M2 P3 Grammatica week 14-2 les 15 H33 werkwoorden herkennen

Welkom klas

Ga op je vaste plek zitten. 
Pak je leesboek. 
Laat de iPad in de tas. 
Geen tas op tafel.
Geen jas of kauwgom in het lokaal. 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom klas

Ga op je vaste plek zitten. 
Pak je leesboek. 
Laat de iPad in de tas. 
Geen tas op tafel.
Geen jas of kauwgom in het lokaal. 

Slide 1 - Slide

Vandaag
Lezen
Uitleg H33 werkwoorden herkennen
Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Te behandelen grammatica Kern P3
H5 Taalkundig ontleden (ZN LW BVN VZ VNW (pers, bez, aanw) WW): afgerond
H6 Bijwoord en telwoord TO: afgerond
H19 Redekundig ontleden PV OW WG LV MV BWB: afgerond
H33 Werkwoorden herkennen
H34 Naamwoordelijk gezegde RO
H47 Voorzetselvoorwerp RO: mee bezig
H61 Samengestelde zinnen
H62 Voegwoorden
H75 Bijvoeglijke bepaling RO


Slide 3 - Slide

Toetsen P3
Grammatica: 
taalkundig ontleden 10 of 12 april 
redekundig ontleden 17 of 19 april

Leesvaardigheid: 
15 of 17 mei


Slide 4 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Lesdoelen
Na deze les:

weet je welke vormen van werkwoorden er zijn in een zin.

Slide 6 - Slide

Herhaling vorige les

Bijvoeglijke bepaling.....
......vertel

Slide 7 - Slide

Uitleg werkwoorden 
Een werkwoord geeft aan wat iemand doet. 
Je hebt zelfstandige werkwoorden, hulpwerkwoorden en koppelwerkwoorden

Slide 8 - Slide

Zelfstandig werkwoord
Kan niet worden weggelaten en kan 'zelfstandig' in een zin staan. 
Oscar gooit de bal. 
Als er meer werkwoorden in de zin staan, is er maar 1 het zelfstandig werkwoord. 
Oscar zou een bal willen gooien

Slide 9 - Slide

Hulpwerkwoord
Staan altijd samen met een of meer andere werkwoorden in een zin en helpen de zin in een bepaalde tijd te zetten. 

Hebben en zijn geven aan dat iets al is gebeurd:
Floris heeft een scooter gekocht. Ik ben met de trein gekomen.

Zullen en gaan geven aan dat iets in de toekomst gebeurt:
Sanne zal een marathon lopen. Pim gaat Sanne aanmoedigen.

Slide 10 - Slide

Hulpwerkwoord

Worden en zijn kunnen aangeven dat iets door iemand is gedaan
Mia is door Tom gebeld.
Het apparaat wordt elke dag schoongemaakt. 

Voorbeelden hulpwerkwoorden:
hebben, zijn, worden, zullen, kunnen, mogen, moeten, willen, gaan, laten

Slide 11 - Slide

Hulpwerkwoord
Let op!
De werkwoorden hebben, zijn, worden en gaan zijn niet altijd een hulpwerkwoord. Ze kunnen ook zelfstandig gebruikt worden. Dan staan ze wel alleen in een zin.

Hij heeft een nieuwe tas. 
Ik ga naar de klas. 

Slide 12 - Slide

Koppelwerkwoorden
ZWaBBeLS
zijn - worden - blijven 
 blijken - lijken - schijnen
heten - dunken - voorkomen

Slide 13 - Slide

Koppelwerkwoorden
Eigenschappen koppelen we aan mensen/dieren/dingen met een koppelwerkwoord.

Het koppelwerkwoord ZIJN is het bekendste. 
Namelijk: wij zijn iets of Bram is iets.

Koppelwerkwoorden:
zijn worden blijven blijken lijken schijnen (heten dunken voorkomen)

Slide 14 - Slide





Zegt wat iemand of iets doet.
Die jongen heeft gesport.

• OW die jongen
• ZWW gesport
• HWW heeft




Zegt wat iemand is (of wordt, blijft, lijkt).

Die jongen is sportief.

• OW die jongen
• Met een koppelwerkwoord wordt aan jou vertelt wat het onderwerp IS.
• Die jongen is sportief.
• KWW is





      Hulpwerkwoord             Koppelwerkwoord

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Filmpje koppelwerkwoorden
Klik hier

Slide 17 - Slide

De vier stappen
  1. Zoek het belangrijkste ww in de zin.
  2. Kan dit een kww zijn?
  3. Kun je het vervangen door een ander kww?
  4. Koppelt het werkwoord een eigenschap/kenmerk aan het onderwerp?

Slide 18 - Slide

Huiswerk nakijken


H75 opdr. 5 t/m 10

Slide 19 - Slide

Aan de slag


Huiswerk voor de volgende keer: 
H33 opdr. 1, 3, 4, 5, en 9 maken

Hoe: je mag met je buur overleggen, maar doe dit zachtjes. 

Ben je klaar, dan mag je oefenbladen bij mij ophalen.

Slide 20 - Slide

Volgende les

Toets voorbespreken

De les daarna het laatste hoofdstuk voor de toets redekundig ontleden: H34 naamwoordelijk gezegde

Slide 21 - Slide

Zijn voor jou de lesdoelen behaald

Ik kan in een zin de volgende werkwoorden herkennen:
zelfstandige 
hulp
koppel

Slide 22 - Slide


Fijne dag en tot de volgende les.
tot de volgende keer!

Slide 23 - Slide