1. Zoek het woord als enkelvoud op.
2. Kies de juiste vertaling.
3. Kijk welk nummer er achter het woord staat.
4. Zoek het nummer achterin het woordenboek op.
5. Maak met de aanwijzingen daar het meervoud van het woord.
Zoek op:
1. ijskasten .....
2. planken .....
3. leraren .....
4. vliegtuigen