What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Di 11-10-22 K1 L5
1 / 12
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
12 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
40 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
BR2G
Dienstag, 11. Oktober 2022
Slide 2 - Slide
die Planung
Weektaakcontrole
Volgende week: toets PW
Neu: Grammatik H
Aufgaben (opdrachten)
Slide 3 - Slide
PW (3x)
Seite 48 t/m 51 Lernbox
Kapitel 1 Lektion 1 t/m 6
Let op:
Seite 51 Redemittel schreiben du–nl (i.p.v. nl-du)
Grammatik
Grammatik A: zwakke werkwoorden Seite 11/12
en werkwoordenlijst (bestand peppels/teams)
Grammatik B: het persoonlijk vnw. Seite 18
Grammatik C: haben en sein Seite 20
Grammatik E: het vraagwoord Seite 20
donderdag 20-10
Slide 4 - Slide
Persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij/zij/het
wij
jullie
zij/u
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/
S
ie
ev: enkelvoud
ik, jij, hij/zij/het
mv: meervoud
wij, jullie, zij/u
A: Persoonlijk voornaamwoord
Slide 5 - Slide
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/
S
ie
ik
jij
hij/zij/het
wij
jullie
zij/u
wohn
e
wohn
st
wohn
t
wohn
en
wohn
t
wohn
en
reis
e
reis
t
reis
t
reis
en
reis
t
reis
en
heiß
e
heiß
t
heiß
t
heiß
en
heiß
t
heiß
en
wohnen reisen heißen
1. stam? werkwoord -en
2. plaats uitgang die hoort bij het pers vnw
BV.: wohnen - wohn - du wohn
st
ezelsbruggetje:
(fe)esttenten
B: zwakke ww
Slide 6 - Slide
Hulpwerkwoord haben + sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/
S
ie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
bin
bist
ist
sind
seid
sind
haben
sein
Voltooid deelwoord:
gehabt gewesen
!
In een zin:
vorm van haben + gehabt
bv. ich habe Thee gehabt
vorm van sein + gewesen
bv. ich bin in den Bosch gewesen
C: haben+sein
Slide 7 - Slide
E: vraagwoorden
NL
D
wie?
wer?
hoe?
wie?
wat?
was?
waarom
weshalb/warum?
waar?
wo?
NL
D
waarvandaan?
woher?
waarheen?
wohin?
wanneer?
wann?
welk-?
welch=?
hoeveel?
wie viel-?
Slide 8 - Slide
Grammatik H
rangtelwoorden
Slide 9 - Slide
Rangtelwoorden
t/m 19= getal + -te
vanaf 20= getal + -ste
Slide 10 - Slide
Aufgaben machen
opdrachten maken
Wa
s (wat
)?
Kapitel 1 Lektion 5: Aufgabe 1, 2, 3, 4, 5, 10
Wie (hoe)?
Online of boek
Hilfe (hulp)?
Buren, docent
Zeit (tijd)?
9:50
Fertig (klaar)?
leren voor pw
An die Arbeit!
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
More lessons like this
Ma 10-10-22 K1 L5
October 2022
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Di 18-10-22 K1 L6
October 2022
- Lesson with
11 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Ma 17-10-22 K1 L6
October 2022
- Lesson with
11 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Do 29-08-24 K1 L1 haben/sein+zwakke ww
August 2024
- Lesson with
11 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Ma 19-09-22 K1 L2
September 2022
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Ma 31-10-22 spreken
October 2022
- Lesson with
11 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Do 24-11-22 oefentoets
November 2022
- Lesson with
41 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
VR 17-09-2021 Lektion 1
September 2021
- Lesson with
13 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3