3 decimale getallen

Welkom
Rekenen hst 3.1 - 3.2 - 3.3
1 / 30
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
Rekenen hst 3.1 - 3.2 - 3.3

Slide 1 - Slide

Spelregels 
Spelregels 
Telefoons zitten in je tas en staan op stil
We hebben respect voor en geduld met elkaar
Zorg dat je op tijd bent voor de les. 
Zorg dat je altijd je boeken/laptop bij je hebt
Er mag alleen water gedronken worden in de les
Zorg dat je altijd pen, papier en je rekenmachine bij je hebt

Slide 2 - Slide

 3  
Decimale getallen
3.1 decimale getallen
3.2 optellen
3.3 aftrekken



Slide 3 - Slide

Lesdoelen
- Aan het eind van deze les ken je de opbouw van decimale getallen.
- Je kan decimale getallen plaatsen op een getallenlijn


Slide 4 - Slide

Decimale getallen:
wat weet je er al van?

Slide 5 - Mind map

Wat moet je betalen?

Slide 6 - Mind map

Waar moet je op letten?

Slide 7 - Slide

3.1 Decimale getallen
De opbouw van een decimaal getal
Een decimaal getal is een getal met een komma.

5,76 is een decimaal getal.

De cijfers achter de komma noem je decimalen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Decimale getallen 
Decimalen zijn:
de getallen achter 
de komma





Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Hoeveel decimale getallen heeft dit getal?
345,23762
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 12 - Quiz

Wat voor positie heeft '3' in het decimale getal: 14,131?
A
tienden
B
tientallen
C
honderdsten
D
honderdtallen

Slide 13 - Quiz

Wat is de waarde van ?
7 eenheden zijn 7 × € 1,- = € 7,- waard.

9 tienden zijn 9 × € 0,10 = € 0,90 waard.

8 honderdsten zijn 8 × € 0,01 = € 0,08 waard.


Slide 14 - Slide

Decimale getallen op een getallenlijn
De afstand tussen de getallen 0 en 1 is in 10 gelijke delen verdeeld.

Elk deel is 1 : 10 = 0,1.

De pijl wijst naar het derde streepje na het getal 0.

De pijl wijst naar het getal 0,3.
0,3
Er zitten 10 streepjes tussen 0 en 1. Dit betekend dat je 1 moet delen door 10.
1 : 10 = 0,1
Elk streepje is dus 0,1 waard. Bij het 3e streepje zit je dan op 0,3.

Slide 15 - Slide

Reken uit:

Slide 16 - Slide

Wat voor een som is dit?
A
een aftrek som -
B
een optel som +
C
een keer som X
D
een deel som :

Slide 17 - Quiz

Hoe hoog staat het water nu?
A
7,0
B
6,7
C
7,2
D
7,5

Slide 18 - Quiz

3.2 Optellen
Bij het optellen met decimale getallen moeten de komma’s recht onder elkaar geplaatst worden.
14,83 + 2,78=
1 4  ,  8 3
   2  ,  7 8 +
 1 7  ,  6 1

Slide 19 - Slide

Soms moet je getallen met een verschillend aantal decimalen bij elkaar optellen. Het is dan handig om extra nullen achter de komma te plaatsen, zodat de getallen evenveel cijfers achter de komma hebben.

Slide 20 - Slide

  • Soms moet je getallen met een verschillend aantal decimalen bij elkaar optellen.

  • Het is handig om een gelijk aantal decimale getallen achter de komma te hebben.
 
2 5 , 4
    2 , 7 3 +
2 5 , 4 0
    2 , 7 3 +

Slide 21 - Slide

Whiteboard uitleg

Slide 22 - Slide


Slide 23 - Open question

Aftrekken van decimale getallen
3,358 - 1,036 =
A
2,223
B
2,322
C
3,232
D
2,232

Slide 24 - Quiz

Whiteboard

Slide 25 - Slide

Aftrekken van decimale getallen
4,31 - 2,101 =
A
2,199
B
2,20
C
3,141
D
2,209

Slide 26 - Quiz

Exit ticket 1
Wat is het belangrijkste wat je
deze les hebt geleerd?

Slide 27 - Mind map

Exit ticket 2
Stel één vraag over iets dat je
nog niet zo goed hebt begrepen.
Als alles duidelijk was geef je dat gewoon aan

Slide 28 - Mind map

Planning
  •  Deze week maken 3.1 t/m 3.3
  • Schrijf je vragen op die je hebt voor de volgende les
  • Bekijk de Animaties van 3.4 t/m 3.6

Slide 29 - Slide

Vragen ?
Vragen?
Als je vragen hebt bij het maken van de opdrachten, schrijf ze op dan kunnen we ze behandelen tijdens de volgende les!

Slide 30 - Slide