Werkwoordspelling klas 2

Werkwoordspelling
Ik herhaal de regels van de werkwoordspelling
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling
Ik herhaal de regels van de werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Wat is het verschil tussen de werkwoorden in de onderstaande zin?
1. Mijn tante verwent haar dochters enorm.
2. Mijn tante heeft haar dochters enorm verwend.

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Video

Mijn broertje (beheersen) de werkwoordspelling nog niet zo goed.

Slide 4 - Open question

Afgelopen weken ... (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 5 - Quiz

Het ... (gebeuren, tt) regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurdde

Slide 6 - Quiz

Weet je wel wat het .... (betekenen) als je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente

Slide 7 - Quiz

... (vinden) jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?
A
Vindt
B
Vind
C
Vint
D
Vintd

Slide 8 - Quiz

Dit kun je toch niet van alle leerlingen ... (verwachten)?

Slide 9 - Open question

Er is een nieuwe trainer die speciaal de talenten ... (begeleiden)

Slide 10 - Open question

Wat heb ik geleerd?

Slide 11 - Mind map