What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
5H Herh. 14.3 en 14.4 Zenuwstelsel
H14 Reageren
1 / 50
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
This lesson contains
50 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
80 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H14 Reageren
Slide 1 - Slide
Deze les:
- Terugblik 14.1
- Herhalen 14.3 + 14.4
- Quiz time!
- Examenvragen oefenen
Slide 2 - Slide
Leg begrippen uit aan je buur (5 min)
Weten jullie het allebei niet? Zoek op in je boek!
Antagonisten
Pezen
Hartspierweefsel
Glad spierweefsel
Dwarsgestreept spierweefsel
Actine en Myosine
Snelle spiervezels
Langzame spiervezels
Krachttraining
Duurtraining
timer
5:00
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Overzicht (Nectar)
Slide 5 - Slide
B
ouw van een zenuwcel: namen?
Weet je ze nog?
Slide 6 - Slide
Heb je de namen goed?
1= dendriet
2= cellichaam
3=celkern
4=axon
5=synaps/einde axon
Slide 7 - Slide
Bouw van zenuwcellen (neuronen) - BINAS 88A
Dendriet: loopt naar cellichaam toe
Axon: uitloper, loopt van cellichaam af, o
m axon zitten isolatielaagjes (myeline) van de cellen van Schwann
Cellichaam: bevat kern
Synaps: Einde van axon, impulsoverdracht naar volgende zenuwcel/spier
Slide 8 - Slide
BINAS 88A
Slide 9 - Slide
Sensorisch neuron
Gevoelszenuwcellen (sensorisch):
Zenuwcellen die impulsen vervoeren van zintuigen
naar het CZS, vaak lange uitlopers.
Slide 10 - Slide
Schakelneuron
Schakelcellen:
Zenuwcellen binnen het CZS. Vormen met veel verbindingen via uitlopers een netwerk .
Slide 11 - Slide
Motorisch neuron
Bewegingszenuwcellen (motorisch):
Zenuwcellen die impulsen vervoeren van CZS naar spieren
of klieren, vaak lange uitlopers.
Slide 12 - Slide
Opdracht: Bekijk BINAS 88J en
benoem nummers 1 t/m 11
Slide 13 - Slide
https:
Slide 14 - Link
De actiepotentialen worden sprongsgewijs doorgegeven van insnoering naar insnoering tussen de Myeline schedes (gevormd door de cellen van Schwann)
Bij een actiepotentiaal draait de lading om: binnen wordt positief i.p.v. negatief geladen door Na
+
instroom ( = depolarisatie)
Slide 15 - Slide
Impulsgeleiding op een rijtje
Impuls = elektrisch stroompje = actiepotentiaal
ontstaat als prikkel sterk genoeg is (boven
drempelwaarde
)
negatieve lading slaat om naar positieve lading door Na
+
instroom
herstelt door K
+
uitstroom, gevolgd door volledig herstel
zenuwcel is niet prikkelbaar tijdens K
+
uitstroom/ korte herstelperiode
hoogte van impuls is altijd hetzelfde
bij sterkere prikkel neemt impulsfrequentie toe
Slide 16 - Slide
Synaps - BINAS 88G
Slide 17 - Slide
Automatisch en onbewust
In een reflex voer je een beweging uit voordat je je hiervan bewust wordt.
Voorbeelden reflexen:
- kniepeesreflex
- pupilreflex
Slide 18 - Slide
Reflexboog: via ruggenmerg met grijze en witte stof
Cellichamen van schakelcel en motorisch neuron in liggen in de grijze stof
Slide 19 - Slide
Reflexboog, de hersenen worden pas later geïnformeerd: via witte stof ontvangen zij info via axonen
Slide 20 - Slide
Reflexboog
In welke volgorde loopt de informatie-verwerking?
Slide 21 - Slide
https:
Slide 22 - Link
Animale zenuwstelsel
Zowel de bewuste bewegingen als de reflexen lopen via het
animale zenuwstelsel:
De zenuwen lopen van uitwendige zintuigen (receptoren) via het centrale zenuwstelsel naar de uitvoerders (effectoren = spieren en klieren)
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Autonome zenuwstelsel
Dit zenuwstelsel regelt de activiteit van de inwendige organen.
Het bestaat uit twee delen:
- Orthosympatisch deel (actie van je lichaam)
- Parasympatisch deel (rust en herstel)
zie BINAS 88L
Slide 25 - Slide
De spieren die je gebruikt bij het praten
A
Animaal
B
Autonoom
Slide 26 - Quiz
De spieren in de huid die je kippenvel bezorgen
A
Animaal
B
Autonoom
Slide 27 - Quiz
De spieren die je gebruikt om te lopen
A
Animaal
B
Autonoom
Slide 28 - Quiz
De spieren die voor een kniepeesreflex zorgen
A
Animaal
B
Autonoom
Slide 29 - Quiz
Je hartspier
A
Animaal
B
Autonoom
Slide 30 - Quiz
De spieren voor de peristaltische beweging van je darm
A
Animaal
B
Autonoom
Slide 31 - Quiz
Autonoom zenuwstelsel
Bestaat uit twee delen:
Orthosympatisch
zenuwstelsel:
actie
Parasympatisch
zenuwstelsel:
rust en herstel
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
https:
Slide 34 - Link
Slide 35 - Slide
Welk deel van een zenuwcel leidt impulsen van het cellichaam af?
A
Dendriet
B
Axon
Slide 36 - Quiz
Welke zenuwcellen liggen in hun geheel in het centrale zenuwstelsel?
A
bewegingszenuwcel
B
gevoelszenuwcel
C
schakelcellen
D
geen van alle
Slide 37 - Quiz
Waar ligt het cellichaam van de gevoelszenuwcel/ sensorisch neuron?
A
in het centrale zenuwstelsel
B
buiten het centrale zenuwstelsel
Slide 38 - Quiz
In welke richting geleiden gevoelszenuwcellen/ sensorische neuronen impulsen?
A
Naar het centrale zenuwstelsel toe
B
van het centrale zenuwstelsel af
Slide 39 - Quiz
Welk neuron eindigt bij een spier?
A
schakelcel
B
sensorisch neuron
C
motorisch neuron
Slide 40 - Quiz
Een sterkere prikkel leidt tot
A
hogere actiepostentiaal
B
hogere impulsfrequentie
Slide 41 - Quiz
Je ruikt eerst een vieze lucht wanneer je een lokaal inkomt, maar na een tijdje niet meer (=gewenning). Hoe kan dat?
A
de drempelwaarde wordt lager
B
de drempelwaarde wordt hoger
C
impulssterkte wordt lager
D
impulsfrequentie wordt lager
Slide 42 - Quiz
Waar ligt een motorprogramma voor fietsen opgeslagen?
A
primaire motorische schors
B
secundaire motorische schors
C
kleine hersenen
Slide 43 - Quiz
Je wilt je rechterhand optillen. Waar beginnen de impulsen?
A
primaire motorische schors
B
secundaire motorische schors
C
hersenstam
D
kleine hersenen
Slide 44 - Quiz
Kan dit reflex nog optreden als:
1. De zenuwcellen bij R zijn uitgeschakeld?
2. In de grote hersenen de bewegingscentra zijn uitgeschakeld?
A
1: Ja 2: Ja
B
1: Ja 2: Nee
C
1: Nee 2: Ja
D
1: Nee 2: Nee
Slide 45 - Quiz
Waar begint een reflex?
A
schakelcel
B
sensorische zenuwcel
C
motorische zenuwcel
D
zintuig
Slide 46 - Quiz
Welke onderdelen van een reflexboog liggen in het ruggenmerg?
Slide 47 - Open question
Je schrikt. Welk deel van je autonome zenuwstelsel is actief? En wat gebeurt er met je pupilgrootte?
A
orthosympatisch-groter
B
orthosympatisch-kleiner
C
parasympatisch-groter
D
parasympatisch-kleiner
Slide 48 - Quiz
Examenvragen oefenen
Maken examenvragen Zenuwstelsel (14.3 + 14.4)
--> link
timer
20:00
Slide 49 - Slide
biologiepagina.nl
Slide 50 - Link
More lessons like this
5H Herh. 14.3 en 14.4 Zenuwstelsel dl1
November 2023
- Lesson with
41 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Nectar 14.4 Zenuwstelsel dl2
January 2023
- Lesson with
27 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
14.4 Zenuwcellen herh 5H
November 2023
- Lesson with
41 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Les 4: Zenuwstelsel dl2
June 2021
- Lesson with
35 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Les 4: Zenuwstelsel dl2
May 2023
- Lesson with
35 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
14.4 Zenuwcellen 5H
June 2022
- Lesson with
31 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
14.2 Cellen in het zenuwstelsel
March 2024
- Lesson with
25 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
14.2 Cellen in het zenuwstelsel klassikaal
March 2024
- Lesson with
29 slides
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5