerkstof is voor het proefwerk.
Ik weet hoe ik me kan voorbereiden op het proefwerk.
Slide 20 - Slide
De laatste vragen
Feit of mening:
Het is vandaag vies weer.
Het regent buiten.
Slide 21 - Slide
VH2/HK2 - Nederlands
Bedankt voor jullie aandacht vandaag!
Slide 22 - Slide
VH2/HK2 - Nederlands
Week 47 les 3
Lezen
Mevrouw Giesen
timer
10:00
Slide 23 - Slide
Agenda
Leerdoelen
Signaalwoorden en tekstverbanden
Oefenen en in de les - Blooket
Zelfstandig werken
Afsluiting
Slide 24 - Slide
Leerdoelen
Ik kan verbanden in een tekst herkennen.
Ik kan aangeven welk signaalwoord het verband in de tekst inleidt.
Ik weet welke signaalwoorden bij welke verbanden horen.
Slide 25 - Slide
Tekstverbanden en signaalwoorden
Slide 26 - Slide
Signaalwoorden en tekstverbanden
Wat is er nog lastig/moeilijk?
Slide 27 - Slide
play.blooket.com
Slide 28 - Link
Zelfstandig werken
Werken aan de weektaak in Nieuw Nederlands.
Zie Nieuw Nederlands (planning) en Peppels voor de exacte opgaven.
Klaar? Meld je bij de docent!
Slide 29 - Slide
Leerdoelen
Ik kan verbanden in een tekst herkennen.
Ik kan aangeven welk signaalwoord het verband in de tekst inleidt.
Ik weet welke signaalwoorden bij welke verbanden horen.
Slide 30 - Slide
De laatste vragen
Ik kan tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.
Lesson duration is: 50 min
