daarna, dan, eerst, inmiddels, intussen, later, nadat, nu, ooit, terwijl, toen, uiteindelijk, vervolgens, voordat
al met al, concluderend, daarom, dat houdt in, dus
bovendien, daarnaast, en, niet alleen ... (maar) ook, om te beginnen, ook (nog), ten eerste, ten slotte, verder, vervolgens
aan de ene kant … aan de andere kant, tegenover, daarentegen, echter, hoewel, maar, ofschoon, ondanks dat, toch
als, bijvoorbeeld, denk (maar) aan, neem nou, zo, zoals