Brandaan Thema 4, les 1

Waar denk je aan bij het ;even in de stad?
1 / 24
next
Slide 1: Mind map
GeschiedenisBasisschoolGroep 7

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Waar denk je aan bij het ;even in de stad?

Slide 1 - Mind map

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

In dit thema gaat het over de tijd van steden en staten. Kijk naar de tijdbalk in je boek. Van welk jaar tot welk jaar was de tijd van steden en staten?

Slide 4 - Open question

Wat laat de tekening zien die bij deze tijd hoort?
A
stadspoort
B
boerderij
C
Griekse tempel

Slide 5 - Quiz

Sleep de woorden naar de juiste tijd. 
reizen in de middeleeuwen
reizen nu
weinig wegen
snel
lang onderweg 
veel wegen
vliegtuig of auto
te voet of te paard

Slide 6 - Drag question

Waarom had Karel de Grote graven en hertogen nodig?

Slide 7 - Open question

Wat deed een graaf of hertog? Noem drie dingen.

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Waarover hadden de kleinzoons van Karel de Grote veel ruzie?

Slide 10 - Open question

Kijk naar de plaatjes. Wat gebeurde er
terwijl de kleinzoons van Karel de Grote
ruziemaakten om de verdeling van het rijk?

Slide 11 - Open question

De graven en hertogen werden steeds belangrijker. Wat veranderde er voor hen? Geef twee voobeelden.

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Vul het juiste woord in. Kies uit: koning, ridders, hertog, controleurs, graaf.

Een ... of ... woonde in een kasteel. (Kies dus twee woorden)

Slide 14 - Open question

Vul het juiste woord in. Kies uit: koning, ridders, hertog, controleurs, graaf.

.... bestuurden stukjes van zijn land voor hem.

Slide 15 - Open question

Vul het juiste woord in. Kies uit: koning, ridders, hertog, controleurs, graaf.

Eigenlijk was het land van de .....

Slide 16 - Open question

Vul het juiste woord in. Kies uit: koning, ridders, hertog, controleurs, graaf.

Maar zijn ... kwamen bijna nooit langs.

Slide 17 - Open question

Wat is waar?


A
Een graaf of hertog verdeelde zijn land onder zijn ridders.
B
De controleurs van de koning kwamen iedere maand vragen hoe het ging.

Slide 18 - Quiz

Wat is waar?


A
Boeren moesten belasting betalen om op het land te mogen werken.
B
Een graaf of hertog was vaak maanden van huis om bij vrienden te logeren.

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Er kwamen twee nieuwe uitvingen voor boeren. Ten eerste een nieuwe ploeg. Ten tweede een systeem om de grond af en toe met rust te laten. Wat veranderde er? Vul aan...

De oogsten werden...
A
groter
B
kleiner

Slide 21 - Quiz

Er kwamen twee nieuwe uitvingen voor boeren. Ten eerste een nieuwe ploeg. Ten tweede een systeem om de grond af en toe met rust te laten. Wat veranderde er? Vul aan...

Het werk werd ....
A
zwaarder
B
minder zwaar

Slide 22 - Quiz

Waarom verhuisden veel boeren naar de stad?

Slide 23 - Open question

Hoe goed heb je deze les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll