1.8 1BK Spelling les 2

  • Etui en werkboek op tafel 
  • Ga rustig zitten en luister naar het voorlezen
timer
10:00
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

  • Etui en werkboek op tafel 
  • Ga rustig zitten en luister naar het voorlezen
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Toetsen Nederlands periode 1
  •         Leesvaardigheid en woordenschat
  •         Orientatie op fictie
  •         Taalvaardigheid (grammatica en spelling)

Slide 2 - Slide

Wat moet je weten voor de toets Taalvaardigheid?
  • dinsdag 3 december

  • Grammatica
    - je weet in een zin de persoonsvorm (pv), onderwerp (O) en werkwoordelijk 
      gezegde (wg)  te vinden.
  • Spelling
    - Je weet hoe je werkwoorden in de tegenwoordige tijd (tt) correct schrijft.
    - Je weet hoofdletters en leestekens (? ! . , ) correct te gebruiken in zinnen.

Slide 3 - Slide

1.8 Spelling - leerdoelen
In deze paragraaf leer je
  • hoe je de stam en de ik-vorm van een werkwoord spelt;
  • hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt;
  • hoe je het begin en eind van zinnen maakt;

Slide 4 - Slide

1.8 Spelling - herhalen
  • Wat is de stam van een werkwoord?

  • Het hele werkwoord -en
     spelen => stam: spel           denken=> stam : denk

Slide 5 - Slide

1.8 Spelling - herhalen
  • Is de stam hetzelfde als de ik-vom van een werkwoord?

  • Niet altijd.
  • - soms moet er een letter weg of bij  rennen=> stam: renn  => ik-vorm: ik ren
                                                                           lopen   => stam: lop     => ik-vorm: ik loop

  • - soms moet een letter veranderen   wijzen      => stam: wijz      => ik-vorm: ik wijs
                                                                          schrijven  => stam: schrijv => ik-vorm: ik schrijf

Slide 6 - Slide

Vandaag
  • Bespreken huiswerk opdracht 1, 2 en 3 blz. 54
  • Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd schrijven

Slide 7 - Slide

1.8 Spelling
Leerdoel vandaag

  • hoe je de stam en de ik-vorm van een werkwoord spelt;
  • hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt;.

Slide 8 - Slide

1.8 Spelling pv in de tegenwoordige tijd (blz. 55)
Zo schrijf je de persoonsvorm (pv) in de tegenwoordige tijd:

ik-vorm
hij-vorm
wij-vorm
de ik-vorm
ik-vorm +t
hele werkwoord
hele werkwoord
ik
jij hij zij het
wij jullie zij
brengen
ik breng
brengt
brengen
helpen
ik help
helpt
helpen
roepen
ik roep
roept
roepen
zoeken
ik zoek
zoekt
zoeken

Slide 9 - Slide

1.8 Spelling - aan de slag
Ga naar je werkboek op blz. 55 en 56
Maak opgave 4, 5, 6 en 7
Werk netjes!
timer
10:00

Slide 10 - Slide

1.8 Spelling
Vandaag geleerd/herhaald

  • hoe je de stam en de ik-vorm van een werkwoord schrijft
  • hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd schrijft

Slide 11 - Slide