PO uitleg + herhaling 5.1 - 5.6 (1m/h) + start TJ (B1F)

planning
  • PO; uitleg 
  • PO; start met maken
  • leerdoelen 
  • herhalingsvragen thema 5
  • HW opgeven  
  • HW gaan maken
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

planning
  • PO; uitleg 
  • PO; start met maken
  • leerdoelen 
  • herhalingsvragen thema 5
  • HW opgeven  
  • HW gaan maken

Slide 1 - Slide

uitdelen & uitleggen PO
  • uitdelen zakje tuinkerszaadjes  
  • (1 per persoon)
  • uitleg documenten
  • in classroom code in laten voeren; 
  • pnyyjoq

Slide 2 - Slide

wie is er vandaag absent?

Vergeet deze absente mensen niet en 
maak ook daarmee groepjes van 2 

gekiemd of niet?

Slide 3 - Slide

Ga in het tweetal zitten waarmee je je PO gaat maken.

  • Start met het maken van een eigen document.
  • deel deze met je groepsgenoot.
  • ga het verslag maken zo ver je kunt (hoe; zie classroom).
  • Zorg dat je weet welke spullen je moet gaan verzamelen en zet vandaag of morgen het onderzoek thuis neer.
  • Zorg dat je 5 dagen lang gaat kijken hoeveel er kiemen. 


Slide 4 - Slide

Leerdoel vandaag
Ik weet van basisstof 5.1 t/m 5.3 
welke leerdoelen ik nog moet gaan leren.

Ik heb dit ook genoteerd in mijn samenvatting. 

Slide 5 - Slide

Inloggen op lessonup 
met eigen naam.

Slide 6 - Slide

Als iemand een duw tegen je arm geeft, dan neem je dit waar met je tastzintuigen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Zet de woorden in de juiste volgorde.
Het licht dat je oog binnenkomt gaat langs:
-->
-->
-->
-->
glasachtig lichaam
hoornvlies
lens
pupil
netvlies

Slide 8 - Drag question

Harde oogvlies
Netvlies
Vaatvlies

Vangt lichtprikkels op
beschermt alles wat binnenin het oog zit
Hierin zitten de bloedvaatjes die stoffen vervoeren die het oog nodig heeft

Slide 9 - Drag question

De trommelholte van een oor is vrijwel helemaal gevuld met vocht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Als je versgebakken appeltaart ruikt, dan worden de smaakzintuigcellen in je neus geprikkeld.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Welk gehoorbeentje zit tegen het vlies van het slakkenhuis aan?
A
Het aambeeld.
B
De hamer.
C
De stijgbeugel.

Slide 12 - Quiz

In de bron zie je Paul van Loon met zijn onafscheidelijke zonnebril. Hoe zien zijn pupillen eruit met zijn zonnebril op?
A
Groter dan zonder zonnebril.
B
Kleiner dan zonder zonnebril.
C
Even groot als zonder zonnebril.

Slide 13 - Quiz

De huid bestaat uit de hoornlaag, de kiemlaag en de lederhuid.
Wat is de juiste volgorde van buiten naar binnen?

A
Hoornlaag – kiemlaag – lederhuid.
B
Hoornlaag – lederhuid – kiemlaag.
C
Kiemlaag – hoornlaag – lederhuid.
D
Lederhuid – kiemlaag – hoornlaag.

Slide 14 - Quiz

Waar zit vet opgeslagen?
A
De hoornlaag.
B
De kiemlaag.
C
De lederhuid.
D
Het onderhuids bindweefsel.

Slide 15 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een impuls?
A
Het gevoel van honger.
B
Het proeven van de chocolade.
C
Het samentrekken van je spieren om de chocolade naar je mond te brengen.
D
Het seintje van je reukzintuig naar je hersenen.

Slide 16 - Quiz

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Wat doen zenuwen?
A
Geleiden bloed
B
Geleiden talg
C
Geleiden impulsen
D
Geleiden zintuigcellen

Slide 18 - Quiz

Zenuwen zijn lange ...........van zenuwcellen
A
draden
B
streepjes
C
punten
D
uitlopers

Slide 19 - Quiz

Een functie van het zenuwstelsel

A
bloed zuiveren in je bloedvaten
B
regelen van de werking van spieren of klieren
C
impulsen verwerken die van zintuigen afkomen
D
zintuigcellen aanmaken in zintuigen

Slide 20 - Quiz

In de afbeelding wordt een voorbeeld gegeven van een....
A
gedragssysteem
B
gedragsketen
C
gedragselementen

Slide 21 - Quiz

Wat is een gedragsketen?
A
Serie handelingen in vaste volgorde
B
Gedrag dat altijd gebeurt
C
Verschillende vormen van gedrag

Slide 22 - Quiz

Tandpasta op je tandenborstel smeren is een ........
A
Prikkel
B
Handeling
C
Gedragsketen

Slide 23 - Quiz

Wat is gedrag?
A
Een pizza eten...
B
Alles wat een mens of dier doet...
C
Je kleine broertje omver duwen...
D
1,5 meter houden...

Slide 24 - Quiz

Interpretatie van gedrag gaat over wat je denkt dat gedrag betekent.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Wat betekent interpretatie?
A
Je beschrijft precies het gedrag dat je waarneemt
B
Je reageert op een prikkel
C
Je past je gedrag aan aan de groep
D
Je geeft betekenis aan gedrag

Slide 26 - Quiz

interpretatie of een observatie?
"De kat ligt op de bank".
A
Interpreatie
B
Observatie

Slide 27 - Quiz

Wat doet het hormoonstelsel?
A
regelt langzame processen in het lichaam
B
regelt snel processen in het lichaam

Slide 28 - Quiz

Wat is insuline?
A
Een suiker
B
Een hormoon
C
Een verteringssap

Slide 29 - Quiz

Welk orgaan maakt insuline?
En wat is het effect van insuline?
A
Alvleesklier - Glucose wordt omgezet in Glycogeen
B
Alvleesklier - Glycogeen wordt omgezet in Glucose
C
Schildklier - Glucose wordt omgezet in Glycogeen
D
Schildklier - Glycogeen wordt omgezet in Glucose

Slide 30 - Quiz

Door insuline wordt de bloedsuikerspiegel
A
Hoger
B
Lager

Slide 31 - Quiz

Diabetespatiënten hebben .... aan insuline.
A
teveel
B
tekort

Slide 32 - Quiz

Chromebook dicht

Slide 33 - Slide

Huiswerk voor volgende les =
Maak online van thema 5
van 5.1 t/m 5.3; telkens de Test Jezelf
Noteer ook op blz. 160+161+162 welke doelen je kent en welke doelen je nog moet leren!

+ Online je PO uitgevoerd en ingevuld en deze opslaan voor feedback volgende les. 

Slide 34 - Slide

huiswerk voor volgende les =
Maak samen je formatieve PO af (zie classroom)
zodat je volgende les feedback krijgt daarvan te leren voor je met het summatieve PO begint. 


Slide 35 - Slide