wk 01: les 1

Maandag 4 januari - V1b (online les)
  • 10 minuten stillezen
  • Regels & afspraken online les
  • Terugblik en oefenen: belangrijke begrippen voor leesvaardigheid
  • Aan de slag!


timer
10:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Maandag 4 januari - V1b (online les)
  • 10 minuten stillezen
  • Regels & afspraken online les
  • Terugblik en oefenen: belangrijke begrippen voor leesvaardigheid
  • Aan de slag!


timer
10:00

Slide 1 - Slide

Regels & afspraken bij online les
  • Je wordt alleen present gemeld als je je camera aan hebt staan in Teams.
  • In LessonUp gebruik je je eigen naam.
  • Als je een vraag hebt, steek je digitaal je hand op in Teams of stel je je vraag in de chat.
  • Als je je hand opsteekt, zal ik je unmuten.
  • Als ik aan jou een vraag stel, zal ik je ook unmuten.
  • De chat is niet voor spam bedoeld.

Slide 2 - Slide

Vorige les heb je geleerd...
...wat een verwijswoord is.
...wat een antecedent is.

Slide 3 - Slide

Deze les ga je...
...de begrippen van leesvaardigheid herhalen.

Slide 4 - Slide

Begrippen leesvaardigheid
•    titel
•    alinea's
•    tekstopbouw: inleiding - middenstuk - slot + functies
•    onderwerp
•    deelonderwerp
•   5 tekstdoelen + 5 tekstsoorten
•    tussenkopjes
•    verwijswoorden
•    bronvermelding herkennen


Slide 5 - Slide

Tekstdoel
Uitleg
Tekstsoort
Informeren
Je komt iets nieuws te weten.
Uiteenzetting, nieuwsbericht, zakelijke brief
Opiniëren
Je ziet verschillende kanten van het onderwerp, zodat je daarover kunt nadenken en je mening kunt vormen. De schrijver kan zijn eigen mening wel geven, maar je hoeft niet dezelfde mening als de schrijver te krijgen.
Beschouwing, achtergrondtekst in krant, column
Overtuigen
Je wordt er met argumenten van overtuigd dat iemands mening (vaak de mening van de schrijver zelf) de juiste is.
Betoog, recensie
Activeren
Je wordt met activerende woorden aangespoord iets te kopen of te gaan doen.
Reclametekst, folder, poster
Amuseren
Je wordt vermaakt.
Gedicht, verhaal, songtekst, strip

Slide 6 - Slide

Vragen
1. Welke functie heeft de titel?
2. Hoeveel alinea's?
3. Is de laatste alinea een goed slot? Waarom wel/niet?
4. Wat is het onderwerp?
5. Wat is het deelonderwerp van alinea 2?
6. Wat is het tekstdoel?
7. Wat is de tekstsoort?
8. Waar verwijst 'haar' (alinea 1) naar?
9. Waar verwijst 'hij' (alinea 2) naar?

Slide 7 - Slide

Aan de slag!
Ga naar LessonUp wk 01: les 1
Maak de vragen op de volgende slides
8 t/m 17

Slide 8 - Slide

Wat is een antecedent?

Slide 9 - Open question

Verwijswoorden
Verwijswoorden kunnen verwijzen naar:
  • Een woord
  • Een groepje woorden
  • Een hele zin

Dat waar het verwijswoord naar verwijst noem je het antecedent.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Aan de slag!
  • Ga naar Learnbeat en log in
  • Ga naar Blok 4, 4.5 Lezen, C Verwijswoorden-1
  • Maak vraag 6, 7, 8, 9, 14, 15      (= huiswerk voor woensdag)

  • Ga naar Blok 4, 4.5 Lezen, C Verwijswoorden-2
  • Maak vraag 1, 3, 4, 5A, 6, 10

  • Maak de oefenlinkjes op de volgende slide

  • Maak de vragen op de volgende slides, over lesdoelen    (= huiswerk voor woensdag)

Slide 12 - Slide

Lesdoel behaald? Ik weet wat een verwijswoord is.
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Lesdoel behaald? Ik weet wat een antecedent is.
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Lesdoel behaald? Ik weet welke vraag ik moet stellen om het antecedent te vinden.
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Lesdoel behaald? Ik heb de begrippen van leesvaardigheid weer voldoende herhaald.
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Einde van deze les
Goed gedaan!

Je mag nu verder lezen in je leesboek

Slide 18 - Slide