LS H4 U4 wederkerende werkwoorden

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

wederkerende werkwoorden

eerst even de tijden                                                                 

présent (tegenw tijd)

je me lave (ik was me)

tu te laves (jij wast je)

il/elle/on se lave (....)   

nous nous lavons         

vous vous lavez             

ils/elles se lavent          

waar moet je op letten
bij de tegenw tijd?

wat betekent:
nous nous habillons

1. wij wassen ons
2. wij wandelen
3. jullie kleden je aan
4. wij kleden ons aan

en deze?
elle se réveille

1. zij staat op
2. zij wordt wakker
3. zij is wakker geworden
4. zij worden wakker

nu andersom:
vertaal u haast zich

1. vous dépechez
2. vous se dépechez
3. vous se dépecher
4. vous vous dépechez

ne helemaal zelf: vertaal
"wij heten"

tijd nr 2: imparfait (verleden tijd)

= présent nous vorm - ons +     ais,      ais     ait                                                                    

      ions      iez         aient

je me lavais, tu te lavais, ils se lavait

nous nous lavions, vous vous laviez, isl se lavaient

(Ik waste me, jij waste je ...)

welke 3 stappen doe je om
een vorm te vertalen?

wat betekent:
"je me reposais?"

1. ik rust uit
2. ik kleed me aan
3. jij rustte uit
4. ik rustte uit

en hoe vertaal je:
"jullie wandelden"?

1. ils se promenaient
2. vous se promeniez
3. vous vous promeniez
4. vous se promener

nog eentje:
"jij stelde je voor"

tijd nr 3: Futur (toek tijd)

hele werkwoord + uitgang :

ai     as      a     ons      ez     ont

Je me laverai = ik zal me wassen

tu te laveras = jij zult je wassen

aan de slag weer, wat betekent:
"ils se réveilleront"?
(denk aan de stappen)

1. zij zal zich wekken
2. zij zullen wakker worden
3. zij werden wakker
4. zij zijn wakker geworden

en deze?
"ik zal naar bed gaan"

1. je me couche
2. je me coucherais
3. je se coucheras
4. je me coucherai

nu helemaal zelf:
"wij zullen ons omdraaien"

tijd 4: passé composé

let op:

ik heb me gewassen = je me SUIS lavé

(letterlijk staat er ik me ben gewassen)

dus ook: tu  t'es lavé etc.

schrijf nu het hele rijtje op van
se laver in de passé composé

wat betekent:
"je me suis présenté"?

1. ik heb voorgesteld
2. ik heb me voorgesteld
3. ik ben voorgesteld
4. ik stel me voor

en "vous vous etes couché"?

1. jullie gaan naar bed
2. u bent naar bed gegaan
3. jullie gingen naar bed
4. jullie zullen naar bed gaan

en deze helemaal zelf:
"hij is wakker geworden"

Nog 1 opletter:

in de passé composé

als het onderwerp vrouwelijk is krijgt het vtdw een extra e

en bij meervoud een extra s

elle s'est lavée (zij heeft zich gewassen)

vertaal nu de laatste 3:
wij hebben ons gehaast

1. nous nous avons dépechés
2. nous sommes dépechés
3. nous nous sommes dépechés
4. on s'est dépeché

zij zijn dichterbij gekomen

het rad van avontuur:

Noem 1 opletter die je
vandaag geleerd hebt