D2 / W2 Alle(n), beide(n), sommige(n)

Leerdoelen
Ik weet wanneer een woord als alle(n), beide(n) en enkele(n) 
wel / geen -n krijgt aan het einde van het woord en ik kan dit correct toepassen. 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Leerdoelen
Ik weet wanneer een woord als alle(n), beide(n) en enkele(n) 
wel / geen -n krijgt aan het einde van het woord en ik kan dit correct toepassen. 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

(...) leerlingen leren nooit voor een toets.
A
sommigen
B
sommige

Slide 3 - Quiz

Van ... studenten hebben ... een voldoende gehaald voor hun toets.
A
alle, velen
B
allen, vele
C
alle, vele
D
allen, velen

Slide 4 - Quiz

Van die struiken wil ik er wel ... in mijn tuin.
A
enkelen
B
enkele

Slide 5 - Quiz

Die broers maken altijd ruzie en meestal hebben ze ... schuld.
A
beide
B
beiden

Slide 6 - Quiz

Wij gingen met zijn (....) naar de bioscoop.
A
alle
B
allen

Slide 7 - Quiz

Katten zijn leuk. (...) vind ik vervelend
A
Weinige
B
Weinigen

Slide 8 - Quiz

Ik heb twee zussen. Ze zijn (...) erg goed in taal.
A
beide
B
beiden

Slide 9 - Quiz

De kippen waren (...) ontsnapt.
A
alle
B
allen

Slide 10 - Quiz

Hans had twee foto's gemaakt. Ze zijn (...) mislukt.
A
beide
B
beiden

Slide 11 - Quiz

In onze kast staan de oudste(n) dropjes voor de nieuwste(n)
A
oudste, nieuwste
B
oudsten, nieuwste
C
oudste, nieuwsten
D
oudsten, nieuwsten

Slide 12 - Quiz

Huiswerk
Leren blz. 33 werkboek Taalverzorging
Maken blz. 33 werkboek Taalverzorging

Slide 13 - Slide