V4- par. 3.4 El Niño – zuidelijke oscillatie

3.4 El Niño - Zuidelijke oscillatie
  • Welkom terug!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

3.4 El Niño - Zuidelijke oscillatie
  • Welkom terug!

Slide 1 - Slide

De warme zeestroom zorgt in Nederland voor een...
A
Zachte winter, koele zomer
B
Strenge winter, hete zomer
C
Nat klimaat
D
Droog klimaat

Slide 2 - Quiz

Een koude zeestroom zorgt voor
A
Lage druk en neerslag
B
Lage druk en droogte
C
Hoge druk en neerslag
D
Hoge druk en droogte

Slide 3 - Quiz

Een koude zeestroom zorgt voor...
A
Minder verdamping dus meer neerslag
B
Minder verdamping dus minder neerslag
C
Meer verdamping dus meer neerslag
D
Meer verdamping dus minder neerslag

Slide 4 - Quiz

- Zeestromen aangedreven door luchtstromen.

- Er zijn meer interacties tussen atmosfeer en oceaan -> ENSO
El Niño (zeestromen) Southern Oscillation (luchtstromen)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Southern Oscillation (lucht)
Veranderde situatie:
  • Lagedrukgebied boven Darwin wordt heel zwak, dus er is niet echt lage druk (weinig verschil).
  • Sterker lagedrukgebied boven Tahiti.
  • Passaten verzwakken of verdwijnen
  • Kans op een westenwind.  

Slide 7 - Slide

Zuidelijke Oscillatie
"Op en neer gaan'' van het luchtdrukverschil tussen Tahiti en Darwin. (atmosferisch deel)

El Nino:
Het oceanisch deel van dit systeem.   




Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Gevolgen El Nino
  • Bosbranden in Indonesië door droogte
  • Overstromingen in Peru door zware regenval
  • Daling visvangst bij Peru door minder opwellend diepzeewater

Slide 11 - Slide

Wanneer El Nino optreedt
A
trekt het hoge drukgebied richting Zuid-Amerika
B
trekt het lage drukgebied richting Zuid-Amerika
C
trekt het lage drukgebied richting Australie

Slide 12 - Quiz

Is op de afbeelding sprake van een
El Nino of een normale situatie?
A
El Nino
B
Normale situatie

Slide 13 - Quiz

Deze foto is gemaakt tijdens een El Nino. In Peru of Indonesië?
A
Peru
B
Indonesië

Slide 14 - Quiz

Extreme regens in Peru komen voor tijdens:
A
normale situatie
B
El Nino
C
La Nina

Slide 15 - Quiz

Waar hoort de definitie bij?
'relatief droge wind die het hele jaar uit oostelijke richting van de subtropische hogedrukgebieden naar de evenaar waait'
A
Moesson
B
Passaat
C
El Nino
D
La Nina

Slide 16 - Quiz

3.5: Klimaatfactoren
· Breedteligging:
– Hoe hoger de breedte, hoe kouder.
– De neerslag neemt vanaf de evenaar in eerste instantie af, vanaf de subtropen toe en vanaf de gematigde breedte tot de polen af.
· Gebergte / hoogte
– Hoe hoger, hoe kouder.
– Een gebergte kent veelal een vochtige en een droge zijde.
· Type oppervlak:
– Gebieden aan zee kennen kleinere temperatuurverschillen.
– Gebieden aan zee zijn vochtiger, tenzij er een koude zeestroom voor de kust loopt.





Slide 17 - Slide

De rest van 3.5: Zelfstudie
Ik maak een samenvatting voor jullie en zal deze op Teams zetten. 

Gebruik dat (ook) als voorbereiding voor het SO in week 9, waarschijnlijk op maandag

Slide 18 - Slide