BK2 Blok1: Over Taal

OVER TAAL
- Ga zitten op je plek
- Laat je iPad in je tas
- Wees stil
- Richt je aandacht op het bord
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

OVER TAAL
- Ga zitten op je plek
- Laat je iPad in je tas
- Wees stil
- Richt je aandacht op het bord

Slide 1 - Slide

Na deze les:
  • begrijp je de betekenis van verschillende schooltaalwoorden;

  • begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit leesteksten;

  • heb je een Stappenplan moeilijke woorden geleerd;

  • weet je dat verschillende woorden hetzelfde kunnen betekenen;

  • weet je in welke situaties je netjes moet praten.

    Slide 2 - Slide

    Schooltaalwoorden
    Woorden die vooral in een school gebruikt worden:
    - tijdens lessen
    -tijdens toetsen
    - in gesprekken


    Slide 3 - Slide

    Bedenk 3
    schooltaalwoorden

    Slide 4 - Mind map

    Ellen ziet er altijd vrolijk uit omdat ze kleren van verschillende kleuren COMBINEERT.


    A
    bij elkaar doet
    B
    is samengesteld uit
    C
    verdeelt
    D
    zegt dat iets zo is

    Slide 5 - Quiz

    Mijn ontbijt BESTAAT UIT twee boterhammen en een kop thee.



    A
    bij elkaar doet
    B
    is samengesteld uit
    C
    gaan over
    D
    kies

    Slide 6 - Quiz

    Heb je filmpjes op je telefoon? SELECTEER een leuk filmpje en zet het op je tijdlijn.



    A
    bij elkaar doet
    B
    kies
    C
    zeggen wat je van iets of iemand vindt
    D
    zegt dat iets zo is

    Slide 7 - Quiz

    De meeste vragen op de ouderavond BETREFFEN de dure schoolreis.



    A
    is samengesteld uit
    B
    gaan over
    C
    zeggen wat je van iets of iemand vindt
    D
    zegt dat iets zo is

    Slide 8 - Quiz

    Mijn zusje BEWEERT dat we morgen vrij hebben.



    A
    gaan over
    B
    verdeelt
    C
    zeggen wat je van iets of iemand vindt
    D
    zegt dat iets zo is

    Slide 9 - Quiz

    De boer VERSPREIDT de mest over de grond. We ruiken het zelfs in de klas!




    A
    bij elkaar doet
    B
    gaan over
    C
    is samengesteld uit
    D
    verdeelt

    Slide 10 - Quiz

    De leerlingen BEOORDELEN elkaars spreekbeurten met tips en tops.



    A
    gaan over
    B
    is samengesteld uit
    C
    zeggen wat je van iets of iemand vindt
    D
    zegt dat iets zo is

    Slide 11 - Quiz


    Alle schapen zijn wit, maar één schaap wijkt af.

    Leid de betekenis van het woord AFWIJKEN af.
    A
    niet hetzelfde zijn
    B
    weglopen
    C
    schrikken

    Slide 12 - Quiz

    Bram wil weten wat hij kan doen tegen een slechte adem. Hij raadpleegt www.omaweetraad.nl.

    Leid de betekenis van het woord RAADPLEGEN af.
    A
    advies zoeken
    B
    bellen
    C
    geloven

    Slide 13 - Quiz

    Let op: soms moet je de vorm van het woord veranderen.
    Nikki zit op een school voor topsporters. Daar kan ze de lessen op school en haar trainingen goed ..........
    Ze doet gewoon haar vmbo, maar haar programma ........... van het normale programma.
    Een normale schooldag ........... vier uur training en vijf uur les.
    Ze hoopt dat ze dit jaar wordt ........... voor Jeugd Oranje.
    bestaan uit
    selecteren
    combineren
    afwijken

    Slide 14 - Drag question

    De leerlingen BIEDEN de muffins die over zijn AAN aan klas V2b.

    Slide 15 - Open question

    Als de vierdeklassers schoolexamens maken, hangt er op school een bord waarop staat: VERZOEK om stilte.
    A
    doen volgens het plan
    B
    officiële toestemming om iets te doen
    C
    veilig
    D
    vraag of iemand iets wil doen

    Slide 16 - Quiz

    Opdracht
    Wat: Maak blok 1 Over Taal - paragraaf 1.10
    Hoe: zelfstandig en in stilte

    1e 10 minuten mag je geen vragen stellen:
    - lees de vraag nog eens
    - Lees de theorie
    - sla een opdracht over
    - schrijf  je vraag op, docent loopt vanzelf langs.
    Klaar: pak je leesboek en ga lezen.

    timer
    15:00

    Slide 17 - Slide

    Check!
    • begrijp je de betekenis van verschillende schooltaalwoorden?

    • begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit leesteksten?

    • heb je een Stappenplan moeilijke woorden geleerd?

    • weet je dat verschillende woorden hetzelfde kunnen betekenen?

    • weet je in welke situaties je netjes moet praten?

      Slide 18 - Slide