De vroege Middeleeuwen: verspreiding christendom, leenstelsel en hofstelsel

De val van het Romeinse Rijk en het begin van de Middeleeuwen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
geschiedenisMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

De val van het Romeinse Rijk en het begin van de Middeleeuwen

Slide 1 - Slide

Terugblik
  • Pax Romana
  • Romanisering

  • Goede organisatie
  • Samenleving gericht op oorlog en overwinning.

Slide 2 - Slide

De ondergang van het Romeinse Rijk
Grensregio's:
  1. Toename van onrust tussen Romeinen en bijv. Bataven
  2. Romeins bestuurssysteem viel weg (geen handel en organisatie)
  3. Grote Volksverhuizing

476 n. Chr. wordt de laatste west Romeinse keizer afgezet  

Slide 3 - Slide

Wie hadden de titel burger in het Romeinse Rijk?
A
Slaven, vrouwen en mannen
B
Vrouwen en mannen
C
Alleen mannen van hoge rangen/status
D
Alle mannen

Slide 4 - Quiz

Grote volksverhuizing
Rond 400 n. Chr. gingen veel (Germaanse) volken op zoek naar ander leefgebied, ze gingen verhuizen. 
  1. Stammen groeiden
  2. Jaloers op de rijkdom van de Romeinen
  3. Bang voor de Hunnen (volk uit het Midden-Oosten)

Slide 5 - Slide

Wat is de volksverhuizing?
De volksverhuizing is een verhuizing van verschillende volken. De Romeinen konden het volk niet meer beschermen. Daarom vochten volken  met elkaar en werd ieder volk door elkaar weggejaagd. Zo kwam ieder volk op een andere plek. Iedereen zocht een veiig plekje. 
De Franken
De Franken zijn de belangrijkste groep Germanen voor west-Europa. In de middeleeuwen werd het rijk van de Franken namelijk heel groot en machtig.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Welke groepen in de samenleving sloten zich als eerst aan bij de christenen?
A
Slaven
B
Laag opgeleide mannen
C
Vrouwen en mannen
D
Vrouwen en slaven

Slide 8 - Quiz

Waarom zochten vrouwen en slaven juist toevlucht bij de christenen?

Slide 9 - Open question

Hoe werd de kerk zo rijk?

Slide 10 - Open question

Het Romeinse Rijk valt en nu?
  • Geen orde en handhaving meer --> onveilig
  • Veel nieuwe volken en stammen
  • Geen handel = geen geld
  • Geen steden meer --> men leeft van eigen landbouw

Kortom: Chaos!

Slide 11 - Slide

Het kasteel
In het kasteel woonde de bezitter van het stuk land, de heer. De heer zorgde voor veiligheid bij oorlog. 
Het dorp
In het dorp wonen horigen. Deze mensen zijn boeren en horen bij het land. Ze leven van hun eigen landbouw en moeten klusjes doen voor de heer, in ruil voor de veiligheid. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Het Frankische Rijk
De Franken worden de baas van veel Germaanse stammen.
Vroeger hielpen de Franken de Romeinen. Nu hebben ze hun eigen rijk. Het is bijna net zo groot als Europa nu.

Slide 14 - Slide

Karel de Grote
Koning van het Frankische Rijk.

Zorgde voor orde en structuur in het rijk
  1. leenstelsel
  2. rondreizen 

Slide 15 - Slide

LEENSTELSEL
Dit is een politiek stelsel: een manier om een groot rijk onder controle te houden in de tijd van monikken en ridders
Leenmannen, achterleenmannen en ridders zijn trouw aan Karel de Grote en beschermen het land en zijn inwoners

Slide 16 - Slide

Leenstelsel

Slide 17 - Slide

Kortom
  • Val Romeinse Rijk en volksverhuizing --> Chaos
  • Men gaat van de landbouw leven. Boeren gaan bij heren wonen die een kasteel hebben. In tijden van oorlog zijn zij dan veilig.
  • Karel de Grote van het Frankische Rijk wordt heel machtig in Europa. Zijn rijk is succesvol door het leenstelsel en doordat hij veel rondreist. 

Slide 18 - Slide

dit tijdvak heet de tijd van monniken en ridders.
Waarom zou dit tijdvak vernoemd worden naar monniken?

Slide 19 - Open question

en waarom naar ridders?

Slide 20 - Open question

HET HOFSTELSEL
Dit is een economisch systeem om te zorgen voor voedsel en bescherming

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

welke samenleving hadden de romeinen
A
agrarisch
B
agrarisch-stedelijk
C
autarkisch
D
stedelijk

Slide 23 - Quiz

welke samenleving was er in de vroege middeleeuwen?
A
agrarisch
B
agrarisch-stedelijk
C
autarkisch
D
stedelijk

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Video

Wat betekent autarkisch?

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video