Voor de repetitie kan ik:
2a. vocabulaire/phrases-clés: ik kan woorden die te maken hebben met reizen correct vertalen (FN en NF) (GL 9ABEFG)
2b vocabulaire/phrases-clés: ik kan zinnen die te maken hebben met reizen gebruiken (NF) (GL 9 DI)
3b. grammatica: ik kan de regelmatige ww -er, -ir en -re vervoegen in de présent (Learnbeat + GL 9C)
3d. grammatica: ik kan dingen in het Frans met elkaar vergelijken (Learnbeat + GL 9H)