4TL grammatica

• Frans
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Bonjour

et

Bienvenue!

Programma 

Eerste lesuur 

- Herhaling passé composé.

- Uitleg vragen stellen in het Frans 

- Opdrachten maken 

- klassikaal nakijken.

Tweede lesuur

- H13 Bron H en I maken.

Passé composé

Wat is passé composé? geef een voorbeeld in het Nederlands?

Wat heb je nodige om passé composé te maken?

wat is de betekenis van Etre en avoir en wanneer gebruik je wat?

wat gebeurt wanneer je Etre gebruikt in meervoud ?

Bron H en I van Chapitre 13

1 Een gewone zin vragend stellen

Maak een gewone Franse zin en zet er een vraagteken achter. Klaar!

‘Il aime le sushi. Il aime le sushi ? Oui!’

2 Poser des questions avec ‘est-ce que’

Het stappenplan om vragen te stellen met ‘est-ce que’:

Begin met est-ce que.

Maak een normale zin met gewone woordvolgorde (eerst het onderwerp, dan de persoonsvorm).

Sluit de zin af met een vraagteken.

Voorbeeld: ‘Est-ce que vous savez qu’il y a plus de 45.000 restaurants de sushi au Japon ?’

3 Vragen stellen met inversie

Het stappenplan voor Franse vraagzinnen met inversie:

Wissel het onderwerp en de persoonsvorm (het vervoegde ww) van plaats.

Schrijf een koppelteken tussen de persoonsvorm en het onderwerp.

Voorbeeld: ‘Aimes-tu le sushi ?’

4 Vragen met Franse vraagwoorden

1) Het vraagwoord leidt de zin in en wordt gevolgd door inversie.

De woordvolgorde is dan: vraagwoord vooraan + werkwoord + onderwerp

Voorbeeld: ‘Pourquoi manges-tu le sushi deux fois par semaine ?’

Maak de zinnen in twee manieren vragend met vraagwoord en twee zonder vraagwoord

1- tu mange bien

2- tu fais du sport

3-il est en forme

4- vous manger de la viande

5-tu travaille beaucoup

6- elle est malade