10.4 Periodieke verbanden periode, frequentie

3K 6.1 Periodieke verbanden
1 / 31
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3K 6.1 Periodieke verbanden

Slide 1 - Slide

3K 6.1 Periodieke verbanden

Slide 2 - Slide

Wat leer je in deze les?
  • Wat een periode is.
  • Hoe je een periodiek verband kunt tekenen.
  • Hoe je kunt rekenen aan de hand van een periodiek verband.
  • Wat het maximum en minimum van een grafiek is

Slide 3 - Slide

Periodiek verband

Slide 4 - Slide

De lengte van 1 stukje grafiek noem je 1 periode

Slide 5 - Slide

Maximum en minimum

Slide 6 - Slide

Schrijf in je schrift: Uitleg  10.4

Periodieke grafiek: een grafiek die steeds uit dezelfde stukjes bestaat. 

Periode: de lengte van 1 zo´n stukje.

Slide 7 - Slide

Schrijf in je schrift: Uitleg  10.4

Periodieke grafiek: een grafiek die steeds uit dezelfde stukjes bestaat. 

Slide 8 - Slide

 Periodiek verband=Terugkerende patroon van steeds dezelfde stukjes
  • 1 periode = de lengte van zo'n  stukje
  • Max
  • Min

Slide 9 - Slide

1 periode = De lengte van 1 stukje
Max
Min

Slide 10 - Slide

Periodiek verband

Slide 11 - Slide

Frequentie berekenen

Slide 12 - Slide

Bereken de frequentie per uur

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Bij deze grafiek
hoort een ........
A
Kwadratisch verband
B
Lineair verband
C
Periodiek verband
D
Omgekeerd evenredig verband

Slide 17 - Quiz

Hoort deze grafiek bij een periodiek verband?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz


In de figuur hiernaast zie je de grafiek van een periodiek verband. Hierin is t in weken.

Lees de periode af en typ in.

Slide 19 - Open question

Hoeveel seconde is de periode?
A
1,5
B
3,5
C
5
D
10

Slide 20 - Quiz

Hoeveel seconden duurt 1 periode?
A
30
B
90
C
120
D
60

Slide 21 - Quiz

De periode is hier .... seconden
A
2,5
B
2
C
2,25
D
5

Slide 22 - Quiz

Wat voor soort verband hoort er bij deze grafiek?
A
Wortel verband
B
Kwadratisch verband
C
Lineair verband
D
Periodiek verband

Slide 23 - Quiz

Wat is de periode van deze grafiek?
A
0,5
B
1,0
C
1,5
D
2,0

Slide 24 - Quiz

Wat is het minimum van deze grafiek?
A
1
B
2
C
3

Slide 25 - Quiz

Wat is het maximum van deze grafiek?
A
1
B
2
C
3

Slide 26 - Quiz

bereken de periode

Slide 27 - Open question

Wat is de periode?

Slide 28 - Open question


Hoeveel minuten duurt 1 periode?

Slide 29 - Open question

Wat is de periode van deze grafiek?
A
300
B
5
C
7
D
Geen, want het is niet periodiek.

Slide 30 - Quiz

Wat is de periode van deze grafiek?
A
1
B
2
C
5
D
Geen, want het is niet periodiek.

Slide 31 - Quiz