Thema 3: Bloed

Lesdoelen

  • De onderdelen van het bloed kunnen benoemen.
  • De taak kunnen benoemen van rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
  • Kunnen uitleggen hoe het bloed stoffen vervoert.
  • Kunnen benoemen wat bloedarmoede is.

1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lesdoelen

  • De onderdelen van het bloed kunnen benoemen.
  • De taak kunnen benoemen van rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
  • Kunnen uitleggen hoe het bloed stoffen vervoert.
  • Kunnen benoemen wat bloedarmoede is.

Slide 1 - Slide

Waaruit bestaat bloed?
  • Bloedplasma
  • Bloedcellen

Bloedcellen zijn:
  • Rode bloedcellen
  • Witte bloedcellen
  • Bloedplaatjes

Slide 2 - Slide

Rode bloedcellen
  • Vervoeren zuurstof door je lichaam
  • Zuurstof hecht vast aan hemoglobine
  • Hemoglobine is een rode kleurstof in de rode bloedcellen

Slide 3 - Slide

Witte bloedcellen
  • Bestrijden ziekteverwekkers
  • Witte bloedcellen type 1: Eten de ziekteverwekkers op
  • Witte bloedcellen type 2: Maken afweerstoffen (antistoffen)

Slide 4 - Slide

Type 1
Type 2

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Bloedplaatjes

  • Zorgen dat wondjes dichtgaan. 
  • In de fibrinedraden blijven rode bloedcellen hangen.
  • Dit heet bloedstolling

Slide 7 - Slide

Bloedstolling

Slide 8 - Slide

Rode beenmerg
  • Bloedcellen zijn na een paar maanden versleten
  • Je lichaam maakt dus constant nieuwe bloedcellen aan
  • Dit gebeurt in het rode beenmerg

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Hoe noemen we de gelige vloeistof in het bloed?

Slide 11 - Open question

Wat is de taak van rode bloedcellen?

Slide 12 - Open question

Op welke 2 manieren kunnen witte bloedcellen ziekteverwekkers bestrijden?

Slide 13 - Open question

Welk woord hoort bij "bloedplaatjes"?
A
Zuurstof
B
Bloedstolling
C
Antistoffen
D
Hemoglobine

Slide 14 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak van de Bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 15 - Quiz


Wat zorgt er voor de rode kleur in rode bloedcellen? Dit kan zuurstof vervoeren.
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Glycogeen
D
Hemoglobine

Slide 16 - Quiz

nr 4
nr 8
rode bloedcellen
bloedplasma
vaste bestanddelen
water

Slide 17 - Drag question

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Zuurstof en koolstofdioxide vervoeren

Slide 18 - Quiz

Etter of pus bestaat uit..
A
dode ziekteverwekkers
B
dode witte bloedcellen
C
dode ziekteverwekkers en dode bloedcellen
D
rodebloedcellen

Slide 19 - Quiz

Hebben bloedplaatjes een celkern?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Bloedplaatjes
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedstolling
Afweer
Zuurstof vervoeren
Hemoglobine
Antistoffen maken
Fibrinogeen

Slide 21 - Drag question

Hoe vervoert het bloed stoffen?
  • Je bloed neemt stoffen op, vervoert die stoffen, en geeft ze ergens anders weer af.
  • Opname en afgifte van stoffen gebeurd in heel dunne bloedvaatjes: de haarvaten.

Slide 22 - Slide

Transport via bloedplasma
  • Het bloedplasma vervoert bijna alle stoffen in je lichaam.
  • De stoffen zitten zijn opgelost in het bloedplasma, net als suiker in thee.




Voorbeelden: Glucosedeeltjes, vitaminen, mineralen, hormonen, antistoffen en afvalstoffen (zoals koolstofdioxide)

Slide 23 - Slide

Rode bloedcellen
  • Vervoeren zuurstof door je lichaam
  • Zuurstof hecht vast aan hemoglobine
  • Hemoglobine is een rode kleurstof in de rode bloedcellen

Slide 24 - Slide

Bloedplaatjes

  • Zorgen dat wondjes dichtgaan. 
  • In de fibrinedraden blijven rode bloedcellen hangen.
  • Dit heet bloedstolling

Slide 25 - Slide

Transport via rode bloedcellen

  • Rode bloedcellen vervoeren zuurstof.
  • Dit gebeurt met behulp van hemoglobine
  • Zuurstof bindt zich vast aan de hemoglobine en laat ergens  anders weer los.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Bloedarmoede
  • Rode bloedcellen bevatten te weinig hemoglobine.
  • Je wordt snel moe, want er kan minder zuurstof vervoert worden.
  • Organen krijgen dus minder zuurstof.

  • Bloedarmoede kan ontstaan door een tekort aan ijzer.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

3.1 Bloed
Lezen 3.1 vanaf blz 182
Maken opdr 1 t/m 8   4 hoeft niet!

Klaar? Maak de test jezelf van th3 bas 1 (digitaal)
timer
10:00

Slide 31 - Slide

Basisstof 3 Het hart

Slide 32 - Slide

Het hart
Je ziet hier het buitenaangezicht van het hart.

Om het hart lopen kransslagaders om zuurstof aan het hart te geven.

Slide 33 - Slide

Doorsnede van het hart
Je ziet hier een doorsnede van het hart.  Je ziet hoe het hart verdeeld is in 4 ruimtes:

- rechterboezem
- rechterkamer
- linkerboezem
-linkerkamer.

Slide 34 - Slide

Q = rechterboezem
P= linkerboezem

S= rechterkamer
R=linkerkamer

Slide 35 - Slide

Opdracht

- Teken de doorsnede van een hart (zie boek blz 199)
- Benoem de onderdelen
- denk aan de tekenregels!

Slide 36 - Slide