1.4 schimmelrijk en bacterierijk

Bacteriën & schimmels


1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bacteriën & schimmels


Slide 1 - Slide

lesopzet
theorie schimmel
theorie bacterie
film
opdrachten maken

Slide 2 - Slide

lesdoel
de kenmerken van schimmels en bacterien leren kennen
de verschillen en overeenkomsten van beiden kunnen noemen

Slide 3 - Slide

Schimmel
______________vacuole

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

kenmerken schimmels
sporen
eencellig (gist) of meercellig (paddestoelen)
reducenten = opruimers
zijn nuttig of schadelijk

Slide 6 - Slide

Bacterie
géén kern

Slide 7 - Slide

ongeslachtelijke voortplanting
bacterie

Slide 8 - Slide

Bacterie met zweepharen

Slide 9 - Slide

raadsel
je hebt 1 bacterie in een bakje yoghurt.
Deze bacterie deelt zich elke 20 minuten.
Hoeveel bacteriën heb je dan na 3 uur?

timer
4:00

Slide 10 - Slide

Indeling cellen
Er zijn vier duidelijk verschillende soorten cellen.
Schimmelcel
 Dierlijke cel
Plantencel
Bacterie cel
Hoe herken je ze?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

opdrachten maken

Slide 13 - Slide

Bacteriën & schimmels


Slide 14 - Slide

lesopzet
verschillen en overeenkomsten bacterien en schimmels
theorie conserveren
proegopzet practicum

Slide 15 - Slide

lesdoel
kunnen uitleggen wat conserveren is
een onderzoek op kunnen zetten

Slide 16 - Slide

Indeling cellen
Er zijn vier duidelijk verschillende soorten cellen.
1. Bacterie cel
2. Dierlijke cel
3. Plantencel
4. Schimmelcel
Hoe herken je ze?

Slide 17 - Slide

verschillen/ overeenkomsten
Bacterie: eencellig, geen kern
Schimmel: eencellig of meercellig, wel kern
Reducenten: ruimen op
Nuttig of schadelijk

Slide 18 - Slide

Conserveren
Wat weet je al?
Zijn de bacterien of schimmels verdwenen?
Welke methodes ken je?

Slide 19 - Slide

conserveren
drogen (worst)
vacuum (kaas)
invriezen (pizza)
pasteuriseren (houdbare melk)
conserveringsmiddelen toevoegen:
  • zuur (augurken)
  • zoet (jam)
  • zout (haring)
  • alcohol (boerenjongens)

Slide 20 - Slide

practicum
hoe zijn de schimmels op het brood gegroeid?
verwerk dit in je boek (blz 41)
opzet gehakt (blz 42 en 43)

Slide 21 - Slide