HP paragraaf 3.1 t/m 3.2

Hoofdstuk 3  
Decimale getallen
3.1 decimale getallen
3.2 optellen
3.3 aftrekken
3.4 vermenigvuldigen
3.5 delen
3.6 gemengde opdrachten


1 / 16
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3  
Decimale getallen
3.1 decimale getallen
3.2 optellen
3.3 aftrekken
3.4 vermenigvuldigen
3.5 delen
3.6 gemengde opdrachten


Slide 1 - Slide

Waar moet je op letten?

Slide 2 - Slide

3.1 Decimale getallen
De opbouw van een decimaal getal

Een decimaal getal is een getal met een komma.

5,76 is een decimaal getal.

De cijfers achter de komma noem je decimalen.

Slide 3 - Slide

Decimale getallen 
Decimalen zijn:
de getallen achter 
de komma





Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Hoeveel decimale getallen heeft dit getal?
345,23762
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 6 - Quiz

Wat voor positie heeft '3' in het decimale getal: 14,131?
A
tienden
B
tientallen
C
honderdsten
D
honderdtallen

Slide 7 - Quiz

optellen van decimale getallen
12,933 + 14,01 =
A
26,943
B
13,334
C
27,943
D
26,934

Slide 8 - Quiz

Wat is de waarde van ?
7 eenheden zijn 7 × € 1,- = € 7,- waard.


9 tienden zijn 9 × € 0,10 = € 0,90 waard.


8 honderdsten zijn 8 × € 0,01 = € 0,08 waard.


Slide 9 - Slide

Decimale getallen op een getallenlijn
De afstand tussen de getallen 0 en 1 is in 10 gelijke delen verdeeld.

Elk deel is 1 : 10 = 0,1.

De pijl wijst naar het derde streepje na het getal 0.

De pijl wijst naar het getal 0,3.

Slide 10 - Slide

Hoofdstuk 3  
Decimale getallen
3.1 decimale getallen
3.2 optellen
3.3 aftrekken
3.4 vermenigvuldigen
3.5 delen
3.6 gemengde opdrachten


Slide 11 - Slide

3.2 Optellen
Bij het optellen met decimale getallen moeten de komma’s recht onder elkaar geplaatst worden.
14,83 + 2,78=
1 4  ,  8 3
   2  ,  7 8 +
 1 7  ,  6 1

Slide 12 - Slide

  • Soms moet je getallen met een verschillend aantal decimalen bij elkaar optellen.

  • Het is handig om een gelijk aantal decimale getallen achter de komma te hebben.
 
2 5 , 4
    2 , 7 3 +
2 5 , 4 0
    2 , 7 3 +

Slide 13 - Slide

Aftrekken van decimale getallen
3,358 - 1,036 =
A
2,223
B
2,322
C
3,232
D
2,232

Slide 14 - Quiz

Aftrekken van decimale getallen
4,31 - 2,101 =
A
2,199
B
2,20
C
3,141
D
2,209

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide