BLOK 2 Over Taal woordenschat Anette

Blok 2 Over Taal 
boek blz 71-74 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Blok 2 Over Taal 
boek blz 71-74 

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

- begrijp je de betekenis van verschillende schooltaalwoorden.
- begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit teksten.
- kun je de betekenis van woorden vinden door te kijken naar bekende stukjes. 

Slide 2 - Slide

Maar eerst ....
Voordat we de woorden gaan opschrijven, maken we eerst 2 puzzelopdrachten.

Maak een screenshot van de opdracht als je klaar bent en lever die in

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Slide 5 - Link

Opdracht 27 en 28
Kijk eerst goed naar wat je bij deze opdrachten moet doen.
Daarna maak je deze opdrachten in je schrift. Zet eerst het nummer van de opdracht in de kantlijn. 
Let op: 
Je moet het moeilijke woord en de betekenis helemaal opschrijven.

dus:            aantekeningen maken = dingen kort opschrijven.
                      functie = waar het voor is 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

opdracht 28 
  1. lussen = loopings
  2. ding waar je naar toe gaat om je te vermaken = deze attractie
  3. hele goede = briljante
  4. zorgen dat het niet gebeurt = voorkomen
  5. schitterend = oogverblindend
  6. door scheikunde gemaakt = chemische
  7. terechtkomen = belanden
  8. eerlijk = fair
  9. winst = opbrengst
  10. beginnen =instellen

Slide 8 - Slide

Stappenplan moeilijke woorden.
In Blok 1 heb je geleerd dat je soms een beetje terug of verder moet lezen in de tekst.

In Blok 2 leer je dat je moet zoeken naar een bekend stukje in een woord.

Slide 9 - Slide

inburgeren

een bekend stukje in dit woord is:

Slide 10 - Open question

tekstballonnen

een bekend stukje in dit woord is:

Slide 11 - Open question

vermindering

een bekend stukje in dit woord is:

Slide 12 - Open question

deel - geheel (opdr. 31 blz 75)
Kijk eerst naar de opdracht op blz 75. 
Maak daarna de volgende sleepopdracht.

Slide 13 - Slide

Een pagina is een deel van een ....
Een cockpit is een deel van een ....
Een maand is een deel van een ....
Een wiel is een deel van een ....
Een minuut is een deel van een ....
Een vinger is een deel van een ....
Een hengsel is een deel van een ....
Een steel is een deel van een ....
Een zitting is een deel van een ....
Een trede is een deel van een ....
tas
jaar
uur
bank
boek
fiets
plant
vliegtuig
hand
trap

Slide 14 - Drag question

Huiswerk
Maal opdracht 31 in je schrift.
Let op: schrijf de hele zin op! 

Slide 15 - Slide