3M H3 lezen les 1: Verbanden en signaalwoorden mening, argument, conclusie

Mededeling: 
 Lees de theorie en maak de startopdracht --> twee nieuwe verbanden 
Herhaling verbanden h3 en h4 (ops, tegenst, vb, tijd, o-g, vw)
Samen de LessonUP.
Aantekeningen maken (omkaderen/arceren)
Zelfstandig aan de slag  1 t/m 3

Doel: De verbanden mening, argument en conculsie herkennen doormiddel van signaalwoorden. BLZ. 124.

Klaar? Nakijken, analyseren en boek lezen 
Verlengde instructie: 
Verdieping:
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Mededeling: 
 Lees de theorie en maak de startopdracht --> twee nieuwe verbanden 
Herhaling verbanden h3 en h4 (ops, tegenst, vb, tijd, o-g, vw)
Samen de LessonUP.
Aantekeningen maken (omkaderen/arceren)
Zelfstandig aan de slag  1 t/m 3

Doel: De verbanden mening, argument en conculsie herkennen doormiddel van signaalwoorden. BLZ. 124.

Klaar? Nakijken, analyseren en boek lezen 
Verlengde instructie: 
Verdieping:

Slide 1 - Slide

H5 Mening, argument & conclusie
- Wat weten we er al?
- Korte uitleg

Slide 2 - Slide

Leerdoelen H5
- Weet ik het verschil tussen een feit en een mening.
- Weet ik wat een argument is en aan welke signaalwoorden ik een argument kan herkennen.
- Weet ik wat een conclusie is en welke signaalwoorden een conclusie aangeven. 

Slide 3 - Slide

timer
1:30
Mening, argument
& conclusie

Slide 4 - Mind map

Feit
- Iets dat waar is
- Je kunt het controleren
- Je kunt het bewijzen

Slide 5 - Slide

Mening
- Iets dat iemand vindt over iets
- Je kunt het herkennen aan:
'ik vind', 'volgens mij'
- Je kan het ermee eens en oneens zijn

Slide 6 - Slide

Argument
- De reden waarom iemand iets vindt
- Je kunt dit herkennen aan:
 'want', 'omdat', 'daarom', 'namelijk'

Slide 7 - Slide

Conclusie
- Aan het einde van een tekst kan de schrijver een conclusie geven
- Kort herhalen van mening en argument
- Je kunt het herkennen aan:
'dus', 'concluderend', 'dat betekent'

Slide 8 - Slide

Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Willem-Alexander is de koning van Nederland.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie

Slide 9 - Quiz

Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Ik vind Maxima de mooiste koningin van Europa.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie

Slide 10 - Quiz

Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Dat betekent dat prinses Beatrix haar boot moet verkopen.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie

Slide 11 - Quiz

Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Omdat deze boot de burgers heel veel geld kost.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie

Slide 12 - Quiz

Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
D
Conclusie

Slide 13 - Quiz

Mededeling: 3k5 toets tv 12 mei
 Lees de theorie en maak de startopdracht  
Samen de lesson-up.
Aantekeningen maken (omkaderen/arceren)
Zelfstandig aan de slag in je schrift  1 t/m 3

Doel: Mening, argument en conculsie herkennen dmv signaalwoorden.

Klaar? Nakijken, analyseren en boek lezen 
Verlengde instructie: 
Verdieping:

Slide 14 - Slide