Week 2.7 - College H35.2 & 35.3

College 7 - H35.2 & 35.3
Verworven afweer
1 / 51
next
Slide 1: Slide
BiologieHBOStudiejaar 1

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

College 7 - H35.2 & 35.3
Verworven afweer

Slide 1 - Slide

Planning
  • Leerdoelen H35.2 & 35.3 
  • Terugblik vorige college
  • Verworven immuniteit
  • Puzzel immunologie
  • Evt. nabespreken vmbo-t?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen H35.2 & 35.3
De student kan...
1. Toelichten hoe de primaire en secundaire immuunrespons (met geheugencellen) in stand wordt gebracht.
2. De cellulaire stappen/fasen van adaptieve afweer bij vertebraten noemen, bij naam en functie(s) en aan elkaar koppelen, met inbegrip van (namen
van) specifieke eiwitten en typen bloedcellen.
3. Een duidelijk onderscheid maken tussen de humorale en cellulaire respons, met koppeling tussen elkaar (functie).

Slide 3 - Slide

Leerdoelen H35.2 & 35.3
De student kan...
4. Actieve en passieve immunisatie toelichten en koppelen aan immunisatie en huidige maatschappelijke thema's.
5. De verschillende bloedgroepen op cellulair niveau onderscheiden koppelen aan bloed(plasma)donatie.
6.  De (cellulaire) stappen van een allergische reactie benoemen.
7.  Verschillende auto-immuunziekten benoemen en toelichten wat het effect/oorzaak is op het immuunsysteem.

Slide 4 - Slide

Algemeen lesdoel
Bekend raken met de verworven immuniteit, bij een bacteriële besmetting (als ook viraal).

Slide 5 - Slide

Terugblik vorige week
Weet je nog..... de natuurlijke afweer.

Slide 6 - Slide

Wat is het verschil tussen de natuurlijke en verworven afweer?
A
Natuurlijk gaat als vanzelf, verworven doe je bewust
B
Natuurlijk gaat door je lichaam, verwoven door immunisatie
C
Natuurlijk is aspecifiek, verworven is specifiek
D
Natuurlijk doe je bewust, verworven gaat als vanzelf

Slide 7 - Quiz

Overzicht: Afweer bij vertebraten
Herhaling

Slide 8 - Slide

Stel.... je snijdt in je hand
Tijdens een spectaculair practicum van Henk en Amanda..

Herhaling

Slide 9 - Slide

Aangeboren afweer (aspecifiek)
Pathogenen komen binnen,
bijv. de Staphylococcus aureus

Ze beginnen razendsnel te delen....


Je natuurlijke afweer is de eerste linie van afweer (aspecifiek)
Herhaling

Slide 10 - Slide

Aangeboren afweer (aspecifiek)
De eerste linie van afweer bestaat uit:
- Macrofagen (weefsels, fagocyterend)
- Neutrofielen (in bloed, fagocyterend)
- Dendrietische cellen (huid & darmen, 
stimuleert adaptieve immuunsysteem in lymfeknopen!)
- Eosinofielen (onder slijmvliezen, herkennen parasitaire wormen) 
- Natural killer-cel: doodt tumor-/geïnfecteerde cellen met chemische stoffen.

Herhaling

Slide 11 - Slide

Aangeboren afweer (aspecifiek)
Deze immuuncellen bevatten 
Tollachtige receptoren (TLRs) 
die algemene structuren herkennen van 
pathogenen, zoals bijv. RNA van virussen.
Herhaling

Slide 12 - Slide

Aangeboren afweer (aspecifiek)
Indringers binnen... Macrofagen doen aan fagocytose (= proces)
Herhaling

Slide 13 - Slide

Aangeboren afweer (aspecifiek)
Na blootstelling en opslokken van een pathogeen, 'plakt' een macrofaag specifieke membraaneiwitten van de pathogeen op een speciaal MHC-II eiwit (nu is de macrofaag een APC (antigeenpresenterende cel)). 
Waarom nu een APC? 
Om de B-lymfocyten en de T-lymfocyten van het specifieke deel van het afweersysteem wakker schudden.
Herhaling

Slide 14 - Slide

Aangeboren afweer (aspecifiek)
Antimicrobiële eiwitten:
Interferon: kan virussen inactiveren
Complement: hele reeks eiwitten die elkaars werking versterken, zorgen voor 'lyse' (knappen) pathogenen, ook actief in adaptieve immuunsysteem.
Inflammatie-respons
Mestcellen maken histamine (bloedvatverwijding)
Macrofagen produceren signaalstoffen, cytokines (reguleren o.a. de balans tussen humorale en cellulaire immuunrespons (+ reguleren groei cellen!).

Herhaling

Slide 15 - Slide

Aangeboren afweer (aspecifiek)
... te veel indringers...?
Er ontstaat een (lichte) ontstekingsreactie (inflammatory response). 
Mestcellen worden aangetrokken en produceren histamine (verwijden bloedvaten/meer permeabel). Signaalstoffen (cytokines) van macrofagen & Mestcellen naar neutrofielen in bloed = extra vernietiging

(hevige infecties kunnen leiden tot koorts, komt door signaalstoffen macrofagen - versnelt fagocytose en weefselherstel). 
Herhaling

Slide 16 - Slide

Aangeboren afweer (aspecifiek)
Ook ontstaan van pus


Herhaling

Slide 17 - Slide

Aangeboren afweer (aspecifiek)
Lymfevaten nemen geïnfecteerde vloeistoffen op, in lymfeknopen zitten macrofagen (opslokken pathogenen). 

Dendritische cellen migreren naar 
lymfeknopen (na interactie met pathogenen)
& stimuleren de adaptieve immuniteit.



Herhaling

Slide 18 - Slide

Aangeboren afweer (aspecifiek)
Inflammatie treedt op (+ zwelling) 
& complementeiwitten prikken 
gaatjes in de bacteriën.

Is alles nu onder controle.......?

Nee.
Herhaling

Slide 19 - Slide

Leerdoel 1 & 2
De student kan ...
Toelichten hoe de primaire en secundaire immuunrespons (met geheugencellen) in stand wordt gebracht. & De cellulaire stappen/fasen van adaptieve afweer bij vertebraten noemen, bij naam en functie(s) en aan elkaar koppelen, met inbegrip van (namen van) specifieke eiwitten en typen bloedcellen.
Vanaf hier de verworven immuniteit!

Slide 20 - Slide

Adaptieve afweer (specifiek)
Start adaptieve /verworven immuniteit

Dendrietische cel 'gedecoreerd' 
met antigenen
van bacteriën in lymfevaten.

T- en B-cellen gaan aan het werk!
Maar.... wat zijn dat?


Slide 21 - Slide

Hoe werken T- en B-cellen?
Even een uitstapje... 
hoe zien T- en B-cellen eruit, waar komen ze vandaan en hoe werken ze?

Het zijn lymfocyten (typen witte bloedcellen) die ontstaan in het beenmerg (net als alle bloedcellen). 
--> T-cellen rijpen in de thymus (ook wel zwezerik). 
--> B-cellen rijpen in het beenmerg zelf.

Slide 22 - Slide

Hoe werken T- en B-cellen?
Herkenning van een pathogeen:  wanneer een antigeenreceptor van een T- of B-cel een antigeen herkent.

Eén T- of B-cel bevat één type antigeenreceptor.

En bindt op een specifieke plaats op het antigeen, 
de epitoop

Slide 23 - Slide

Hoe werken T- en B-cellen?
Structuur van een B-cel antigeenreceptor

Met zware ketens en lichte ketens.

Met C (constante) en V (variabele) delen

Dus: met twee identieke bindingsplekken.

Slide 24 - Slide

Checkvraag: wat is een epitoop?
A
Een antigeenreceptor van een B-cel
B
Een antigeenreceptor van een T-cel
C
Een bindingsplaats op een antigeen
D
Een antigeenreceptor op een pathogeen

Slide 25 - Quiz

Hoe werken T- en B-cellen?
De activatie van een B-cel

B-celactivatie ('klikken' specifieke
antigeenreceptor op (intact) epitoop pathogeen) 
leidt tot het vormen van veel identieke B-cellen, 
die antistoffen (Immunoglobulines, Ig) produceren.
(dit is een 'oplosbare vorm van een receptor')

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Hoe werken T- en B-cellen?
Structuur van een T-cel antigeenreceptor
Met alfa- en betaketen, koppelt juist op 
fragmenten van antigenen die worden
gepresenteerd op gastheercellen (!!)

Deze antigeenfragmenten staan op een soort
'sokkel' van een gastheer, een MHC-eiwit. 
= antigeenpresentatie 

Slide 28 - Slide

Dit triggert de
En sommigen (antigeenpresenterende cellen) hebben extra MHC II 

Slide 29 - Slide

Hoe werken T- en B-cellen?
Waarom vernietigen T- en B-cellen geen eigen cellen?

Onderscheid tussen epitopen van antigenen en eigen epitopen....
= zelftolerantie van het immuunsysteem.

Testfase antigeenreceptors van lymfocyten in beenmerg voordat ze 'rijpen' 
--> evt. apoptose (geprogrammeerde celdood).


Slide 30 - Slide

Hoe werken T- en B-cellen?
Hoe kunnen B- en T-cellen zich zo snel vermenigvuldigen?

Na activatie worden klonen effectorcellen
- Bij B-cellen heten dit plasmacellen 
(maken antistoffen)
- Bij T-cellen: T-helpercellen óf 
cytotoxische T-cellen
Óf klonen worden geheugencellen.


Slide 31 - Slide

Hoe werken T- en B-cellen?
Hoe werken geheugencellen?

Het zijn langlevende cellen die later opnieuw
kunnen ontwikkelen tot effectorcellen

Immunologisch geheugen
Primaire immuunrespons vs. secundaire immuunrespons.


Slide 32 - Slide

Hoe werken T- en B-cellen?
Primaire immuunrespons vs. secundaire immuunrespons.


Slide 33 - Slide

Checkvraag: Waar worden T-cellen gerijpt?
A
In het beenmerg
B
In de thymus
C
In de milt
D
In de dunne darm

Slide 34 - Quiz

Checkvraag: op wel Major Histocompatibility Complex worden pathogeenantigenen gepresenteerd?
A
MHCI
B
MHCII
C
MCHI en MCHII
D
Deze worden niet gepresenteerd

Slide 35 - Quiz

Adaptieve afweer (specifiek)
We zijn weer terug bij de infectie..

De natuurlijke immuniteit wordt versterkt. 

Start adaptieve /verworven immuniteit




Slide 36 - Slide

Adaptieve afweer (specifiek)
Dendrietische cellen* presenteren antigenen van bacteriën (op MHC II molecuul**) in lymfeknopen (= antigeenpresenterende cel).
Gevolg:
Een specifieke T-helpercel klikt =T-cel activatie= start humor/cell. respons

(*naast dendrietische cellen kunnen dit ook macrofagen of B-cellen zijn)
(**MHC-II is alleen voor antigeenpresenterende cellen, zo kan het lichaam ze herkennen (onderscheiden van 'normale' geïnfecteerde cellen)

Slide 37 - Slide

Adaptieve afweer (specifiek)
T-helpercel activatie

CD-4 eiwit is extra verbinding
Proces: klonale selectie

Stap 3) na klonen t-helpercellen 
onstaan er twee reacties:

Slide 38 - Slide

Adaptieve afweer (specifiek)
Twee reacties na t-helpercelactivatie

1. Cytotoxische t-cel activatie
(celgemedieerde immuniteit)
--> activeren macrofagen & prikken gaatjes
in geïnfecteerde cellen.

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Adaptieve afweer (specifiek)
Vervolg twee reacties na t-helpercelactivatie:
2. Activatie van B-cellen
(humorale immuniteit)

Zowel antigenen (1) als T-helpercellen (2) activeren B-cellen
--> B-cel bindt aan antigeen pathogeen --> presenteert 
vervolgens zelf de specifieke (pathogeen) antigenen (op MHCII) = koppeling met T-helpercel = activatie B-cellen

Slide 41 - Slide

Adaptieve afweer (specifiek)
Inslokken pathogeen door endocytose & presenteren antigeen op MHCII
Presenteren aan T-helpercel
Activatie

Slide 42 - Slide

Adaptieve afweer (specifiek)
De plasmacellen produceren duizenden antistoffen = hulp bij defense

Belangrijk!
De meeste antigenen, herkend door B-cellen, bevatten meerdere epitopen op één antigeen = meerdere B-cellen worden geactiveerd in een reactie (bij 1 antigeen) = verschillende plasmacellen met antistoffen op verschillende epitopen op hetzelfde antigeen (= effectief!).

Slide 43 - Slide

Adaptieve afweer (specifiek)

Slide 44 - Slide

Leerdoel 3
De student kan...
Een duidelijk onderscheid maken tussen de humorale en cellulaire respons, met koppeling tussen elkaar (functie).

Slide 45 - Slide

Overzicht

Slide 46 - Slide

Allergische reactie?
Extra

Slide 47 - Slide

Puzzel immunologie
W. Maak de puzzel - knip de onderdelen uit en leg ze op de goede volgorde.          Schrijf bij de plaatjes wat het illustreert én wat er gebeurt.
H. Alleen of in duo's
H. Gebruik je boek
T.  30 min. 
U. Een ingevuld blad met beknopte werking immuunsysteem
K. Maak Mastering Biology


Slide 48 - Slide

VMBO-t
Nabespreken?

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Link

Afronding
Volgende week maken we het oefententamen samen in de les, evalueren we dit vak & ronden we samen af.
(herhalen ?)
Denk aan: inhalen practica!

Slide 51 - Slide