1..1 Teksten verkennen lezen/luisteren

Wanneer schreef jij voor het laatst een paar regels tekst?
1 / 43
next
Slide 1: Open question
NederlandsMBOStudiejaar 2,3

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wanneer schreef jij voor het laatst een paar regels tekst?

Slide 1 - Open question

Voor wie schreef je die tekst?

Slide 2 - Open question

Waarom schreef je die tekst?

Slide 3 - Open question

Een goede schrijver denkt na over zijn publiek/de lezer, zijn doel met de tekst (wat wil je bereiken: informeren, overtuigen etc.), de tekstsoort (appje, brief, boek ;) etc.), en de tekstopbouw. Ben jij een goede schrijver, denk je?
A
100%
B
70%
C
50%
D
30%

Slide 4 - Quiz

Examen Lezen Luisteren
De bedoeling is dat je herkent
- voor wie een tekst gemaakt is
- wat het doel van de schrijver is
- welke tekstsoort hij gebruikt en
- hoe hij de tekst heeft opgebouwd.

Slide 5 - Slide

Lezen Luisteren = LOGISCH! 

Je moet feitenkennis hebben om een tekst te begrijpen, en begrijpen om te kunnen scoren!

Slide 6 - Slide

Lesdoelen: aan het eind van de les ……
  • Kun je de volgende begrippen herkennen (aanwijzen): het achtergrondverhaal, het interview, de recensie, de review, de pop-up, het deelonderwerp, kritisch lezen
  • Kun je de volgende begrippen actief gebruiken (herinneren, opnoemen, opschrijven): het tekstdoel, amuseren, overtuigen, informeren, het feit, instrueren, de instructie, activeren/overhalen, de tekstsoort, de bijsluiter, de folder, het nieuwsartikel, het publiek, het tussenkopje, de alinea, de kernzin, de bron

Slide 7 - Slide

Waarom leer je dit? 
Met woordkennis vergroot je je begrip van de wereld, en dus ook van het vak Nederlands. Hoe kan een voetballer zijn medespelers begrijpen als hij 'ongeveer' of niet weet wat 'de zestien' is, stiften of een corner? Hoe gaat hij zijn coach uitleggen wat hij nodig heeft in het veld om te scoren? Dat wordt lastig, en zo is er letterlijk geen bal aan. 
Hoe denk jij een schrijver of spreker te begrijpen als je niet precies weet wat een amuserende tekst is, een kernzin of signaalwoord? Waarmee ik wil zeggen: investeer in je woordkennis, en je wordt echt een topper in Lezen Luisteren! 

Slide 8 - Slide

Ga jij de uitdaging aan om zoveel mogelijk woorden te leren deze les?
A
100%
B
Ik ga het proberen
C
Ik weet het niet; ik vind het moeilijk
D
Echt niet! Ik vind de les nu al vreselijk ...

Slide 9 - Quiz

Wat ga je doen?
De volgende slides bevatten meerkeuzevragen, open vragen en uitleg. 

Door woorden in te typen, krijgen ze echt een plek in je hoofd. Misschien herinner je je dit van de basisschool ;) .

We sluiten af met een eindtestje ;) . 

Slide 10 - Slide

Veel succes, en het komt goed!

Slide 11 - Slide

Welke tekstdoelen ken jij nog?
Typ ze in. Gebruik een komma als je meerdere tekstdoelen opschrijft

Slide 12 - Open question

Oefenen met tekstdoelen

Slide 13 - Slide

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 14 - Quiz

Wat voor soort tekst is de tekst over zonnepanelen?
A
een achtergrondverhaal
B
een interview
C
een ingezonden brief
D
een review

Slide 15 - Quiz

- Een achtergrondverhaal gaat over het verleden van iets of iemand. Wat is je achtergrond? (Wat is je verleden?)

 
- In een interview geeft iemand antwoorden op vragen over (zijn leven) vroeger, nu en de toekomst

- Via een ingezonden brief reageer je en geef je je mening aan een krant of (sociaal) medium kanaal (linksboven in de tekst over zonnepanelen staat ook 'INGEZONDEN')

 
- Met een review geef je je waardering voor een product dat je hebt gekocht of dienst die je hebt gebruikt. Je kunt een review schrijven als je terugkomt van vakantie bijvoorbeeld. Een review zal  negatief zijn als de reis slecht verlopen is. 

Slide 16 - Slide

Wat denk je dat dit is? (plaatje links)
A
een recensie
B
een interview
C
een pop-up
D
een deelonderwerp

Slide 17 - Quiz

Een langere tekst heeft deelonderwerpen. In een tekst over 'Het mbo' kan het bijvoorbeeld gaan over 'Opleidingen' 'Niveaus' 'Kosten mbo' . Ieder deelonderwerp heeft een aparte a..... (noteer hieronder)

Slide 18 - Open question

Oefenen met tekstdoelen

Slide 19 - Slide

Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
overhalen

Slide 20 - Quiz

Bekijk deze
afbeelding
goed....

Slide 21 - Slide

Voor welke doelgroep is de
advertentie geschreven?
A
Kinderen
B
Ouders
C
Docenten
D
Medewerkers

Slide 22 - Quiz

Samengevat

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Wat is het (tekst)doel van Patrick Laureij?

Slide 25 - Open question

Bekijk de volgende woorden nog eens goed ...
het tekstdoel, amuseren, overtuigen, informeren, het feit, instrueren, de instructie, activeren/overhalen, de tekstsoort, de bijsluiter, de folder, het nieuwsartikel, het publiek, het tussenkopje, de alinea, de kernzin, de bron
de volgende woorden heb je nog te leren ....
het feit
de bijsluiter
de folder
het nieuwsartikel
het tussenkopje
de kernzin
de bron 

Slide 26 - Slide

Een ander woord voor 'het feit' is ... (twee antwoorden mogelijk)
A
de onzin
B
de informatie
C
de mening
D
het gegeven

Slide 27 - Quiz

Het feit, de informatie, het gegeven ... het betekent allemaal hetzelfde. Het is waar en controleerbaar. Als ik zeg 'In Marokko is het nu 30 graden', dan is dat (een) ... (vul in)

Slide 28 - Open question

www.weersverwachting.nl is dan ... vul in en kies uit:
de bijsluiter
de folder
het nieuwsartikel
het tussenkopje
de kernzin
de bron

Slide 29 - Open question


Hiernaast zie je een instructie/instructieve tekst: een tekst met een uitleg in stappen (1 tm 4). Het doel is gebruikers van het medicijn uit te leggen hoe ze het medicijn moeten innemen. Het belangrijkste doel is instrueren. Er staan ook feiten in
 (de zakjes zijn aan één kant gevouwen, bijvoorbeeld), dus een ander tekstdoel is 'informeren'.


Houd/controleer/Scheur/
Controleer zijn gebiedende wijs: dit MOET je doen. 


Een stappenplan en de gebiedende wijs zijn kenmerken van een instructie


Slide 30 - Slide

Teksten hebben eigenlijk altijd meerdere doelen, maar één doel is altijd het belangrijkste.

Typ hieronder nogmaals vier tekstdoelen in.

Slide 31 - Open question

Bij medicijnen zit ook altijd een lijst met bijwerkingen (= reacties op het medicijn) en informatie over hoe vaak en wanneer je het medicijn het beste neemt. Dit noem je de bij....... (type in)

Slide 32 - Open question

We hebben nog vier woorden te gaan ...
de folder
het nieuwsartikel
het tussenkopje
de kernzin
Folder en nieuwsartikelen bevatten allebei informatie (feiten, gegevens). Het voornaamste doel is dus informeren. Een verschil is dat het nieuwsartikel over nieuws gaat ... 

Het zijn vaak langere teksten met meerdere deelonderwerpen. Voor ieder deelonderwerp is een aparte alinea met daarboven een tussenkopje.

Slide 33 - Slide

De belangrijkste zin van een alinea, noem je de kernzin: de belangrijkste zin.

De kernzin vind je bovenaan (eerste (twee) zin(nen) of helemaal onderaan (de laatste (twee) zin(nen).

Welke bewering over de kernzin hieronder is onjuist, denk je?
A
Als de kernzin helemaal bovenaan staat, dan volgt daarna een toelichting (= uitleg).
B
Als de kernzin - de belangrijkste zin - helemaal onderaan staat, dan is het een conclusie of samenvatting.
C
Als je alle kernzinnen onder elkaar zet, dan heb je een samenvatting van de tekst.
D
Kernzinnen zijn gewoon een trucje om de lezer of luisteraar over te halen.

Slide 34 - Quiz

De 'folder' (reclamefolder)
Deze reclame'folder' is eigenlijk geen folder te noemen. Er is nauwelijks tekst, en het doel is eerder 'overhalen' (of activeren) dan informeren. Met 'de 2e gratis' wil Albert Heijn mensen naar de winkel lokken. En wel vandaag!!

Slide 35 - Slide

Wat is dus het voornaamste doel van een reclamefolder? Typ hieronder je antwoord

Slide 36 - Open question

Deze folder over studeren op het hbo is pas een echte folder. Een synoniem (= ander woord) voor de folder is 'de brochure'.

 'Oriënteer je goed' en  'Check de toelatingseisen' zijn tussenkopjes. 

Slide 37 - Slide


Kijk of er selectie-eisen zijn 
Een opleiding als geneeskunde heeft vaak maar een beperkt aantal plaatsen (numerus fixus). Bij te veel aanmeldingen, vindt loting plaats of een andere vorm van selectie. Andere opleidingen selecteren vanwege beroepseisen of omdat je er bepaalde vaardigheden voor nodig hebt, zoals de kunstopleidingen. 
'Kijk of er selectie-eisen zijn'  noem je een ...  noteer hieronder'

Slide 38 - Open question

'Kijk of er selectie-eisen zijn' is een tussenkopje. Wat is het deelonderwerp van de alinea?

A
Kijk!
B
Er zijn selectie-eisen
C
selectie-eisen
D
Kijk of er selectie-eisen zijn

Slide 39 - Quiz

Welke (4-6) tekstdoelen
ken je nu?

Slide 40 - Mind map

Welke andere tekst-
soorten ken je nu,
naast e-mail
of brief?

Slide 41 - Mind map

Aan welke (3) woorden
denk je bij 'de alinea'?

Slide 42 - Mind map

Slide 43 - Slide