spelling 16 mei

Groep 7

Doel: leren schrijven van lastige werkwoorden.

1 / 30

Slide 1: Slide

SpellingBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Groep 7

Doel: leren schrijven van lastige werkwoorden.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Maak een zin in de voltooide tijd

- ontmoeten

- onderschatten

- aanvaarden

- herhalen

- ervaren

- overnachten

Slide 3 - Slide

Dictee

Slide 4 - Slide

de galerieën

de expositie

de kunststromingen

Slide 5 - Slide

Hij heeft haar eraan herinnerd.

Jouw foto's zien er realistisch uit.

Hij zei: 'Dat stelt abstracte kunst voor.'

Slide 6 - Slide

Wat is een voegwoord?

Het

Omdat

Slide 7 - Quiz

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Jouw

Foto's

Slide 8 - Quiz

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?

Jouw

Slide 9 - Quiz

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?

Hij

Slide 10 - Quiz

Groep 8

Doel: Herhalen van woordsoorten, zinsdelen en leestekens.

Slide 11 - Slide

Leestekens oefenen

luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin deze kleine fles deze grote fles en deze derde fles zegt luuk hij vervolgt de stank is onverdraaglijk en ik heb maar twee kurken om mijn flessen mee af te sluiten hoe kan ik de stank verhelpen door alleen de twee kurken te gebruiken en niks anders vraagt hij weet jij het

Slide 12 - Slide

Luuk heeft op school tijdens de les een leuk raadsel voor ons bedacht. 'Ik heb de volgende glazen flessen met een stinkend goedje erin: deze kleine fles, deze grote fles en deze derde fles', zegt Luuk. Hij vervolgt: 'De stank is onverdraaglijk en ik heb maar twee kurken om mijn flessen mee af te sluiten.' 'Hoe kan ik de stank verhelpen door alleen de twee kurken te gebruiken en niks anders?' vraagt hij. Weet jij het?

Slide 13 - Slide

Welk woordsoort?

Slide 14 - Slide

Welk woordsoort?

Slide 15 - Slide

Wat zijn de persoonlijke voornaamwoorden?

Slide 16 - Slide

Welk woordsoort?

Slide 17 - Slide

Welk woordsoort?

Slide 18 - Slide

Welk woordsoort?

Slide 19 - Slide

Welke zelfstandige naamwoorden staan in het meervoud?

Slide 20 - Slide

Welk zinsdeel is heeft?

Slide 21 - Slide

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 22 - Slide

Wat is het onderwerp?

Slide 23 - Slide

Welk zinsdeel is een leuk raadsel?

Slide 24 - Slide

Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 25 - Slide

Wat is de bepaling van plaats?

Slide 26 - Slide

Wat is de bepaling van tijd?

Slide 27 - Slide

Dictee

Slide 28 - Slide

wij kanoën

de camping

de croissants

Slide 29 - Slide

Het vlees verbrandde.

Jasmijn de Vries zette de ketchup, mayonaise en curry neer.

Ik ga tweeëntwintig gasten rondleiden.

Slide 30 - Slide

spelling 16 mei

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

More lessons like this

week 1 les 3

Presenteren van een fles wijn

Grammatica bijvoeglijke naamwoorden en werkwoorden

bherh - k 3.6/3.7

TRAINING 8 INHOUD

6.2 Blik, petfles of pakje?

Raadsels

inhoud; les 1 eerlijk inhoud meten en vergelijken; route A