Hoofdstuk 7 - paragraaf 4

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

Startopdracht les

1. Zet je tas op de grond.

2. Telefoon uit en in je tas. 
3. Jas uit en over je stoel.

4. Pak je pincode boek + pen en rekenmachine

5. Lees 5 minuten de tekst in stilte van paragraaf 4 H7

'Wat staat je te wachten'.

Economie 

Economie 

Wat gaan we doen?

1. Voorkennis - paragraaf 7.3 herhalen
2. Uitleg paragraaf 7.4
   
3. Aan de slag met paragraaf 4 - werk in duo's 
4. blooket Opdracht
5. Afsluiting - spelen van 'beste blooket'.
   

LET OP! differentiatie 

Lesdoelen

1. Ik begrijp de begrippen van paragraaf 4 en kan deze toepassen in methode opdrachten.
2. Ik heb actief in de les meegedaan met oa de klassikale opdrachten.
3. Ik heb tijdens het zelfstandig werken rustig gewerkt; fluisterend pratend.

PTO periode 3

DIT IS DE LAATSTE LES!!

&

TOETSWEEK PW  - 

hoofdstuk 7  - wk25

Vorige les - Leerdoelen 3.3

Aan het einde van deze les weet je...

... welke leenmotieven je kunt hebben

... wat kredietkosten zijn (maandtermijn, aflossing en rente)

... Welke kredietvormen er zijn (bekijk het filmpje hiervoor)

Rekenen

... hoe je kredietkosten moet berekenen.

Huiswerk

Wat ga je doen	Controle antwoorden + vragen stellen
Hoe ga je dit maken?	Keuze 1 : Klassikaal vragen stellen en nakijken Keuze 2: Zelfstandig nakijken via teams antwoorden
Ben je klaar?	Bekijk alvast paragraaf 3.4
LET OP!	Stoplicht

Aanmelden / Inloggen 

        Lesson up                                                Teams

Hoofdstuk 7 
wie heef het voor het zeggen?

7.1 wat is de overheid?

7.2 wat is sociale zekerheid?

7.3 hoe komt de overheid aan geld?

7.4 wat geeft de overheid uit?

Vorige les - Leerdoelen 7.3

Aan het einde van deze les weet je...

Je kunt enkele belangrijke overheidsinkomsten noemen.

Je kunt het verschil uitleggen tussen directe en indirecte belastingen en bij elk twee voorbeelden geven.

Je kunt uitleggen bij welke belasting het draagkrachtbeginsel wordt toegepast.

Je kunt uitleggen hoe bij de belasting het profijtbeginsel wordt toegepast.

Is accijns een directe of indirecte belasting?

1. Directe belasting
2. Indirecte belasting

Directe of indirecte belastingen

Loonbelasting

1. Directe belasting
2. Indirecte belasting

Wat is het profijtbeginsel

1. Dat de belasting wordt afgestemd op de hoogte van je inkomen
2. Dat het inkomen voor een deel naar de armen gaat
3. Dat je betaald als je ergens gebruik van maakt
4. Dat je belasting moet betalen over een slecht (ongezond) product

Draagkrachtbeginsel

1. De mensen met lage inkomens betalen meer belasting.
2. Mensen met hoge inkomens betalen meer belasting
3. Mensen met een hoog belastbaar inkomen betalen ook in % meer belasting
4. Mensen met een laag belastbaar inkomen betalen in % meer belasting.

Hoofdstuk 7 
wie heef het voor het zeggen?

7.1 wat is de overheid?

7.2 wat is sociale zekerheid?

7.3 hoe komt de overheid aan geld?

7.4 wat geeft de overheid uit?

Leerdoelen 7.4

Aan het einde van deze les weet je...

1. Je kunt uitleggen wat de rijksbegroting en de miljoenennota met elkaar te maken hebben.
2. Je kunt uitleggen waar de overheid op let bij het plannen van de uitgaven.
3. Je kunt uitleggen hoe een begrotingstekort of begrotingsoverschot ontstaat.
4. Je kunt uitleggen hoe de staatsschuld is ontstaan.

 Herhaling Sociale zekerheid

Herhaling Inkomsten overheid

Waar geeft de overheid zijn geld aan uit?

Miljoenennota

Begrotingstekort of overschot

Als de overheid meer uitgaven dan inkomsten verwacht, heeft ze een begrotingstekort.

Tegenovergestelde is een 

begrotingsoverschot. 

Wat als je meer uitgeeft dan je binnen krijgt? 

En je moet lenen? Wat heb je dan?

pak je rekenmachine erbij

Vraag uit het boek.

Maak deze opdracht alleen 

OF 

DOE HET KLASSIKAAL MEE.

Vraag uit het boek.

D

 3,9 ÷ 100 × € 302,1 miljard =

 0,039 × € 302,1 miljard = € 11,8 miljard

Vraag uit het boek.

Maak deze opdracht alleen 

OF 

DOE HET KLASSIKAAL MEE.

Vraag uit het boek.

a (350 + 300 + 134 + 61 + 51)

× € 1 miljoen = € 896 miljoen

Vraag uit het boek.

a (350 + 300 + 134 + 61 + 51) × € 1 miljoen = € 896 miljoen

b Defensie: € 51.000.000 ÷ € 10.600.000.000 × 100% = 0,5%

Vraag uit het boek.

a (350 + 300 + 134 + 61 + 51) × € 1 miljoen = € 896 miljoen

b Defensie: € 51.000.000 ÷ € 10.600.000.000 × 100% = 0,5%

c Justitie en Veiligheid: € 61.000.000 ÷ € 11.800.000.000 × 100 = 0,5%

Aan de slag

d

Wat ga je doen	paragraaf 4 blz 202 t/m 205 opdr 2 t/m 8
Hoe ga je dit maken? Of kijk mee via het bord	Zelfstandig werk in stilte. Dus niet praten. Vragen? kom naar de uitleg tafel. 1 per keer Verlengde instructie voor sommige eerst.
Ben je klaar? (snelle werkers )	wacht rustig tot we verder gaan. Iedereen klaar dan nabespreken.
LET OP!	Stoplicht

antwoorden hoofdstuk 7

https://unicoz-my.sharepoint.com/:w:/g/personal/v_kester_unicoz_nl/EZF48EjfMVdHsU-ev9DUx9ABgvgi_15uY9U7ufAIDV5oAw?e=zi61sn

Pauze moment

pak je rekenmachine erbij

Vraag uit het boek.

Maak deze opdracht alleen 

OF 

DOE HET KLASSIKAAL MEE.

Vraag uit het boek.

Maak deze opdracht alleen 

OF 

DOE HET KLASSIKAAL MEE.

Vraag uit het boek.

a Begrotingsoverschot

b € 305,5 miljard – € 302,1 miljard = € 3,4 miljard

Aan de slag

d

Wat ga je doen	paragraaf werken AF? en gecontroleerd dan wat voor jezelf
Hoe ga je dit maken? extra uitleg nodig - bekijk het filmpje in magister. Of kijk mee via het bord	Zelfstandig werk in stilte. Dus niet praten. Vragen? kom naar de uitleg tafel. 1 per keer Verlengde instructie voor sommige eerst.
Ben je klaar? (snelle werkers )	controle vooraan. Dan wat voor jezelf doen.
LET OP!	Stoplicht

antwoorden hoofdstuk 7

https://unicoz-my.sharepoint.com/:w:/g/personal/v_kester_unicoz_nl/EZF48EjfMVdHsU-ev9DUx9ABgvgi_15uY9U7ufAIDV5oAw?e=zi61sn

Vraag uit het boek.

a 37,1%

b 37,1 ÷ 100 × € 56.500 = 0,371 × € 56.500 = € 20.961,50

c Janneke:

 37,1 : 100 x € 68.507 = 0,371  x  € 68.507 = € 25.416,10

49,5 : 100 x (€ 72.800 - € 68.507) = 0,495 x € 4.293 = € 2.125,04 

                                                                                  +  ______________________

Janneke betaalt aan inkomstenbelasting € 27.541,14

d € 27.541,14 ÷ € 72.800 × 100% = 37,8%

Blooket
Doorlopende opdracht:

Wat wilt dat zeggen?

Elke les als je eerder klaar bent werk je aan je Blooket.

Stap 1 - maak een account aan.

Stap 2- maak een set aan met de titel hoofdstuk 7.1

Stap 3 - Paragraaf vragen maken en zelfstandig uitproberen in de les.

De gene die het beste wordt beoordeeld.

Wordt in de volgende les klassikaal
gespeeld.

https://dashboard.blooket.com/set/65e5ccac037febaef967046b

Blooket

Spelen maar

De gene die het beste wordt beoordeeld.

Wordt in de volgende les klassikaal
gespeeld.

https://dashboard.blooket.com/set/65e5ccac037febaef967046b

Afsluiting

Stelsel van Sociale Zekerheid

Sociale Verzekeringen

Sociale Voorzieningen

Volksverzekeringen

Werknemers
verzekeringen

Betaald met sociale premies

Betaald met belasting

Lesdoelen

1. Ik begrijp de begrippen van paragraaf 4 en kan deze toepassen in methode opdrachten.
   
2. Ik heb actief in de les meegedaan met oa de klassikale opdrachten.
   
3. Ik heb tijdens het zelfstandig werken rustig gewerkt; fluisterend pratend.

Hoe vond je de les?

😒🙁😐🙂😃

De volgende les wil ik graag....

Meer uitleg

Meer zelfstandig werken

Meer afwisseling in de les

Meer iets actiefs doen

Meer .. (vul zelf in)

Huiswerk

LEREN VOOR DE TOETSWEEK

zie magister voor tips.

Ik zal daarin nog tips en filmpjes delen.

Eindopdracht les

1. Pak je spullen in.
2. Blijf zitten
3. Wacht rustig tot de bel.
4. Schuif je stoel aan als de bel gaat.