Wederkerende werkwoorden zijn werkwoorden als zich wassen, zich vervelen, zich schamen, zich vergissen etc. Deze werkwoorden hebben altijd een wederkerend voornaamwoord bij zich (me, je , zich, ons)
Verplicht wederkerende werkwoorden (zich gedragen, zich vergissen, zich schamen)
Toevallig wederkerende werkwoorden (zich wassen, zich scheren, zich vermaken)
De voornaamwoorden van de verplicht wederkerende werkwoorden horen bij het WG.
Hij bemoeit zich met mijn dochter.
Wij vermaken ons op het leuke schoolfeest!