This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom
Rekenen hst 3.1 - 3.2 - 3.3
Slide 1 - Slide
Digitaal/op afstand
Slide 2 - Slide
Spelregels
Spelregels
Telefoons zitten in je tas en staan op stil
Er mag NIET gegeten worden in het lokaal
We hebben respect voor en geduld met elkaar
Zorg dat je op tijd bent voor de les. Is de deur van het lokaal dicht...... dan mag je er niet meer in
Zorg dat je altijd je boeken/laptop bij je hebt
Er mag alleen water gedronken worden in de les
Zorg dat je altijd pen, papier en je rekenmachine bij je hebt
Slide 3 - Slide
Hoofdstuk 3
Decimale getallen
3.1 decimale getallen
3.2 optellen
3.3 aftrekken
3.4 vermenigvuldigen
3.5 delen
3.6 gemengde opdrachten
Slide 4 - Slide
Lesdoelen
- Aan het eind van deze les ken je de opbouw van decimale getallen. - Je kan decimale getallen plaatsen op een getallenlijn - Je kan optellen met decimale getallen - Je kan aftrekken met decimale getallen - Je kan vermenigvuldigen met decimale getallen - Je kan delen met decimale getallen
Slide 5 - Slide
Vul de juiste
getallen in
timer
3:00
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Waar moet je op letten?
Slide 8 - Slide
Wat moet je betalen aan het Horizon College?
Slide 9 - Mind map
3.1 Decimale getallen
De opbouw van een decimaal getal
Een decimaal getal is een getal met een komma.
5,76 is een decimaal getal.
De cijfers achter de komma noem je decimalen.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Decimale getallen
Decimalen zijn:
de getallen achter
de komma
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Hoeveel decimale getallen heeft dit getal? 345,23762
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 14 - Quiz
Wat voor positie heeft '3' in het decimale getal: 14,131?
A
tienden
B
tientallen
C
honderdsten
D
honderdtallen
Slide 15 - Quiz
optellen van decimale getallen 12,933 + 14,01 =
A
26,943
B
13,334
C
27,943
D
26,934
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Wat is de waarde van ?
7eenheden zijn 7 × € 1,- = € 7,- waard.
9 tienden zijn 9 × € 0,10 = € 0,90 waard.
8 honderdsten zijn 8 × € 0,01 = € 0,08 waard.
Slide 18 - Slide
Decimale getallen op een getallenlijn
De afstand tussen de getallen 0 en 1 is in 10 gelijke delen verdeeld.
Elk deel is 1 : 10 = 0,1.
De pijl wijst naar het derde streepje na het getal 0.
De pijl wijst naar het getal 0,3.
0,3
Er zitten 10 streepjes tussen 0 en 1. Dit betekend dat je 1 moet delen door 10.
1 : 10 = 0,1
Elk streepje is dus 0,1 waard. Bij het 3e streepje zit je dan op 0,3.
Slide 19 - Slide
Reken uit:
Slide 20 - Slide
Wat voor een som is dit?
A
een aftrek som -
B
een optel som +
C
een keer som X
D
een deel som :
Slide 21 - Quiz
Hoe hoog staat het water nu?
A
7,0
B
6,7
C
7,2
D
7,5
Slide 22 - Quiz
3.2 Optellen
Bij het optellen met decimale getallen moeten de komma’srecht onder elkaar geplaatst worden.
14,83 + 2,78=
1 4 , 8 3
2 , 7 8 +
1 7 , 6 1
Slide 23 - Slide
Soms moet je getallen met een verschillend aantal decimalen bij elkaar optellen. Het is dan handig om extra nullen achter de komma te plaatsen, zodat de getallen evenveel cijfers achter de komma hebben.
Slide 24 - Slide
Soms moet je getallen met een verschillend aantal decimalen bij elkaar optellen.
Het is handig om een gelijk aantal decimale getallen achter de komma te hebben.
2 5 , 4
2 , 7 3 +
2 5 , 4 0
2 , 7 3 +
Slide 25 - Slide
Whiteboard uitleg
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Open question
Aftrekken van decimale getallen 3,358 - 1,036 =
A
2,223
B
2,322
C
3,232
D
2,232
Slide 28 - Quiz
Whiteboard
Slide 29 - Slide
Aftrekken van decimale getallen 4,31 - 2,101 =
A
2,199
B
2,20
C
3,141
D
2,209
Slide 30 - Quiz
Planning
Deze week maken 3.1 t/m 3.3
Schrijf je vragen op die je hebt voor de volgende les
Bekijk de Animaties van 3.4 t/m 3.6
Slide 31 - Slide
Vragen ?
Vragen?
Als je vragen hebt schrijf ze op dan kunnen we ze behandelen tijdens de les