- Moeite met sociaal of persoonlijk contact.
Bijvoorbeeld moeilijk vriendschappen kunnen sluiten en onderhouden.
- Moeite om te begrijpen wat een ander van jou verwacht.
- Overprikkeling (bijvoorbeeld geluid)
- Geen oogcontact maken, dus langs iemand heen kijken.
- Vasthouden aan eigen gewoonten en routines
- Moeite met het begrijpen van sommige humor en grapjes
- Vasthouden aan eigen interessen en soms wat minder interesse hebben in anderen