Dag 5

• NT2
• Basisschool
• Groep 1

Woordenschat

Vandaag leer je (nieuwe) woorden bij het thema Overtuigen.

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

plaatsvinden (ww)

• dingen gebeuren (niet mensen)
• synoniem : gebeuren
• scheidbaar werkwoord: het vindt plaats, het vond plaats, het heeft plaatsgevonden
• Zin: Het feest vindt zaterdag plaats.
• Zin: Het ongeluk heeft afgelopen maandag plaatsgevonden.

ontvangen (ww)

• iets krijgen van iemand anders;
• bezoek ontvangen: mensen die bij jou thuis komen;
• werkwoord: ik ontvang - ik ontving - ik heb ontvangen
• Zin: Op mijn verjaardag ontvang ik een mooi cadeau van mijn vriendin.
• Zin: Ik heb de eerste prijs uit handen van de directeur ontvangen.

de opname

• iets wat te horen of te zien is op bewegend beeld,
  een foto, of geluid
  
• ziekenhuisopname -> in het ziekenhuis moeten liggen
• opnemen
  
• zin: In deze opname kun je opa en oma zien.
  

de partij

• 1. een groep mensen met dezelfde politieke ideeën 
• zin: Aanstaande woensdag zijn er verkiezingen in Nederland. Veel partijen laten hun ideeën horen.
• 2. een eenmalige hoeveelheid van iets.
• zin: De winkel kon een goedkope partij aardappels inkopen. 

plannen (ww)

Je weet:

• wat je gaat doen
• hoe je het gaat doen
• wanneer je het gaat doen
• werkwoord: hij plant, hij plande, hij heeft gepland
• Zin: Volgende week heb ik een toets. Ik moet plannen, om ervoor te zorgen dat ik een goed cijfer haal.
• Zin:  Wij plannen een aantal interessante activiteiten.

regelmatig

• iets wat steeds gebeurt met ongeveer dezelfde tijd ertussen
• tijd tussen uren/minuten/dagen
• tijd tussen periodes: weken/maanden /jaren/eeuwen 
• voorbeeld: Elke eeuw gebeurt er een grote natuurramp.
• voorbeeld: Ik zie mijn vrienden regelmatig, want ze komen elke week eten.

Zoveel vrienden mag je thuis op een feestje ontvangen:

2 personen

3 personen

1 persoon

4 personen

5 personen

Waar wordt het woord "plannen" juist gebruikt?

1. Wij planen een feest.
2. Hij plant een feest in de tuin.
3. Ik plant een boom.
4. Vind jij het goed dat hij plant?

Wat betekent "opname"?

1. Als je voor een behandeling naar het ziekenhuis moet en een bed krijgt.
2. Als je met je camera iets filmt.
3. Als je iets geleerd hebt deze dag.
4. Als je in de kantine mag zitten.

Waar klopt je het woord "regelmatig"?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat betekent:
Het feest gaat zaterdag plaatsvinden.

1. De dag waarop het feest is, is zaterdag.
2. Het feest is vorige week zaterdag geweest.
3. Het feest was afgelopen zaterdag.
4. Zaterdag is er een feest.

Opdracht: welk woord hoort in de zin?

Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

In verkiezingstijd delen politieke ...............
flyers uit om stemmen te winnen.

Mijn moeder kan heel goed .............. maar ik helemaal niet. Ik heb vaak 2 afspraken tegelijkertijd.

Ik ga volgend jaar trouwen. Mijn bruiloft moet in augustus .................

Als ik jarig ben, .................ik graag veel cadeaus en bezoek!

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met één van de woorden:

wennen aan

leiden naar/ertoe

de partij

uiteindelijk 

eindelijk