P12 - Les 2: aangeboren afwijkingen, mictiestoornissen, nierstenen en UWI

les 2 onderwerpen 
aangeboren afwijkingen van nieren/urinewegen 
vormen van incontinentie benoemen en wat dat inhoudt
bemoeilijkte mictie, oorzaken 
nierstenen
infecties urinewegen





1 / 39
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

les 2 onderwerpen 
aangeboren afwijkingen van nieren/urinewegen 
vormen van incontinentie benoemen en wat dat inhoudt
bemoeilijkte mictie, oorzaken 
nierstenen
infecties urinewegen





Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

congenitale nierafwijkingen
posterieure urethrale kleppen
afwijkende ligging
hoefijzernier
hypoplastische nier
dysplastische nier
multicysteuse dysplastische nieren
nieragenesie

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vesico-ureterale reflux 
Urine stroomt verkeerde kant op

Oorzaak 
kind: aangeboren afwijking
volwassen: tumor, urinesteen

Slide 5 - Slide

Bij vesico-ureterale reflux vloeit urine terug van de blaas naar de nieren. Normaal gezien stroomt de urine van de nieren naar de blaas, maar bij vesico-ureterale reflux ontstaat tweerichtingsverkeer.
In de meeste gevallen wordt de reflux veroorzaakt door een aangeboren afwijking (primaire reflux). Minder frequent zijn de gevallen waarin de druk in de blaas te hoog is (secundaire reflux).
Figuur: normale richting van urinestroom (blauw) en de urinestroom bij vesico-ureterale reflux (rood).
De graad van reflux wordt uitgedrukt volgens een internationale classificatie. De graad bepaalt hoe ernstig het probleem is en hoe het wordt aangepakt. Die graad kan vastgesteld worden aan de hand van een cystografie.
WANNEER DENKEN AAN VESICO-URETERALE REFLUX?
Wanneer uw kind op jonge leeftijd meer dan één urineweginfectie (zoals een nierontsteking) doormaakt, moet als mogelijke oorzaak worden gedacht aan vesico-ureterale reflux.
Niet alle kinderen met deze afwijking hebben last van urineweginfecties. De afwijking kan ook toevallig worden vastgesteld tijdens echografisch onderzoek:
voor de geboorte: tijdens een prenatale echografie bij de gynaecoloog
tijdens een echografie die om andere medische redenen wordt uitgevoerd
tijdens een controle-echografie, omdat de afwijking al werd vastgesteld bij mama/papa of broer/zus.
WAT ZIJN DE GEVOLGEN?
Het terugvloeien van urine naar de nieren kan twee problemen doen ontstaan. Enerzijds kan de druk in de nieren te hoog worden. Daardoor kan littekenweefsel worden gevormd en zullen de nieren op termijn minder goed functioneren. Anderzijds kunnen bacteriën uit de blaas in de nieren terechtkomen en zo ernstige nierinfecties veroorzaken.
HOE KAN DE AANDOENING WORDEN BEHANDELD?
Er bestaan verschillende behandelopties. De keuze hangt af van de specifieke situatie. Een ingreep is niet altijd nodig: reflux die op jonge leeftijd wordt vastgesteld kan ook nog spontaan verdwijnen tijdens de eerste levensjaren.
De mogelijke opties voor uw kind zullen uitvoerig door de kinderuroloog worden uitgelegd. Vanzelfsprekend wordt de definitieve keuze samen met u – als ouders – gemaakt.
De verschillende behandelopties:
Afwachtende houding: als de kinderuroloog de kans op spontane genezing hoog inschat of als de reflux laaggradig is. Uw kind wordt dan regelmatig opgevolgd. Bij het minste teken van een nieuwe urineweginfectie wordt een urinestaal genomen. Vervolgens wordt een antibioticabehandeling opgestart.
Medicatie: uw kind neemt dagelijks een lage dosis antibiotica in. Dat verlaagt de kans op nieuwe urineweginfecties.
Injectie via een kijkoperatie: tijdens een kijkoperatie wordt een volumineuze stof ingespoten onder de urineleiders langs het plaskanaal. Daardoor wordt het klepmechanisme hersteld dat ervoor moet zorgen dat de urine niet naar de nier kan terugstromen.
Operatie: de urineleiders worden losgemaakt van de blaas en weer ingeplant, op zo'n manier dat de reflux naar de nieren wordt verhinderd. Daardoor wordt het klepmechanisme hersteld.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Cystenieren

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Urineincontinentie

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

URINE INCONTINENTIE KOMT HET MEEST VOOR BIJ
A
KINDEREN
B
VROUWEN
C
MANNEN
D
komt evenveel bij allemaal voor

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Urine incontinentie
Opfrissen:
  • stressincontinentie
  • urge -incontinentie
  • overloop incontinentie
  • reflexincontinentie (spastische blaas)
  • mictie-apraxie
  • functionele incontinentie

Slide 12 - Slide

Stress-incontinentie
  • bij vrouwen
  • druppels, bij drukverhoging
  • bij verslapte bekkenbodemspieren:
  • zwangerschap
  • oestrogeen daling
Wat kan een oorzaak zijn van urine-incontinentie
A
Verslapte spieren van de bekkenbodem
B
Zwangerschap
C
Verzakking van de baarmoeder
D
Alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is urine retentie?
A
Zonder aandrang urine verliezen
B
Door hoesten urine verliezen
C
Het onvermogen om (volledige uit) te kunnen plassen
D
Het overlopen van de blaas

Slide 14 - Quiz

klachten pijn buik pijnlijke sterke aandrang
Bloed in de urine
A
nycturie
B
hematurie
C
dysurie
D
cystitis

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

De samenstelling van urine bestaat uit:
A
Water; zouten; afbraakproducten van eiwitten; uribilline; celresten
B
Water; zouten; suikers; celresten
C
Water; zouten; uribilline; rode bloedlichaampjes
D
Water; zouten; suikers; eiwitten

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Waar kan een witachtig troebele verkleuring van de urine op wijzen?
A
Glucosurie
B
Leukocyturie
C
Proteïnurie

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions


Bemoeilijkte mictie


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken gestoorde mictie
Niet-obstructieve urineretentie



Slide 19 - Slide

  • beroerte
  • vaginale bevalling
  • letsel of trauma aan het bekken,
  • aangetaste spier- of zenuwfunctie door medicatie of narcose,
  • trauma waarbij de hersenen of het ruggenmerg beschadigd is geraakt.
Oorzaken gestoorde mictie
Obstructieve retentie:

Slide 20 - Slide

  • kanker;
  • nier- of blaasstenen;
  • vergrote prostaat (BPH) bij mannen..
Pijn of ongemak bij het plassen noemen we
A
Anurie
B
Dysurie
C
Oligurie
D
Poly-urie

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Urethrastrictuur
vernauwing blaaashals

Slide 22 - Slide

This item has no instructions



Nierstenen


Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Nierstenen
  • Kristalsteentjes in de nier gevormd uit urine

  • 1 op de 10 Europeanen krijgt ooit nierstenen; 
  • 0,1% heeft klachten.
  • Mannen 2 keer zo vaak als vrouwen. 
  • <20 jaar vrijwel nooit 
  •  50%  kans op recidief nierstenen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken
onvoldoende vochtopname
overmatig zweten
bepaalde medicijnen
urineweginfectie
bepaalde zouten in het lichaam
te veel eiwitten eten (vlees)
Klachten 
Heftige pijnaanvallen geven als ze vast komen te zitten in urinewegen!

(koliek)pijn in flanken / buik
Misselijk / braken
Bewegingsdrang
Soms bloed in urine

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Behandeling
pijnstillers
spierverslappende medicijnen
medicijnen om calciumuitscheiding tegen te aan
verwijderen - niersteenvergruizer
                          - ureteroscopie
                          - operatie

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Infecties urinewegen

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Welke bacterie is een veelvoorkomende verwekker van urineweginfecties?
A
Staphylococcus aureus
B
Escheria coli
C
Herpes simplex
D
Salmonella

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een ander woord voor blaasontsteking?
A
cystitis
B
nefritis
C
uretritis
D
pyelonefritis

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Blaasontsteking (cystitis)
Oorzaken:
  • binnendringen van bacterie (meestal E-coli)
  • blaaskatheter inbrengen en verzorgen (niet schoon werken)
  • achterblijven van urine (urineretentie)

Slide 31 - Slide

darmbacterie of door seksueel contact

spmeer inf niet duidelijk
bladderen
"Een UWI wordt altijd behandeld met antibiotica"
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz


Antwoord B: Onjuist



Cystitis
Bij gezonde, niet zwangere vrouwen
  •  veel voorkomend en  recidiverend, vaak zonder duidelijke oorzaak
  • hinderlijke, in principe onschuldige aandoening, die spontaan binnen 1 week kan genezen
Behandelingsopties: 
  • afwachtend beleid (eventueel met pijnstilling) of 
  • antibiotische behandeling (eventueel een uitgesteld recept)
Advies bij recidiverende cystitis:
ruim drinken, 
blaas geheel leegplassen, 
bij aandrang de mictie niet uitstellen, 
lediging van de blaas post-coïtum

Slide 33 - Slide

Een afwachtend beleid verhoogt het risico op een pyelonefritis met ongeveer 1,6% en wordt afgeraden voor patiënten die eerder een pyelonefritis hebben doorgemaakt
Bij pyurie zit er pus in de urine
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke aandoening komt hoge koorts, flankpijn en troebele urine voor?
A
Blaasontsteking
B
Nierbekkenontsteking
C
Nierfalen
D
Nierstenen

Slide 35 - Quiz

Het nefrotisch syndroom is een klinische manifestatie van nierlijden, bestaande uit:
  • Proteïnurie (groot eiwitverlies met de urine, gedefinieerd als > 3,5 gram per 24 uur)
  • Oedemen, met name in de benen
  • Hypoalbuminemie (een te laag eiwitgehalte in het bloed)
  • Hyperlipidemie (een te hoog vetgehalte in het bloed)

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Complicaties bij UWI
  • Bacterie groeit verder naar de prostaat: PROSTATIS

  • Bacterie groeit verder naar de nierbekkens: PYELONEFRITIS 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

 onderwerpen behandeld
aangeboren afwijkingen van nieren/urinewegen 
vormen van incontinentie benoemen en wat dat inhoudt
bemoeilijkte mictie, oorzaken 
nierstenen
infecties urinewegen





Slide 38 - Slide

This item has no instructions

huiswerk 
bestudeer 
AF hfdst 5
AZ hfdst 15
IC hfdst 9.1, 9.2, 9.7.1 t/m 9.7.4
maak de opdracht 


Slide 39 - Slide

This item has no instructions