Machtige koningen

Machtige koningen
Leerdoelen
  1. • Je kunt uitleggen dat sommige koningen in de 17e eeuw absolute macht hadden.
  2. Je kunt uitleggen op welke twee manieren sommige koningen meer macht probeerden te krijgen.
  3. Je kunt uitleggen dat de Republiek op het gebied van geloof en bestuur anders was dan de meeste Europese landen in de 17e eeuw.

1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Machtige koningen
Leerdoelen
  1. • Je kunt uitleggen dat sommige koningen in de 17e eeuw absolute macht hadden.
  2. Je kunt uitleggen op welke twee manieren sommige koningen meer macht probeerden te krijgen.
  3. Je kunt uitleggen dat de Republiek op het gebied van geloof en bestuur anders was dan de meeste Europese landen in de 17e eeuw.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Vraag 1 & 2
Maak vraag 1 & 2 in je boek bladzijde 92 en 93.
Mag in tweetallen, maar wel fluisteren. 
timer
4:00

Slide 3 - Slide

Vraag 1
1a. Gebruik bron 1. Hier woonden de koning en zijn familie. Wie woonden er nog meer in dit paleis?
  • De hofhouding, ministers en ambtenaren.
1b. Bedenk een reden waarom al deze mensen in hetzelfde paleis woonden en werkten.
  • De koning bestuurde vanuit het paleis zijn land. Ministers en ambtenaren hielpen hem daarbij.
1c.  Gasten komen in koetsen naar het paleis. Hoe kun je zien dat dit belangrijke gasten
waren?
  • Aan de mooie koetsen en kleding van de gasten.

Slide 4 - Slide

Vraag 2
Leg uit dat Lodewijk XIV met de Spiegelzaal liet zien dat hij belangrijk was.
  • In de Spiegelzaal hingen dure spiegels en enorme kandelaars (kroonluchters). Dat kon bijna niemand betalen.

Slide 5 - Slide

Absolute macht
Koningschap is erfelijk, wordt opgevolgd door het oudste kind.
Centraal bestuur lukte rond de 17e eeuw.
Koning kreeg absolute macht = Absolutisme.

Slide 6 - Slide

Absolutisme
Lodewijk XIV eerste absolute koning.
Zonnekoning, als draait om hem.
Minister geven advies, maar hij neemt het besluit.

Slide 7 - Slide

Vraag 3 blz. 94
3a. Wie hadden in de 17e eeuw in de meeste Europese landen de macht?
  • B koningen
3b. Het koningschap is erfelijk. Wat betekent dat?
  • Dat het oudste kind van de huidige koning(in) de nieuwe koning(in) wordt

Slide 8 - Slide

Vraag 4
4a. Vul de ontbrekende woorden in. Kies uit: de adel • het bestuur • het leger.
  • Tot in de 16e eeuw moesten koningen hun macht delen met de adel.
  • Die hielp de koning bij het bestuur
  • Edelen voerden hun eigen mannen aan in het leger
4b. Koningen wilden graag een centraal bestuur. Wat past bij een centraal bestuur? Twee antwoorden zijn goed.
  • B De koning bestuurt het land vanuit zijn paleis.
  • De wetten gelden voor alle inwoners van een land.

Slide 9 - Slide

Vraag 5
5a. Wat is absolute macht?
  • D De macht is in handen van één persoon
5b. Hoe heet de vorm van bestuur waarbij de koning alle macht heeft?
  • Absolutisme

Slide 10 - Slide

Vraag 6
6a. Gebruik bron 2. Hoe is Lodewijk XIV afgebeeld?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Vraag 6
6a. Gebruik bron 2. Hoe is Lodewijk XIV afgebeeld?
  • B Als een gouden zon met zonnestralen.
6b. Leg uit dat dit symbool goed bij Lodewijk XIV past.
  • Lodewijk XIV had alle macht en was het middelpunt van het bestuur, net zoals de zon het middelpunt van ons zonnestelsel is.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Koningen willen meer macht

Slide 15 - Slide

Eerste manier
 Ten eerste was hij ervan overtuigd dat God hem de macht had gegeven om als een vader voor zijn volk te zorgen.

Slide 16 - Slide

Tweede manier
Ten tweede nam Lodewijk verschillende maatregelen om de macht van de adel te verkleinen.

Slide 17 - Slide

Andere koningen volgden
Koning Wilhelm Frederik I van Pruisen
Peter de Grote van Rusland

Slide 18 - Slide

Vraag 7 & 8
Maak vraag 7 & 8 in je boek op bladzijde 95 en 96
Mag in tweetallen, maar wel fluisteren
timer
5:00

Slide 19 - Slide

Vraag 7
7a. Onderstreep in de tekst ‘Koningen willen meer macht’ op welke twee manieren Lodewijk XIV meer macht probeerde te krijgen. Onderstreep twee zinnen.
  • Ten eerste was hij ervan overtuigd dat God hem de macht had gegeven om als een vader voor zijn volk te zorgen.
  • Ten tweede nam Lodewijk verschillende maatregelen om de macht van de adel te verkleinen.

Slide 20 - Slide

Vraag 7
7b. Hoe bestuurden absolute koningen hun land? Maak de tekst kloppend.
  • Ambtenaren / Edelmannen hielpen de koning bij het bestuur.
  • In het hele land golden dezelfde / verschillende wetten.
  •  De koning voerde oorlogen met het leger van de adel / zijn eigen leger.
  • . Het land werd vanuit één plaats / meerdere plaatsen bestuurd.

Slide 21 - Slide

Vraag 8
8a. Lodewijk XIV had in Frankrijk de absolute macht. Welke twee andere Europese landen werden in de 17e eeuw bestuurd door een absoluut vorst?
  • C Pruisen.
  • D Rusland.
8b. Welke overeenkomst is er tussen de maatregelen van de drie absolute vorsten?
  • D Alle vorsten voerden veranderingen door in het leger

Slide 22 - Slide

Hoe heten de eerste koning met absolute macht?
A
Lodewijk XXX
B
Lodewijk XIV
C
Lodewijk XVI
D
Lodewijk VIX

Slide 23 - Quiz

Vanaf welke plek bestuurde Lodewijk XIV Frankrijk?
A
Parijs
B
Brussel
C
Versailles
D
Lyon

Slide 24 - Quiz

Bestuurde Lodewijk XIV samen met zijn ministers of alleen?
A
Hij Bestuurde alleen, ministers gaven alleen advies.
B
Hij bestuurde samen.
C
De ministers bestuurde alleen.
D
De ministers bestuurde en Lodewijk gaf advies.

Slide 25 - Quiz

Hoe probeerde een absolute koning meer macht naar zich toe te trekken?
A
Hij vermoorde alle adel.
B
Hij zei dat hij de macht van God had gekregen.
C
Hij gaf de adel meer geld.
D
Hij begon een democratie.

Slide 26 - Quiz

In welke twee andere landen dan Frankrijk een absolute macht?
A
Nederland & België
B
Spanje & Italië
C
Engeland & Ierland
D
Pruisen & Rusland

Slide 27 - Quiz

Volgende les
Geen huiswerk, maar je mag wel alvast het stukje 'de uitzondering' op bladzijde 96 lezen. 

Slide 28 - Slide

De uitzondering
Drie redenen waarom de Republiek een bijzonder land was.

Slide 29 - Slide

Drie redenen
  1. Ten eerste hadden in de Republiek rijke burgers de macht, en niet een koning. 
  2. Ten tweede had de Republiek geen centraal bestuur. De zeven gewesten namen elk hun eigen besluiten over wetten, rechtspraak en belastingen.
  3. Ten derde was er in de Republiek verdraagzaamheid. Je werd niet vervolgd als je een ander geloof had of een andere mening dan de meeste mensen.


Slide 30 - Slide