GMK P4 - Urinewegen - incontinentie en mannenproblemen

1 / 38
next
Slide 1: Slide
GeneesmiddelkennisMBOStudiejaar 1,4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welke infecties worden veroorzaakt door bacteriën?

Slide 2 - Mind map

Tegen welke groep micro-organismen zijn antibiotica werkzaam?
A
Bacteriën
B
Schimmels
C
Virussen
D
Parasieten

Slide 3 - Quiz

Welke antibiotica ken je?

Slide 4 - Mind map

In welke toedieningsvormen zijn antibiotica verkrijgbaar?
(Meerdere antwoorden goed)
A
Tabletten en capsules
B
Drank
C
Oordruppels en oogdruppels
D
Zetpil

Slide 5 - Quiz

Antibiotica worden vaak als 'kuur' gegeven. Wat betekent dit?
A
Behandeling ter voorkoming van een infectie
B
Combinatie van een ingreep met daarna medicatie
C
Kortdurende behandeling van 5-10 dagen
D
Levenslange behandeling

Slide 6 - Quiz

Wat is een veelvoorkomende bijwerking van antibiotica?
A
Diarree
B
Maagklachten
C
Obstipatie
D
Sufheid

Slide 7 - Quiz

Waar denk je aan bij
de behandeling van cystitis?

Slide 8 - Mind map

Stelling 1: Bacteriostatisch werkt bacteriegroei remmend
Stelling 2: Amoxicilline werkt bacteriostatisch
A
Stelling 1 is juist
B
stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
beide stellingen zijn onjuist

Slide 9 - Quiz

Doxycycline behoort tot welke geneesmiddelgroep
A
Penicillines
B
Tetracyclines
C
Macroliden
D
Sulfonamiden

Slide 10 - Quiz

welke infectie wordt niet veroorzaakt door een virus
A
HIV
B
Verkoudheid
C
Blaasontsteking
D
Koortslip

Slide 11 - Quiz

Welke lokale toedieningsvormen bestaan met antibiotica?

Slide 12 - Mind map

Wat is geen kenmerk van de behandeling bij UWI?
A
Advies veel water drinken
B
Antibiotica
C
Blind behandelen
D
Cranberry gebruiken

Slide 13 - Quiz

Hoelang duurt de behandeling van een gecompliceerde UWI?
A
1-3 dagen
B
5-7 dagen
C
7-10 dagen
D
7-14 dagen

Slide 14 - Quiz

Wat is de meest voorkomende wormsoort in Nederland ?

Slide 15 - Open question

Welke van de onderstaande geneesmiddelen is een antiviraal middel?
A
Mebendazol
B
Broxil
C
Aciclovir
D
Ciprofloxacine

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Leerdoelen
Je kunt de aandoeningen aan de de urinewegen benoemen
Je kunt de verschillende aandoeningen uitleggen
Je kunt de behandeling tegen deze aandoeningen benoemen
Je kunt de medicatie benoemen die gebruikt wordt bij de behandeling . het gebruik en de bijwerkingen


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

welke aandoeningen van de urinewegen ken je?

Slide 20 - Mind map

Slide 21 - Slide

Wat is een ander woord voor
stress-incontinentie?
A
Aandrang-incontinentie
B
Inspannings-incontinentie
C
urineweginfectie
D
Urge-incontinentie

Slide 22 - Quiz

Wanneer heb je last van urge-incontinentie?
A
Bij niezen
B
Bij hoesten
C
Bij lachen
D
Plotseling opkomende aandrang

Slide 23 - Quiz

Met welk type incontinentie verliest iemand een paar druppels urine?
A
Stress-incontinentie
B
Urge-incontinentie

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Welke twee middelen zijn spasmolytica?
A
oxybutinine, solifenacine
B
cefuroxim, cotrimoxazol
C
miconazol, ketoconazol
D
cetirizine, fluticason

Slide 27 - Quiz

Welke bijwerkingen komen vaak voor bij spasmolytica?
A
droge mond, wazig zien, obstipatie
B
hallucinaties, wanen, verwardheid
C
gewichtstoename, kans op hart- en vaatziekten
D
allergische reacties

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Welk middel wordt gebruikt bij bedplassen?
A
amoxicilline
B
desmopressine
C
oxybutinine
D
tolterodine

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

VERGROTE PROSTAAT-Behandeling
- Niet medicamenteuze adviezen
- Operatieve ingreep
- Medicamenteuze adviezen; Alfa blokkers, 5 alfa reductase remmers

Slide 33 - Slide

Medicijnen
Alfa Blokkers: Tamsulosine, Alfuzosine
Ontspant plasbuis en prostaat. Veel bijwerkingen!
5- Alfa-Reductaseremmers: Dutasteride, Finasteride
Zorgt ervoor dat de prostaat minder groeit of zelfs kleiner wordt.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide