De belastingdienst gaat uit van een (verzonnen)
rendement op het
vermogen. Bij dat rendement wordt ook rekening gehouden dat in de praktijk
grote vermogens vaak
meer rendement opleveren dan
kleine vermogens. Daarom berekent de belastingdienst het (verzonnen) inkomen over het vermogen uit met een
progressief schijventarief. Net als in box 1.
Het (verzonnen) inkomen wordt vervolgens belast met 30% belasting.
Het vermogen waarover belasting moet worden betaald, wordt gemeten op 1 januari van het belastingjaar.
Over de eerste € 30.846 hoef je geen belasting te betalen. Als je dus spaargeld dat lager is dan dit bedrag, hoef je niets te betalen.