Lezen 4.3 - 3 kader

Lezen 4.3 - 3 kader
Denk aan je jas, tas, oortjes en telefoon
Pak je aantekenschrift en je boek en leg deze vast op tafel
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lezen 4.3 - 3 kader
Denk aan je jas, tas, oortjes en telefoon
Pak je aantekenschrift en je boek en leg deze vast op tafel

Slide 1 - Slide

Lesdoel
- Je kunt vertellen welke twee soorten informatieve teksten er zijn.

- Je kunt vertellen wat het nut is van grafieken en tabellen in een informatieve tekst.

- Je kent de tekstverbanden oorzaak-gevolg, doel-middel en conclusie of samenvatting en de bijbehorende signaalwoorden.

Slide 2 - Slide

Informatieve teksten
Informatieve teksten zijn er in twee vormen:
- de lezer informatie geven over een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld: nieuwsbericht, achtergrondartikel;

- de lezer instructies geven: uitleggen hoe iets werkt of hoe hij iets moet doen, bijvoorbeeld: gebruiksaanwijzing

Slide 3 - Slide

Informatieve teksten
De schrijver kan behalve tekst ook grafieken en tabellen gebruiken om informatie over te brengen.

- Doel: informatie op een andere manier weergeven.
- Voorbeelden van grafieken: lijndiagram, staafdiagram en cirkeldiagram.

Slide 4 - Slide

Bij welke vakken krijg je vaak informatie in de vorm van grafieken en tabellen?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'doordat'?
A
oorzaak-gevolg
B
doel-middel
C
samenvatting of conclusie

Slide 8 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'dus'?
A
oorzaak-gevolg
B
doel-middel
C
samenvatting of conclusie

Slide 9 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'hierdoor'?
A
oorzaak-gevolg
B
doel-middel
C
samenvatting of conclusie

Slide 10 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'waarmee'?
A
oorzaak-gevolg
B
doel-middel
C
samenvatting of conclusie

Slide 11 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'dan ook'?
A
oorzaak-gevolg
B
doel-middel
C
samenvatting of conclusie

Slide 12 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'met als gevolg'?
A
oorzaak-gevolg
B
doel-middel
C
samenvatting of conclusie

Slide 13 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'kortom'?
A
oorzaak-gevolg
B
doel-middel
C
samenvatting of conclusie

Slide 14 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'om te'?
A
oorzaak-gevolg
B
doel-middel
C
samenvatting of conclusie

Slide 15 - Quiz

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'door middel van'?
A
oorzaak-gevolg
B
doel-middel
C
samenvatting of conclusie

Slide 16 - Quiz