09 02 24 H2 Spelling met of zonder -n

H2 Spelling
Met of zonder -n

blz. 70
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

H2 Spelling
Met of zonder -n

blz. 70

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Van alle(n) studenten hebben vele(n) een voldoende gehaald voor hun toets.
A
alle, velen
B
allen, vele
C
alle, vele
D
allen, velen

Slide 4 - Quiz

Van die struiken wil ik er wel enkele(n) in mijn tuin.
A
enkelen
B
enkele

Slide 5 - Quiz

Die broers maken altijd ruzie en meestal hebben ze beide(n) schuld
A
beide
B
beiden

Slide 6 - Quiz

Die broers hebben altijd ruzie en meestal hebben beide(n) schuld.
A
beide
B
beiden

Slide 7 - Quiz

In onze kast staan de oudste(n) dropjes voor de nieuwste(n)
A
oudste, nieuwste
B
oudsten, nieuwste
C
oudste, nieuwsten
D
oudsten, nieuwsten

Slide 8 - Quiz

Koop een Lavamat-wasmachine: van de beste(n) de goedkoopste(n)
A
beste, goedkoopste
B
besten, goedkoopste
C
beste, goedkoopsten
D
besten, goedkoopsten

Slide 9 - Quiz

Bejaarde(n) mensen minder slaap nodige dan jeugdige(n).
A
bejaarde, jeugdige
B
bejaarden, jeugdige
C
bejaarde, jeugdigen
D
bejaarden, jeugdigen

Slide 10 - Quiz

Sommige(n) van de leerlingen gaan in de herfstvakantie op reis.
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 11 - Quiz

Op de receptie genoten de aanwezige(n) van een heerlijke versnapering.
A
aanwezige
B
aanwezigen

Slide 12 - Quiz

Huiswerk
Maken: opdracht 1 t/m 4
Leren: theorie

Slide 13 - Slide